We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
The strength of my sadness, which is as strong and never-ending as the bitter cold of midwinter.
Haar staart stond lichtjes dik opgezet van de nieuwsgierigheid toen haar pootjes zich een weg baande uit het kamp. Achter haar liep een bruin gekleurde warrior die de naam Lynxfang droeg. De tom was wat ouder dan haar, zeker in dezelfde leeftijdcategorie als Pantherstar. Ze vroeg zich dan ook af als de twee katers een band hadden samen. Ze waren samen opgegroeid, hadden vast samen ook getraind en vele gevechten gestreden, ze verwachtte in ieder geval wel dat er vriendschap was tussen de twee. Maja, het kon natuurlijk ook anders zijn eh. Bij haar thuis waren er ook zat leeftijdgenoten waarmee ze totaal niet mee sprak, gewoonweg dat ze met andere dingen bezig waren, eigen levens leidde. Misschien zou ze zo dadelijk aan Lyngfang vragen maar voor nu leek de tom meer geïnteresseerd in wie zij was. Het was ook niet common dat een Windclanner in Riverclan verbleef. Nu was het dan wel voor medische redens maar toch. Windclan en Riverclan waren nooit zulke goeie vriendjes geweest en ze vroeg zich af wanneer ze weer moest gaan vechten tegen hen. Het zou verkeerd voelen, vooral nu Riverclan haar zo goed hielp met alles.. wat als haar thuis haar straks weer dwong om een oorlog te vechten tegen hen? Zou ze dat wel kunnen? En andersom. Wat als ze hier was en ze moest vechten tegen Windclan? Zou Pantherstar dat van haar verwachtte nu hij zo gastvriendelijk was en letterlijk haar leven gered had? Het was een moeilijke situatie maar de flame-point geloofde wel dat alles weer goed zou komen. Ze stond echter niet te popelen om terug naar huis te gaan maar aan de andere kant kon ze ook weer niet wachten. Er waren zoveel slechte dingen voor haar in Windclan.. maar in Windclan was ook haar familie.. en helaas kon Shatteredice niet zomaar haar gezin achterlaten, hoe verschrikkelijk het ook daar was. De she-cat schudde haar kopje om de gedachtes en gepieker uit haar lijf te halen en stapte veder. Ze kletste wat vriendelijk met de andere warrior en beantwoorde de vragen die hij voor haar had. Ze voelde zich veilig hier, ondanks ze eigenlijk op gebied stond van de vijand. Gek was dat niet? Hoe meer gevaar schuilde het bij haar eigen thuis was dan bij de vijand. Was Riverclan wel echt de vijand? Waren al die dingen die haar ingeprent waren over deze clan wel echt waar? Alles wat ze geloofde.. was dat nep geweest? Twijfelend begon ze met haar voetkussentje over de grond heen te wrijven. Geluid van razend water vingen haar oortjes. Nerveus trok ze eventjes met haar snorharen en slikte. Ze moest denken aan de tijd dat ze bijna in de gorge gevallen was. Toen Daintywhiff daar nog geweest was en haar had gered.. wat een zieke grap was het geweest. Ze had haar dankbaarheid misbruikt. Had haar misbruikt. Haar gesloopt. Er was niks meer van haar over geweest tot nu Riverclan haar te hulp schoot. Haar ribben waren nog altijd zichtbaar, haar schouderbladeren nog getekend, maar haar gezichtje was al wat voller en kalmer dan eerst. Ze begon weer langzaam te stralen. Als kleine sterretjes was ze verborgen onder dikke grijze wolken maar haar stralen piekte er stiekem tussenuit. Als alles goed ging.. wie weet dat ze ooit weer zou stralen als de heldere Sirius ster. Ze zuchtte zachtjes en probeerde de flashbacks uit haar gezichtsveld te knipperen. Kort dacht ze even dat Daintywhiff door het water heen ploeterde om over te stekken. Angstig maakte ze een sprongetje naar achteren en zette haar half uitgevallen vacht van de stress overeind. ''Z-ze komt me halen!'' Mauwde ze angstig tegen Lynxfang en probeerde zich te verbergen tegen de grote gespierde lijf van de ander. Echter, toen ze langs hem heen keek.. was het geen Daintywhiff die naar haar toe zwom maar iets anders. De flame-point wreef in haar ogen en keek. Het was wel een vacht. Echter, toen de zon die op de pels geschenen had achter een wolk kwam te staan, zag ze dat de vacht niet wit maar rood was.
Haar hart zonk op de bodem. Net zo diep als de diepste oceaan. Het kon toch niet.. het kon toch niet haar kind zijn? Nee.. het was gewoon een vossenjong. Het was- het was- het was.. oh starclan, starclan, starclan. Er rook Windclan in haar neusgaten en ze wist honderd procent zeker dat het niet haar eigen geur was. Nee.. er was iets ergs. Iemand lag daar te drijven en ze was zo bang. Bang dat het iemand was van haar nestje. Iemand om wie ze gaf. Nee, nee, nee, nee, nee, nee. Ze kon het niet aan. Ze zou het niet aan kunnen. Ze zou niet nog z'n grote klap overleven. Aarzelend schoof ze een paar meters naar voren. De waterfall had ze nooit van zo dichtbij gezien als vandaag en als ze geen doorweekte lijfje had zien stromen dan had ze nu versteld gestaan van de schoonheid. Het had haar lieveling's gebied kunnen zijn.. als haar zoon hier niet was geweest.
De she-cat kneep haar blauwe oog stijf dicht toen haar teentjes op de rand stonden aan de bovenkant van de rivier. Voor een tijdje stond ze daar te puffen. Ze durfde niet te kijken.. ze durfde gewoon niet. Tot, ja. tot het echt moest. Ze moest kijken wie of wat het was.
Nee..
Nee.
Nee!
NEE
NEEEEEEEE
Dit kon niet. Dit kon NIET waar zijn. Het was een zieke grap, het was NEP, het was NEP, om haar GEK TE MAKEN. Dit was niet echt, pls, pls pls pls pls, dit kon niet echt zijn!
