Fishing for cats

Oakpaw was op verkenning uitgegaan en was hierdoor toevallig geëindigd buiten zijn territorium. Of nou ja, toevallig… Het was een bewuste keuze geweest om wat af te dwalen, al had hij misschien in eerste instantie niet de intentie gehad om zo ver af te dwalen. Zijn eigen territorium had hij al wel even achter zich gelaten en algauw drongen zich vreemde geuren aan hem op, geuren die hij niet meteen kon plaatsen. En voordat hij dat een plaatsje kon geven, verscheen er opeens een kat voor zijn neus. Uit het niets. Ze kwam duidelijk van boven af en Oakpaw richtte zijn blik dan ook even naar de lucht, waar hij de takken van een boom zag. Aha. De bloedgeur die om haar heen ging, toonde duidelijk aan vanwaar ze kwam en even was Oakpaw lichtelijk onzeker over zijn excursie buiten zijn eigen Clangrenzen. Hij had geen vechttraining gehad, deze she-cat was duidelijk ouder dan hem en als het op vechten aan zou komen, dan had hij een probleem. Een BloodClanner wilde echter niet zeggen dat het meteen vechten zou worden en Oakpaw wierp haar dan ook een brede glimlach toe toen ze aan hem vroeg wat hij hier deed, al was dat niet bepaald op een aardige toon gedaan. “Ik ben mijn omgeving aan het verkennen,” zei hij op een vrolijke toon tegen haar. “En wat ben jij hier aan het doen? Ligt jullie territorium niet meer naar daar?” En hij knikte ergens in de richting waar Twolegplace moest zijn. Alles om de aandacht van haar moordzuchtige plannen af te leiden wat hem betrof. Als ze die al had.

De spottende blik en de spottende toon waarmee de she-cat hem aansprak was niet ontgaan, maar Oakpaw wist wel beter dan zich te laten provoceren door haar houding en door haar woorden. Als hij niet op zijn woorden lette, dan zou het nog lang duren eer dat hij terug naar huis zou gaan. En dan zou hij waarschijnlijk een paar littekens erbij hebben ook nog. Nee, hij wist wel beter dan haar uit te dagen en zou zich dus kalm houden. Oakpaw was sowieso veel te relaxt om zich door anderen te laten provoceren. De kans was groot dat hij het gewoon keihard op een rennen zou zetten als ze hem zou aanvallen. Hij was niet blind: hij zag heus wel dat ze ouder was dan hem en dat ze veel meer ervaring had. Het zou een verloren gevecht voor hem van begin af aan zijn als hij op haar provocaties in zou gaan en haar aan zou vallen. Hij trok wat verbaasd met zijn oortje toen ze haar vraag stelde, maar glimlachte daarna vriendelijk naar haar. “Ik voel me goed waar ik nu zit, maar toch bedankt,” zei hij op een beleefde toon. “Ik wil graag leader worden van mijn Clan en dat gaat niet als ik in de Elite zit,” vervolgde hij met een knipoogje. Daar kwam dan ook nog eens bij dat zijn Clan het waarschijnlijk niet zou appreciëren als hij over zou stappen naar dit stelletje tuig. “Ben je geboren in de Elite of ben je meer bekend met dit gebied?” vroeg hij vervolgens, toch wel een beetje nieuwsgierig zijnde naar haar achtergrond.

Het antwoord was eerlijk gezegd weinig verrassend. Geboren en getogen in de Elite, zoals de meesten van hun. Oakpaw vroeg zich af of er veel Clankatten waren die zomaar overstapten naar de Elite. En hij vroeg zich ook af of de Elite kittypets accepteerden. De gedachte klonk vrij belachelijk, al had hij wel verhalen gehoord over kittypets die in de Elite waren gekomen en zich hogerop hadden weten te werken. De situatie moest wel heel erg escaleren als je als kittypet zijnde naar de Elite kon gaan, maar blijkbaar was het mogelijk. Het was voor hem vrij nietszeggend toen ze aangaf dat ze de dochter van Brat was en kort trok hij met zijn oortje. “Wie is Brat?” vroeg hij haar na een korte stilte. En was het een tom cat of een she-cat? Hij vermoedde dat het haar vader moest zijn. Moest hij nu ook zeggen hoe zijn vader noemde? De manier waarop ze het zei, toonde aan dat het een belangrijke kat in de Elite moest zijn. “Mijn naam is Oakpaw,” zei hij. “Maar ik ben geen zoon van Crystalshell of Pantherstar. Of van Coyotespirit. Dat kan ook helemaal niet, want medicine cats mogen natuurlijk geen partners en kittens hebben,” ging hij verder. “Maar ik kan je verzekeren dat mijn vader een coole warrior is,” ging hij verder. Dat betekende dat hij ook best wel cool was, toch?