m 925 Actief You'll be dead!
| CAT'S PROFILEAge: 64 moonsGender: Tomcat ♂Rank: General of the Armies |
| Onderwerp: For never was a story of more wo 29 apr 2020 - 20:46 | |
| Er waren meerdere dingen waar tom zich mee bezig hield naast Shadowclan. Hij werkte hard voor de clan waar hij in leefde maar Orchis had wel een dubbele agenda. Hij was een slang die verstopt zat tussen enkele boomwortels die zich vlakbij een muizenhol bevond, daar wachtte hij altijd af op de beste timing. Als de Elite niet snel genoeg was dan nam hij zijn lunch bij iemand anders. Hij had een nieuwe opdracht gekregen en daar was de tom nu al enkele dagen mee bezig. Hij was aan het oriënteren.. De groep waar hij in zat had nog geen basiskamp gevonden maar zodra ze die hadden hadden ze snel werkers nodig. Het was dan een goed idee dat er in ieder geval opties waren in de buurt die ze zouden kunnen ophalen wanneer de tijd daar rijp voor was. Nu Orchis in clangebied rond zwermde kon hij gemakkelijker in de buurt komen van andere katten. Zijn oog was gevallen op Windclan. Was het omdat de Windclanners over het algemeen beter konden graven? Omdat ze zwakker waren dan andere clanners? Of omdat er toch een onderliggende wraak koesterde voor zijn moeder die daar ooit geleefd had. Hij wist het niet, maar voor nu legde hij de link dat zijn liefde voor zand en graven door zijn gemengde bloedlijn kwam. Hij wou zijn theorieën dus graag uittesten maar voor vandaag was hij opzoek naar een ander doelwit. Eentje die niet gemist zal worden. Zodra ze de ruimte hadden om hen op te sluiten kon hij gaan jagen op zijn lieveling's hapje. De tom huppelde vanuit het Shadowclan gebied richting de Wastelands. Dit was niemandsland en toch zwierven hier altijd katten rond. De geur van rogue was dan ook onmisbaar. Het ging om een she-cat, dat kon de Bloodclan member ruiken door de aroma die alle vrouwtjes onderliggend droegen. De tom likte zijn lippen af en huppelde met een lage houding veder. Hij mocht jammer genoeg vandaag nog niet spellen met zijn nieuwe speelgoedjes, maar het was in ieder geval al een stap dichterbij. Zijn oren bewogen mee met de wind toen deze hard door het land heen blies. Zijn verrotte lichaam's geur verspreide zich over het gebied. Dit zou vast wel die rogue uit haar schuilplaats trekken. Orchis kroop naast een verbrandde boomstam en schuurde zijn jeukende nek tegen een bijna verkoolde tak aan terwijl hij afwachtte. |
|
Jamie 231 Actief
| |
| Onderwerp: Re: For never was a story of more wo 29 apr 2020 - 21:12 | |
| De bruine poes lag in haar nest, uitgegraven van een oud konijnenhol onder een omgevallen boomstam, zo zwart als de grond die haar gebied sierde. Het was niet veel, maar genoeg voor een. Ze nam trots uit het feit dat ze een slaapholte had en zelfs een om prooi in op te bergen, met enkele planten die ze herinnerde van de kruiden lessen lang lang geleden. Alles wat ze nodig had om te leven in haar eentje. De kattin leefde nu al zo lang als een rogue dat het clanleven enkel een ver verleden voor haar was. Een ongelukkig begin waar de vrijheid haar juist alles had gegeven waar ze naar verlangde. Een zelfstandigheid, afhankelijk te zijn van je eigen kunnen en anders de harde realiteit. Ze kende honger, koud en dorst maar dat maakte haar enkel sterker. Ja, in haar ogen zou ieder het beste zijn als een rogue. Het enige nadeel was het feit dat je hard op je territorium moest passen voor er een ander mee weg ging. De oriental poes rook het dan ook meteen toen de wind een geurspoor haar hol in droeg. Bloodclan, wist ze te zeggen. Die geur had ze wel onthouden dankzij haar geliefde Nevermind. Urgh. Rotbeesten. Vervuilde, verwaande clankatten die zichzelf beter voelde dan de rest van het woud. De poes klom naar buiten en schudde het as van haar korte pels, om hierna in beweging te komen richting de bron. Haar staart stond dominant in de lucht geheven en bij het zien van het scharminkel wat een kat voor moest stellen, begon ze te blazen. “Laat je geurspoor niet achter op mijn grond Bloodclanner” De vacht rond haar nek en rug begon omhoog te staan, al liet het haar niet bepaald groter lijken. Ze was enorm klein, zoals een apprentice zou zijn. Maar haar lichaam was gezond en haar ogen stonden fel. Aldrei liep naar voren, al behield ze genoeg afstand dat er niet op haar gesprongen zou kunnen worden. Ze probeerde spanning te veroorzaken, om op deze manier dominantie op te eigenen. Dit doorgefokte mormel kon ze wel aan. Zijn geur en bouw vertelde haar dat de moeder van deze kat er bij de geboorte een eind aan had moeten maken. Dood moeten trappen en aan de kraaien moeten voeren. Ze wilde niet geloven dat een dier als dat enig tegenstander kon maken. Ze was bereid hem hierom te onderschatten. “Verlaat mijn territorium nu” All buisiness, no play. De kattin was hier niet voor een praatje. |
|