De poes was bezig met haar eigen zaken totdat er stem klonk. Ze richtte haar oranje, felle ogen naar waar de stem vandaan kwam, alleen nog om te merken dat die het tegen haar had. Wat denkt hij dat hij aan het doen is? Mij lokken met een stuk prooi dat ik zelf kan vangen? Ach, misschien eens kijken wat z'n plannetje is', klonk het stemmetje van de gedachten in haar kop. Langzaam trippelden haar witte pootjes erheen, want ze vertrouwde die sneaky clangenoot van haar nog steeds niet volledig. Al haar gedachten werden opzij gezet toen de geur van de muis in haar neus terecht kwam.