Haar hele lijf stond te trillen en voor een seconde wou ze al haar gewicht naar voren leunen om haarzelf ook van de waterfall over te gooien. Haar hele vacht stond dik. Haar nagels krabde ze kapot tot aan bloedens toe. Met een sprong rende ze naar de zijkanten toe, opzoek naar een pad dat naar beneden liep. Springend, rennend, rollende stenen, bloed, tranen, zweet, met dit alles kwam ze beneden aan. Haar adem was zo luid dat ze moest piepen. Haar keel was dichtgeknepen. Ze kon niet ademen. Nee, nee, nee, nee, nee. Ze greep de doorweekte lichaampje vast met haar voorpoten. Ze was zelf ook in het water nu. Hoewel de zon weer fel scheen op haar lichaam en het water liet glinsteren voelde en zag Shatteredice alleen ijskou en duisternis. Ze hield haar zoon vast, ze stevig dat je bijna zou denken dat ze zijn ribben had gebroken. Ze kon hem niet verliezen. Ze kon hem niet kwijt. Ze, ze, ze geloofde het niet. Snikkend drukte ze haar gezicht in zijn natte vacht en begon ze net te huilen als een kitten. Zwaar overstuur dat ze was bij het vinden van haar verloren zoon was ze totaal vergeten dat ze met Lynxfang was. Het maakte haar ook niet uit. Niks maakte haar uit. Ze was haar zoon kwijt. Haar zoon.. haar kleine zonnestraal, haar warme zomers zon. Wat moest ze zelf met het leven aan als haar kinderen straks stuk voor stuk dood vielen? Dit moest het werk zijn van Dainty. Daintywhiff.. oh, die vieze teef. Ze had het gedaan. Zij had haar zoon vermoord. Ze voelde het brandde in haar lichaam. Op elke spiertje en haartje. Het ijs smolt in haar lijf en maakte plaats voor vuur, helse vuur. Zo heet dat lava niks was vergeleken met haar.
Ze trok haar kind het droge over op. Ze wurmde haar eigen doorweekte lijf om de zijne en kon de tranen die in haar oog brandde niet eens laten. Zoveel pijn had ze nu, dat haar lichaam niet eens reageren kon. Shatteredice opende haar mond en begon te piepen van verdriet. Haar gepiep werd luider en haar adem stokte even van de brok in haar keel. Ze begon te gillen, te gillen van verdriet. Haar hele lichaam trilde. Ze zou de wereld laten horen hoeveel pijn en verdriet ze wel niet had.
[gereserveerd voor twee andere, daarna open!]
Laatst aangepast door Shatteredice op do 4 jun 2020 - 17:55; in totaal 1 keer bewerkt
Zoals te verwachten had Lynxfang zijn twijfels over de Windclan poes die zich nog steeds in hun kamp bevond. Het leek erop dat ze voorlopig niet weg zou gaan, als dat ooit al zou gebeuren. Crystalshell was duidelijk geweest tijdens de ceremonie daarin. Een Windclanner in Riverclan, met de banden tussen die twee clans kon dat nog een hoop gedoe opleveren. Als hij zich niet vergiste was dat gedoe er al. Toch probeerde hij zich maar er voor open te stellen en had hij Shatteredice mee gevraagd, de poes was nog te zwak om alleen in het gebied te lopen en het kon een goed moment zijn om haar wat te leren kennen. Misschien dat hij het beter kon accepteren als hij haar ook beter kende. Hij wist dat ze de expartner van Stallionstar was, maar daar stopte het ook.
Eenmaal in hun territorium liepen ze rustig met geen andere plannen aan hun kop dan praten, wat tegenwoordig vreemd was voor hem, maar alle andere dingen kwamen later wel. Hij stelde een paar vragen aan haar, maar niet te veel. Geen zware dingen, enkel over hoe ze het in Riverclan vond en of ze dacht haar plek te kunnen vinden. Hij wou niet te diep ingaan op haar verleden, als ze daarover wou praten deed ze dat wel. Het voelde wel vreemd aan, praten met een Windclanner op Riverclan territorium, alsof ze hier altijd al thuis had gehoord. Hoewel de geur van Riverclan wel in haar vacht was gaan zitten, droeg ze de geur van haar thuisclan nog steeds. De twee liepen verder en het viel Lynxfang op dat ze richting de Waterfall gingen. Vlakbij de grens. Even keek hij opzij, maar Shatteredice leek het niet erg te vinden. In de verte hoorde hij het geruis van vallend water en hij voelde hoe Shatteredice even stil bleef staan, alsof ze twijfelde. Hij besloot te wachten, als ze dan andere kant op wou kon dat. Ze had er moeite mee, ergens mee. Hij wist niet wat, maar hij kon het zien aan haar. Was ze oké? Hij stapte naar haar toe, niet goed wetend wat te doen. Hoe zwak was ze nog? Even leek ze te kalmeren, alsof wat er dan ook was weer vertrokken was uit haar gedachte. Hij wou opperen om terug te gaan eventueel, maar toen zag hij de paniek in haar ogen. Ze keek langs hem heen, naar het water en sprak angstig over iemand die haar kwam halen. Wie kwam haar halen?De poes probeerde zich te verbergen tegen hem, beschermend sloeg hij een staart om haar heen terwijl hij om keek. In het water was iets. Wat daar niet hoorde. Een slecht gevoel bekroop hem. Shatteredice ging weg van hem, langzaam richting de vacht in het water. Hij stond even stil, kijkend hoe ze naar voren liep. De geur van dood en Windclan kwam hem tegenmoet. Niet haar geur, een nieuwe geur. Ze liep langzaam, Lynxfang kon de angst ruiken. Hij volgde haar, maar ging haar niet voor. Wie lag daar in het water? Het lichaam was jong. Een Apprentice nog. Hoe was hij daar terecht gekomen? Een ongeluk of zat er meer achter. Hij zag dat Shatteredice haar ogen dicht had en gaf haar een klein ondersteunend duwtje. Het was goed, hij was hier. Misschien was hij niet de beste voor deze situaties, maar hij was hier. En toen deed ze haar ogen open, kijkend naar het lichaam beneden hun. Ze kende hem...Goed. Voordat hij haar tegen kon houden rende ze weg van hem, zoekend naar een manier om beneden te komen. Hij volgde haar van dichtbij, bijna zijn evenwicht verliezend. Hoe kon iemand die al door zoveel gegaan moest zijn dit verwerken. Ze hield duidelijk van wie daar in het water lag. Ze moest zoveel om hem geven. In het water hield ze het lichaam vast en het deed Lynxfang stilstaan in zijn pad naar beneden. Hij wou haar even de ruimte geven, hij wou even kunnen nadenken. Tegen de tijd dat hij beneden aankwam, was Shatteredice het lichaam al uit het water aan het trekken. Lynxfang stapte erin om haar te helpen, ze was zo overstuur nu. Het lichaam lag op de kant en hij keek ernaar. Een rode vacht, doorweekt door het water, het plakte tegen het lichaam aan en toonde de botten. Shatteredice wurmde haar levende maar doorweekte lichaam tegen hem aan, alsof ze het leven in hem wou terug krijgen. Hem wou verwarmen tot hij weer zou gaan ademen. Lynxfang merkte dat ze hem vergeten was, dat ze alleen was met die kat die zoveel voor haar betekende. Hij kon niks doen. Niet eens verwarmen, want ook zijn lichaam was nat. Ze begon te piepen, alsof ze wou huilen maar het niet lukte.
