Het was alsof ze in een plotselinge nachtmerrie beland waren. Of tenminste, zo ervoer Pepperpaw het. De vijand bevond zich plotseling midden in hun kamp en er was niks wat ze eraan konden veranderen. Ook mochten ze het kamp niet meer uit, iets wat absoluut moordend was voor Pepperpaw. Ze hield juist van rennen en kon haar energie nu absoluut niet kwijt. Maar ze wist beter dan om het te vragen. Zelfs al zei haar papa ja, wilde ze geen voorkeursbehandeling boven haar clangenoten. Dan waren ze misschien nog wel bozer op haar.. en ze ging ook niet rennen in het kamp, want dan trok ze wellicht de aandacht van Bloodclan. Vandaar ook dat ze aan de rand van het kamp lag, pootjes onder zich gevouwen en haar staart rond haar gekruld, nerveus om zich heen kijkend.