Het sloeg over in gillen. Een krijs van pijn en verdriet. Zoveel verdriet. Het maakte hem angstig en woedend. Niet op haar, op wie het veroorzaakt had. Hij was gewend aan gerouw, maar zij was zo gebroken nu en hij voelde zich machteloos. Ze had iemand nodig die ze kende, die echt wist waar ze door heen ging. De juiste woorden kon zeggen. Toch liep hij naar haar toe en drukte zijn lichaam tegen de hare aan. Het voelde vreemd, maar hij wist niet wat hij anders kon. ''Het is goed''mompelde hij troostend. ''Ik ben er voor je''. Hij was niet degene die voor haar moest zijn, dat had een Windclanner moeten zijn. Niet een kat die ze nauwelijks kende. Maar hij was de enige die er was. De enige die haar kon opvangen nu. ''Sorry''sprak hij zachtjes, niet duidelijk of hij het over Gorsepaw had of over hoe alleen ze leek te zijn. Alsof hij zich wou verschuldigen daarvoor, dat er niemand anders hier was. Pantherstar was misschien zelfs al beter geweest. Coyotespirit. Nee, hij was degene die bij haar was geweest toen ze deze verschrikkelijke ontdekking gedaan had. Hij moest haar troosten of in elk geval bij haar blijven.
Schok stond over haar gezicht geschreven. Ze rende zo snel haar poten haar dragen konden mee met de groep katten, richting de Gorge. Daar vonden ze hem natuurlijk niet. Nee hij was erin gesprongen, die was allang weg. Eerst mama en nu Gorse. Haar hart stak, maar de tranen vloeiden niet. Het was alsof haar lichaam het nog niet helemaal doorhad. Dat ze in één klap heel haar familie kwijt leek te raken. Verdwaasd liep ze achter iedereen aan toen ze gingen zoeken. Stroomafwaarts, richting Riverclan. Richting.. Mama? Ze had geen idee wat ze aan het doen was. Als een soort robot liep ze achter iedereen aan. Te laat had ze door dat de groep zich in tweeën gesplitst had. Ze liep plots alleen; in haar huidige staat had ze het niet eens gezien. Ze liep langs de rivier, maar ze was even ontzettend gedesoriënteerd waar dan wel niet. Haar ogen keken een tijdje zoekend om zich heen. Ze herkende het hier niet. Er sloeg een lichte angst om haar hart. Ze wist wat er gebeurde als ze naar vijandig clangebied zou gaan. Dan zou papa haar verstoten, net zoals dat hij dit bij mama gedaan had. Haar oren gleden in haar nek terwijl ze wat angstig verder liep, op zoek naar haar weg naar huis. Toen hoorde ze echter gegil. Ze herkende de stem die gilde; het was haar moeder. Met grote ogen keek ze om zich heen, zoekend naar de bekende vacht van Shatterdice. Maar ze zag haar niet, had geen idee waar ze naartoe lopen moest. Opnieuw klonk er gegil en meteen zette Heather het op een lopen, ze stoof af op het geluid zodat ze het niet nog een keer verliezen zou. Geraas bereikte haar oren. Kwam ze weer aan bij de Gorge? Had ze een rondje gelopen..? Maar ze herkende het hier niet, het was hier niet Windclan gebied, dus ze nam aan van niet. Maar waar was ze dan? Uiteindelijk kwam ze aan bij de bron van het geluid - een ontzettende waterval, met twee katten erbij. De flamepoint she-cat herkende ze ook meteen. Het was mama, samen met een Riverclanner die ze niet herkende. Maar ze hield ook wat vast. Alles klikte in haar brein. Het was Gorse, ze had Gorse gevonden. Hard bleef ze doorrennen, maar ze kwam tot stilstand aan de andere kant van de rivier die uitmondde in de wild stromende waterval. "Mam!" schreeuwde ze boven het geraas uit. Pijn stond op haar gezicht geschreven. Er waren zoveel dingen die ze haar wou vragen. Een klein stemmetje piepte in haar. Waarom heb je me achtergelaten? Maar die vragen waren niet voor nu, want naarmate ze hier langer stond en ze haar ogen goed samen kneep werd het duidelijk dat Gorse niet meer bewoog. Dat hij niet overeind kwam. Tranen verschenen in haar ogen en verslagen liet ze zichzelf op de grond neerzakken. Wat nu?
Stallionheart
Member
Rebecca 3214 Actief TAKE THE RISK
OR
LOSE THE CHANCE
Verwoed zocht hij verder, zijn hart bleef in zijn keel kloppen maar het was alsof StarClan hem zelf influisterde dat het niet meer zou baten. Kwaad duwde hij de walgelijke gedachtes weg en liep hij door. Achter zich hoorde hij een stem kalm zijn naam zeggen en hij draaide zijn kop met een ruk om naar de kat die achter hem stond met een kalm gelaat vol emoties aan te kijken. "Stroomafwaarts zoeken is een goed idee, maar probeer rustig te blijven wanneer we riverclan tegenkomen." miauwde de kater en hij draaide kwaad met zijn oren. “Het is hun schuld” miauwde hij met een grom in zijn stem. “Shatteredice is nu een van die vieze visvreters geworden. Waarom zou Gorsepaw het leven anders niet meer zien zitten?” miauwde hij met zijn stem als vergif. Hij wist ergens wel dat Shadowrush het goed bedoelde maar op het moment voelde hij er weinig voor om zijn kalme zelf weer te zoeken. Iets verderop zag hij Heatherpaw ook verwoed zoeken naar haar broertje en hij slikt een brok in zijn keel weg. Hopelijk vonden ze Gorse nog… Hij schudde zijn kop en liep verder, zoekend net als de rest van zijn Clan.
Het zoeken werd ruw verstoord door een gil. De gevlekte kater trok zijn bovenlip op in een grauw en versnelde zijn pas. Hij kende de kat die bij die gil hoorde het was zijn ex-partner en verrader van zijn Clan. Hij kwam net iets later dan Heatherpaw aan bij de rand en wat hij daar zag deden zijn nekharen overeind komen en woede opvlammen in zijn borst. Wat dácht ze wel niet? Waar haalde ze het gore lef vandaan om zich zo te gedragen? Zijn oren vouwden zich in zijn nek en hij keek even naar de RiverClanner die erbij was en toen schoot zijn blik terug naar Shatteredice die over Gorsepaw’s … niet bewegende lichaam heen zat. Heatherpaw riep om haar moeder en kwam net over de waterval uit. Hij ging even naast haar staan en legde in de hoop haar te troosten even kort zijn staart over haar schouders heen. Toen richtte hij zijn woorden tot Shatteredice. “Jij vúílé verrader” grauwde hij en zijn groene ogen schoten vuur. “Je hebt het récht niet om om Gorsepaw te huilen. Het is jóúw schuld dat hij dood is! Jouw schuld dat hij in de Gorge gesprongen is!” gromde hij en voelde hoe woede zich meester van hem maakte. Verderop was een mogelijkheid om over te steken maar voor de lieve vrede bleef de gevlekte kater nog even staan. Oh, wat zou hij Shatteredice graag persoonlijk in de Gorge duwen.
Ontroostbaar. Ontroostbaar zal ze de aankomende maanden zijn door het verlies van haar zoon. Op de manier hoe hij het leven verlaten had. Ze zou nooit meer in de buurt komen van water. Haar tranen waren als de waterfall en maakte haar vacht nog natter dan die al was. Ze kroop om haar kind heen en voelde hoe de Riverclan warrior haar troost kwam brengen. Haar gegil verzachtte en nu nog enkel klonk er gedempte gejammer toen ze haar gezicht in Gorsepaw's doorweekte vachtje duwde. ''B--bedankt..'' Sprak ze tegen Lynxfang. Hij was lief voor haar, probeerde haar te helpen in een situatie wat nooit getroost kon worden. Ze zal hem ooit dankbaar zijn, vooral omdat hij geen clangenoot van haar was maar wel de ballen had om er voor haar te zijn. Dat kon ze niet veel van andere zeggen en verwachtte. ''H-hi hij's.. Hij's m-m-m mijn zoon..'' Prevelde ze nog net uit terwijl ze naar lucht moest happen om niet te verdrinken in haar eigen tranen. Haar kop schoot overeind toen ze een stem hoorde.. mam... mam, was dat? Was dat Heatherpaw? Ze keek naar boven, zag daar haar dochter staan.. Oh haar lieve kind. Ook zij zou nu de klap voelen. Starclanverdomme. Ze kon haar kinderen niet beschermen. Ze kon- ze kon.. ze kon niks, helemaal niks, ze was een verschrikkelijke moeder. ''Heatherpaw!'' Klonk haar stem rauw van verdriet maar voor ze veder kon spreken zag ze de bekende vlekken vacht van haar ex-partner. Opgelucht hield ze adem. Blij dat hij er nu was, dat ze hier samen waren terwijl hun kind overleden was. Ze kon zijn steun gebruiken en andersom ook. Echter, oh, nee, nee, nee, ze kon er naar zwaaien blijkbaar. Haar vacht kwam stekelig overeind toen Stallion's woorden haar oren bereikte. Haar hart zonk weer terug op de bodem. v-verrader? zei hij dat nou echt? Hoe bedoelde hij? Ze had niks gedaan! Niks! Maar dat was niet eens het ergste, nee... hij gaf haar de schuld. Spuwde als een kwade draak zijn vuur over haar en brandde haar met alles wat ze nog over had. Als as verpulverde ze. Hoe durfde hij.. hoe durfde hij dat zo in haar gezicht te slaan. Haar kop schudde lichtjes met ongeloof en pijn. Ze hield haar zoon nog strakker vast als voorheen. Gorse geen nergens heen voor ze afscheid genomen had. Het was haar zoon en zou om hem rouwen en geen Stallionstar zou haar in de weg staan. Ze zou heel Bloodclan bevechten. Ze zou de oorlog zelfs verklaren met Starclan als het moest. ''L-lynxfang,'' Sprak ze bijna onhoorbaar. Haar stem was schor en pijnlijk en haar lichaam trilde bijna als losse schroeven uit elkaar. Ze zou spontaan weer een hartverzakking krijgen. ''Haal een patrouille alsjeblieft..'' Ze keek hem met een smekende blik aan. ''snel..'' Er kwam problemen, vooral als Stallion ooit nog z'n woord als zonet uit zijn bek zou laten komen. Ze had hem nooit gehaat ondanks alles.. maar nu, nu was hij écht te ver gegaan. Als hij niet heel snel normaal deed dan zweerde ze op alles wat ze lief had.. dan zou hij spijt krijgen.
Troosten was altijd lastig en als het een onbekende betrof met een onbekende pijn, dan wist hij niet wat hij moest doen. Door haar tranen heen bedankte de poes hem en vertelde toen de reden van haar pijn. Haar zoon. De dierbare die ze verloren had was haar zoon geweest. Hij dacht aan Pantherstar die zijn dochter verloren had en zijn clan even vergeten leek te zijn. Het verlies van een kind, dat moest een van de grootste verliezen zijn, dus zei hij maar even niks.Toch werd die stilte doorbroken door een stem. Een roep om een moeder. Hij keek naar boven, samen met Shatteredice. Haar dochter, de zus van het lichaam wat hier bij hun was. Lynxfang keek toe hoe de jonge poes boven hun zich op de grond liet neerzakken en toen kwam er een nieuwe kat in beeld. Stallionstar, maar de reactie die volgde van hem was ver van wat Lynxfang verwachtte. Zijn eigen vacht rees toen de woorden naar beneden werden gegooid. Naar Shatteredice. Verrader? Waar had die vent het over? Wat daarna kwam maakte hem enkel nog kwader. Hoe durfde hij de pijn van Shatteredice zo te betwisten. Lynxfang kende haar nauwelijks en hij zag nog beter in waar ze doorheen ging dan die ex-partner van haar. Zijn spieren spande zich aan, maar hij bleef rustig. Hij keek naar de rouwende poes, spijt in zijn ogen. Waar was ze doorheen geweest, wat had ze gedaan. Zoveel emoties die door haar heen moesten gaan nu. Ze sprak, zachtjes, tegen hem. Hij moest een patrouille halen. Twijfelend keek hij weer naar boven, waar was Stallionstar tot in staat. Ergens durfde hij de poes niet alleen achter te laten, niet in deze situatie, maar ze had gelijk. ''Als hij ook maar iets waagt te doen, vlucht dan''sprak hij zachtjes, zodat de anderen het niet zouden horen boven het geruis van het water. Ze was nog te zwak en hij had geen idee hoe ver de Windclanleader zou gaan in zijn woede. Toen sprintte hij weg, richting het kamp. Zo vlug als hij kon. Want ergens had hij het slechte gevoel dat ze geen tijd mochten verliezen.
In kamp Haastig rende hij het kamp in door het riet, vlug keek hij om zich heen en ging naar Pantherstar toe toen hij die spotte bij zijn den. ''Shatteredice is in de problemen, Stallionstar is gekomen''sprak hij, nog even niks vertellend over de dood van Gorsepaw. Zijn nekvacht stond nog overeind en hij hijgde lichtjes. ''Ze heeft me gevraagd een patrouille te halen''zijn stem was haastig. Ook een normale rustige kat als hij wist wanneer haast nodig was en dit was zo'n geval. Hopelijk snapte Pantherstar dat ook.
Wolfheart
Dark forest
Kiki 328 Actief Let the sin we swim in drown us
Let the world shatter
Into dust
Nothing else matters
Only us
CAT'S PROFILE Age: I am eternal (died at 30 moons) Gender: Tomcat ♂ Rank:
Onderwerp: Re: Wintercearig vr 5 jun 2020 - 23:59
Hij was de katten gevolgd, het leek wel alsof Heatherpaw op een spoor zat. Het kwam door de gil die ze gehoord had, een gil die ook hij herkende. Ijzig en koud. Wat hij gehoopt had was waarheid gevonden. Zij had hem gevonden. Zijn plan was compleet.
Toen hij eenmaal bij de rand aankwam zag hij het schouwspel zoals hij het in zijn hoofd voorspeld had. Zijn gouden ogen staarde naar beneden. Kort ontmoette hij haar blik. Oh haar blik. Haar mooie ogen, haar zachte vacht die nu nat vastgeplakt zat aan haar lichaam. Haar schoonheid kende geen einde voor hem. Hij werd elke dag opnieuw verliefd op haar.
En zij had hem gebroken. Dus hij brak haar. Dat was hoe het spelletje zou gaan. Koel staarde hij dan ook naar het schouwspel. Hij kon geen sympathie opbrengen voor haar ijzige gegil, haar ellendige gesnik. Het geblèr van Stallionstar hoorde hij niet eens. Nee. In dit moment was het hun twee. Zij en hem. Alleen. De RiverClanner die naast haar zijde stond ging weg, een patrouille halen. Het zou niet lang meer duren voordat hier de hel los zou breken. Hij zou geen woorden vuil maken. Niet nu. Ze zou moeten wachten tot ze hem kon spreken. Hier, voor al deze katten, ging hij zijn betoog niet houden. Wolfheart hield zijn mond, maar hield zijn ogen strak gericht op het lichaam van Gorsepaw en Shatteredice die er omheen lag. Haar verdiende loon.
Vengeance is an idiot’s game, but he was ready to play.
Kazan
Member
dodo -again- 384 Actief hold him gently in your hands. He has been cracked enough as it is, and his heart is more shattered than he leads on.
Zo snel als hij kon had hij met Hazel het kamp verlaten en waren ze achter de groep aan gegaan die met zijn mate zijn zoon waren gaan zoeken. Hij voelde zich nog steeds schuldig om hoe hij hem gewoon achtergelaten had, maar ook Hazelpaw zag eruit alsof ze wat steun nodig had op dat moment.
Het gegrom van zijn mate liet hem zijn pas nog meer versnellen en toen hij zijn woorden hoorde kon hij ergens al gokken wat er aan de hand was. De gestreepte kater stopte naast zijn mate en hield zijn mond totdat hij klaar was met woorden naar de flame point roepen. Hij zou er toch niet tussen kunnen komen. ”Stallion, dit is niet het moment om je woede zo te uiten.” Sprak hij zacht naar de kater, zijn woorden alleen voor hem bedoeld. ”Adem. Ze is nog steeds zijn moeder ook na wat er dan ook gebeurd is. Gorse zijn lichaam gaat mee naar Windclan, maar ook Shatteredice mag rouwen om hem.” Hij wist niet zeker of zijn woorden de kater bereikte en of hij hiermee zijn woede alleen nog maar erger zou maken, maar de flame point aan de andere kant van het water had net zoveel recht om te rouwen over de jonge apprentice. Met zijn schouder tegen die van zijn mate aan doorboorde zijn blik die van hem en misschien dat de blik in zijn ogen nog wel luider sprak dan de woorden die hij zojuist hardop uitgesproken had. Hij snapte de pijn en woede, maar Shatteredice was er voor Gorsepaw geweest sinds ze geboren waren en het feit dat ze naar een andere clan verhuisd was veranderde daar niks aan.
De leugens stonden in haar gezicht gekerfd, als een lelijke wond die nooit meer zou weggaan. Ze had eerst hoopvol naar hem gekeken en hij beantwoordde die blik slechts met een koelte kouder dan sneeuw. Hij zag de shock op haar gezicht nadat hij haar als verrader had gebrandmerkt en gromde zacht. De woorden die ze tegen de RiverClanner sprak hoorde hij niet maar de kater verdween. Duidelijker had het niet kunnen zijn, ze had gevraagd om katten erbij te halen. Dit gaf alleen maar aan hoezeer ze hen verraden had. Zwijgend bleef hij aan de WindClan kant van de rivier staan, alle liefde die hij ooit had gevoeld voor haar was verdwenen alsof het nooit een plek had gehad in zijn hart. Het verlies van zijn zoon verteerde hem in een rap tempo van binnenuit. Naast hem verscheen ook Wolfheart die zwijgend naar de flame point keek, ze had niet alleen op zijn hart gestaan maar ook op dat van de kater naast hem. Hij draaide een oor naar de kater toe en keek naar hoe ook hij hier stond, woedend om haar verraad.
Aan zijn andere schouder verscheen Stagstorm die snel en dringend in zijn oor begon te praten. ”Stallion, dit is niet het moment om je woede zo te uiten.” miauwde hij en hij draaide zijn kop naar Stagstorm die verder sprak. ”Adem. Ze is nog steeds zijn moeder ook na wat er dan ook gebeurd is. Gorse zijn lichaam gaat mee naar Windclan, maar ook Shatteredice mag rouwen om hem.” de blik die Stagstorm erachteraan gaf deed zijn woede iets bedaren maar tegelijkertijd ook opvlammen. Shatteredice zou mogen rouwen om hem ergens anders maar niet hier bij zijn lichaam. Hij rechtte zijn rug en zoog scherp een teug adem naar binnen. “Shatteredice, jij hebt geen plek meer in WindClan. Je bent overgelopen naar de vijand en zal als dusdanig gezien en behandeld worden. Aangezien Pantherstar zelf heeft verteld dat je vrijwillig naar hen bent gegaan..” miauwde hij en gromde. “En Gorsepaw’s lichaam gaat met ons mee” miauwde hij kil en voelde hoe de woede weer opvlamde. Ze kon het zichzelf makkelijk maken of ongelooflijk moeilijk, maar linksom of rechtsom hij zou Gorsepaw's lichaam meenemen naar huis, zodat zijn Clan om hem kon rouwen en het onrecht dat hem was aangedaan door zijn eigen moeder zou hij vergelden.
Nynke 1337 Actief dancing in my underpants.
i'm gonna run for government.
did mr. winter wonderland say:
"come here, kid, we really need to talk"?
bear with me, man, i lost my train of thought
CAT'S PROFILE Age: 44 moons young ✘ Gender: She-cat ♀ Rank: Pop star
Onderwerp: Re: Wintercearig za 6 jun 2020 - 15:50
Coyotespirit lag languit voor haar den, met in haar ooghoek de den van Pantherstar. Haar ogen waren half dichtgeknepen en ze genoot volop van de warme zonnestralen die haar een loom en lekker gevoel gaven. Het was een rustige dag waarin niks kon gebeuren. Alles was goed, zo ongeveer althans. Een bruine waas rende naar de den van Pantherstar toe en nieuwsgierig opende Coyo haar ogen en haar oortjes draaiden naar de kant op van het tweetal. Het was Lynxfang, een van de oudere warriors van Riverclan die overduidelijk gestrest was. Met een licht fronsje probeerde de medicine cat het gesprek op te vangen, en ving zo de woorden 'Shatteredice' en 'Stallionstar' op. Oh, dat kon niet veel goeds betekenen. Ze hees zichzelf overeind en trippelde snel het kamp uit, zonder te wachten op een patrouille. Coyo ging er half van uit dat ze anders toch niet mee mocht, dus dan ging ze zelf maar. Ze volgde het spoor van Lynxfang, die kennelijk leidde naar de waterval. Rouw was een vieze geur, een stinkende geur waar Coyotespirit van walgde. De omgeving zat er vol mee. Er was iets mis, dat was duidelijk. Met een lichte frons benaderde ze zonder op haar hoede te zijn de patrouille van Windclan, en Shatteredice. Het was een complete mess. Shatteredice was aan het huilen, zo te zien om een dode apprentice en de Windclanners zagen er heel vijandelijk uit. Bijna wilde ze al naar Shatteredice stappen om haar te troosten, maar toen ze de woorden van Stallionstar hoorde stopte ze en gleden haar oren in haar nek. Ze zetten ferm een paar stappen naar voren waardoor ze naast Shatterdice kwam te staan, en legde beschermend haar pluizige staart over diens rug. "Wat een onzin." siste Coyotespirit tegen Stallionstar. "Shatteredice is noodgedwongen naar Riverclan gekomen, zonder mij was ze nota bene dood geweest." Haar haren rezen boos overeind en opstandig keek ze de patrouille aan. Ze wist dat Pantherstar al eens had geprobeerd te onderhandelen met Amberstorm, maar die domme hazenvreters hadden bijen in hun kop en weigerden te luisteren. Domme beslissing, vond Coyo. "Maar goed, daar spreken we later nog wel over. Wat is hier aan de hand?" vroeg ze vervolgens, waarna ze een nieuwsgierige blik wierp op het lijkje wat bij Shatteredice lag. Dit was overduidelijk een dierbare van de poes, en toch durfde Stallionstar om haar te beledigen? Wat een vuile actie.
- if I may <3
Pantherstar
StarClan
Loïs 2051 Actief 'May they sing your names with love and with fury'
Een vonk van onweer en vuur trok door zijn ogen heen nadat hij door Lynxfang aangesproken was over wat er gebeurde op Riverclan gebied. Shatteredice in de problemen doordat haar clanleider haar eindelijk eens kwam oppikken? Of dat was tenminste wat hij van de situatie maakte. Ergens was dat goed, maar het beeld van de al veel te zwakke en magere Shatteredice die in de problemen kwam (want zo had Lynxfang het beschreven) verontruste hem toch - meer dan hij wilde toegeven aan zichzelf. Bovendien betekende dit dat Stallionstar op zijn gebied was, de grenzen genegeerd had. Meteen kwam de leider overeind. "Dankje Lynx," sprak hij snel waarna hij om zich heen keek. "Rookpaw, Arcticwolf, Scorchpaw, en Coyotespirit jullie gaan allemaal mee," sprak hij met een frons over zijn gezicht, waarna hij zich naar Lynxfang richtte. "Jij ook, natuurlijk," bromde hij vervolgens. Hij zou die hazenvreters is laten zien wat er gebeurde als je grenzen overtrad.
Toen ze met patrol en al aankwamen, was het nogal een scène die ze aantroffen. Met een diepe frons op zijn voorhoofd bekeek Pantherstar het. Shatteredice had een lichaam, en aan de overkant van de waterval stond een veel te grote groep Windclanners rustig herrie te schoppen op territorium waar ze geen enkel recht toe hadden. Beschermend ging hij voor Rookpaw staan. Hij trok zijn lip omhoog terwijl hij de laatste woorden van Stallionstar hoorde. Wtf had hij het over? Pantherstar zelf heeft dat verteld, hm? Hij hoefde geen seconde na te denken over wat daar gebeurd had. Amberstorm had gelogen om één of andere reden - het was wel duidelijk te zien dat Windclan het niet had op Shatteredice, misschien had ze van haar af willen komen. Maar wie had ze zo'n pijn gedaan, dat haar clan zo ontzettend vijandig tegen haar deed? Bizar weer. Kort ging zijn gedachte naar Roseburn. Hij kon Shatterdice niet zien als zo iemand als haar - maar then again, niemand had het bij Roseburn zien aankomen. Twijfel trok kort door zijn lichaam heen terwijl hij keek naar de gillende, gebroken kat. Nee, zij kon niet zo zijn. Hij schudde het van zichzelf af. Coyotespirit begon al te roepen naar de overkant, maar Panther sloeg met zijn staart. Met een schuin oog keek hij naar de waterval die vlakbij hen raasde. De stroming was hier sterk, het water ongenadig. Als je hierin terecht kwam, ging je dood. "Wat doet een stel hazenvreters op mijn territorium?" grauwde hij toen met harde, boze stem. Nee, hij had nergens ook maar één klein sprankje van geduld voor deze katten voor hem. Dat hadden ze weggehaald toen ze zijn dochter hadden ontvoerd. Kort trok zijn oor naar haar toe; had ze Stallionstar wel weer eens gezien nadat hij die gore naaistreek uitgevoerd had?
Gelukkig wachtte Pantherstar geen moment en riep hij een paar namen bij elkaar om met hem mee te gaan. Coyotespirit was hun al voor, maar die zouden ze zo weer inhalen. Even richtte Pantherstar zijn kop naar Lynxfang en bromde dat hij ook meeging. Zelfs als hij dat niet gezegd had was Lynxfang wel meegegaan, dat leek hem ergens wel logisch. De groep rende naar de plek die hij zonet had achtergelaten. Hoeveel was er gebeurd in de tijd dat hij weg was geweest. Tot zijn opluchting was Windclan nog op dezelfde plek gebleven als net. Hoewel het wel Riverclan gebied was, maar ze hadden nog geen poot uitgestoken naar Shatteredice. Coyotespirit ging naast de poes staan en riep niet al te vriendelijke woorden naar Stallionstar. Lynxfang liep naar de twee toe. ''Iemand is zijn verstand wat verloren''mompelde hij, het was duidelijk naar wie hij verwees. Coyotespirit had niet de eerdere woorden gehoord, als ze die geweten had. Natuurlijk, misschien was het de vraag hoeveel goed verstand Stallionstar precies had. Hij had altijd overgekomen als een meestal wijze leider, al waren er meer dingen in de geschiedenis gebeurt. Waaronder de ontvoering van Rookpaw natuurlijk. Dit was alleen zo vreemd, om zo te doen tegen je eigen clangenoot, je eigen oude liefde zelfs. Wat wou hij hier mee winnen? Hoeveel mistte ze nog in dit verhaal?
Arcticwolf
Member
James 234 Actief “If you run from me, I will pursue”
Arcticwolf had naast zijn vader gezeten toen onrust uitbrak. Met grote aandacht luisterde hij naar wat de calico hem toespeelde. Zelf had hij die skillset niet, om de ruimte zo goed te kunnen lezen. Om katten zo goed te lezen. Voor hem was het allemaal maar magie. Maar in tegenstelling tot de ander was hij wel meer deel van de clan. En in tegenstelling tot hem gaf hij hier ook werkelijk om. Vandaar dat ondanks alle woorden hij zijn spieren wat aanspande toen hij wat hoorde over problemen, over Windclanners op Riverclan gebied. Ze hadden dan nu wel geen directe oorlog maar tentie was er altijd tussen de clans. En hij had geen enkele behoefte aan zulke hazenvreters op hun land. Zijn gevlekte blik viel in de gele van Pantherstar, waarna zijn naam werd genoemd samen met enkele andere. Hij knikte resoluut en stond op, om samen met de rest mee te lopen.
Hij was een grote, alniet jonge, warrior. Alsnog was hij het toppunt van een Riverclan bouw, waardoor hij al snel zichzelf naast een van de zwakkere leden opstelde. In dit geval was dit zijn eigen apprentice. Hij bracht zijn kop dan ook naar beneden en fluisterde deze toe tijdens het lopen. Hij was nog maar jong ventje en dit zou waarschijnlijk zijn eerste serieuze situatie zijn. En Arcticwolf zou niet tolereren dat hij hun beiden voor schut zou zetten in een politiek moment. “Je doet en zegt niks tot Pantherstar of ik je hier opdracht voor geven” Zijn toon was kalm maar duidelijk, duldde geen tegenspraak. Hij kende wel jonge apprentices, hij was er zelf een geweest, die dachten dat ze wereld aankonden. Zodra ze er kwamen en hun leider tot stilstand kwam volgde hij dit voorbeeld. Zijn koude blik gleed over de windclanners en het gezelschap van Shatteredice, die een hoopje oranje vacht tussen haar poten had. Hij slikte kort, bewust van het feit dat dit hoopje vacht niet langer leven droeg, en hoewel hij geen fan was van dit openlijk en overdreven gerouw voelde hij hier wel zeker sympathie voor. Het kon niet makkelijk zijn om op die manier iemand te verliezen. Maar goed, in ieder geval had zij een lichaam… De lichtgekleurde kater haalde diep adem en luisterde verder, al greep hij niet in op dezelfde manier hoe zijn apprentice had opgedragen dit niet te doen. Het was simpelweg niet in hun plaats. Ze waren hier enkel om het probleem op te lossen, en het probleem was net een paar stappen complexer geworden.
Het was al snel duidelijk dat Scar te ver door gerend was, hij schrok op van Stallionstars geschreeuw boven het geraas van het water uit. Scarface maakte snel rechts om keert en rende terug. Hij heeg lichtjes, maar was wel zo wijs om te zwijgen. Dit was tussen hun leider en zijn expartner. Maar de aanblik van het dode lichaam van Stallions zoon deed hem toch pijn. Zo'n jonge kat die op deze manier het leven gelaten had! Ondanks dat Scar niet wist waarom Shatteredice weg was gegaan kon de creme kater duidelijk zien dat ze dit niet gewild had! Wat... Nee waarom was ze bij Rivierclan?
Scorchpaw gromde bij elke teek die losliet. Verdomse Elders die zichzelf niet meer konden wassen. Hij wenste ze allemaal dood, behalve Faintlight, die was helemaal niet zo stinky en oud. Scorchpaw trok zijn neus op toen de stok met muizengal tegen de grond kletterde. Zijn oren drukten naar achteren toen hij wat woorden om zijn kop kreeg. Voor hij het op kon rapen werd er echter om hem geroepen. Hij deed geen moeite om zich te excuseren en rende zo snel hij kon de den uit. Ah daar was hij mooi vanaf gekomen. Scorchpaw remde af toen hij bij het groepje aankwam. Zijn mentor kwam bij hem staan, met wat wijze oude mannen praat. Scorchpaw rolde met zijn ogen. Hij duwde met zijn poot tegen de schouder van Arcticwolf. "Jaajaaa oude man, je kent me." Hoewel dit apprentice-mentor koppel vrij nieuw was, kende iedereen zijn attitude al. Hij zat meestal in de nesten en om een of andere reden mocht hij alle stomme taakjes doen. Daarom gloeide hij van trots toen zijn eerste grote opdracht er was. Onderweg naar de Gorge stak hij even zijn tong uit naar Arctic voordat hij bij Rookpaw ging lopen. "Hey Rook, al zin om naar je vriendjes te gaan?", miauwde hij zacht genoeg zodat het enkel voor haar oren bleef. Hij grinnikte. Ach hij moest toch op een manier boven haar staan? Zijn kleine gestalte was ergens midden kittentijd blijven hangen en nu was kleine Rookpaw hem zelfs voorbij gestoken. Hmmpf. Hij zou vast wel groeien, hij voelde zich nochtans groter dan hij was.
De patrouille stopte. Hij richtte zich nog even op de apprentice naast hem. "Ik hoop dat we gaan knokken," fluisterde hij opgewonden.
Naar Windclan, waarom nou altijd verdorie naar Windclan? Rookpaw knikte resoluut en hield haar blik strak en vastberaden, trots zoals de nu oudste dochter van een leader zou moeten zijn. Toch, toch kwam haar net plat gelikte vacht onbehagelijk overeind, want ze haatte die clan. Met heel haar hart. En hoewel Sabrefur dood was, bleef dat bedrukkende gevoel van onmacht op haar hart liggen dat ze die nacht zo erg had gevoeld. Het maakte haar jumpy en ongemakkelijk, maar zij was de oudste nu. Zij zou haar familie moeten beschermen, niet? Dus dan kon ze dit ook. Eenmaal daar keek ze vijandig naar de windclanners, onbewust zoekend naar een zwart-witte vacht daar tussen. Shatteredice leek oké te zijn, hm. Rookpaw had besloten dat ze haar niet mocht, want het was een windclanner én ze papte het veels te veel aan met haar vader. Maar ze lag bij een lichaam, en daar leek de strijd om te gaan. Was dat haar en Stallionstars..? "Hey Rook, al zin om naar je vriendjes te gaan?" haar oren schoten naar achteren en ze beukte met haar schouder tegen hem aan. "Je moet je bek houden, ukkie," murmelde ze vijandig terug, meer geraakt door die opmerking dan ze zou moeten zijn. Ze zou hem eens laten zien hoe dapper ze wel niet was, en hoe erg ze Windclan wel niet haatte. "Stallionstar, jullie hebben geen recht hier te zijn," ze echode slecht de woorden van haar vader, maar ze moest en zou de wereld laten zien dat ze Rookpaw was, en dat ze nooit meer bang zou zijn.
Stallionheart
Member
Rebecca 3214 Actief TAKE THE RISK
OR
LOSE THE CHANCE
Erg lang duurde het ook niet voordat er een RiverClan patrol kwam aangerend. Hij draaide met zijn oren toen Coyotespirit hem toesiste dat het onzin was. ... zonder mij was ze nota bene dood geweest." miauwde ze en hij voelde hoe dit alleen maar meer kwaad bloed zette. Was die verrader maar dood geweest schoot het door zijn kop. Ze vroeg nog door over wat er aan de hand was maar werd al snel overstemd voor haar Leader. "Wat doet een stel hazenvreters op mijn territorium? gromde hij en hij dwong zichzelf kalm te worden, de kalmte die hij altijd probeerde uit te stralen. Er volgden nog meer katten uit de rietkragen en uiteindelijk stonden er vijf RiverClanners op de oever. De gevlekte kater verhief zijn stem om weer boven het water uit te kunnen komen. "Wij zijn hier om Gorsepaw's lichaam mee naar huis te nemen, hij is in de Gorge gesprongen omdat hij het leven niet meer zag zitten nadat zijn moeder naar RiverClan is gegaan" miauwde hij en slikte even. "Zodra we zijn lichaam hebben zullen we weer verdwijnen" beloofde hij de grijze Leader oprecht. Naast Pantherstar hoorde hij Rookpaw dapper miauwen maar aandacht schonk hij niet aan de Apprentice.
Er gebeurde zoveel. Er gebeurde te veel rondom haar heen terwijl ze gebroken met haar kind tussen haar poten lag te huilen. Ze kon geen woorden denken over Stallionstar en wat voorn Fox-hearted hij geworden was. Hij hoe die woorden in zijn mond durfde te nemen. Ze zou zijn tong er uit trekken als hij het nog eens zei zonder een waterfall tussen hen in. Ze kon het niet geloven. Ze kon het echt niet geloven. Hoe erg hij veranderd was, in wat voorn bittere kater hij veranderd was. Er waren meerdere Windclanners aangekomen en één daarvan was Wolfheart. Ze draaide haar kop om hem te zien maar zijn blik was anders dan normaal. Alsof hij haar van een afstandje wou vermoorden met zijn blik. Wat had ze toch misdaan? Waarom leek hij totaal geen medelijden te voelen? Was hij soms aan het genieten van haar pijn.. net zoals die trut? Misschien hadden ze het samen gedaan.. Misschien, misschien.. Wat als hij ook een spelletje gespeeld had. Wat als hij samen speelde met Daintywhiff? Dat zijn hulp nep geweest was, dat hij het gedaan had om haar meer en meer in de helse vuren te krijgen waar Dainty haar in trok? Haar hoofd was als een tornado die huizen afbraken en stenen inslikte en rond gooide. Ze wist niet meer wat te denken, wat te doen. Ze was niet meer helder. Haar lichaam was in shock. Happend naar adem kneep ze haar doorweekte lichaampje om haar die van haar kind. Ze zou Gorse niet laten gaan, ze zou vechten, vechten tot de dood voor haar kind. Lyngfang kwam terug. Ze hoorde pootstappen! Snel keek ze om maar zag geen bruine vacht maar een rood witte zoals de hare. ''Coyote..'' Sprak ze bijna onhoorbaar uit. De medicine cat legde haar staart over haar heen en sprak uit naar haar ex-partner maar zijn blik werd enkel woester. Gelukkig voor hij spreken kon hoorde ze achter haar een andere zware stem. Haar oren gingen even omhoog en dankbaar sloot ze haar ogen dat Pantherstar aankwam met een patrol achter zich aan. Hoe had ze ooit gedacht dat ze blij zou zijn met een Riverclan patrol? De wereld was echt omgekeerd. Meerde katten van Riverclan begonnen te spreken maar de woorden van Stallionstar bleven het zelfde. Hij vertelde iedereen die hier in de buurt stond hoe zij de reden was voor Gorsepaw's dood. Haar vacht ging weer omhoog. Haar klauwen sloegen in de grond onder haar. ''Mijn kind gaat niet mee tot ik afscheid genomen heb!'' Schreeuwde ze met overslaande schorre stem. Ze wou schreeuwen dat het zijn fout was, dat hij een betere vader had moeten zijn, een betere partner, een betere leader, maar ze zou zich nooit zo diep laten zinken als hem. Ze zou beter zijn dan hem, nooit verlagen tot zijn niveau. Ze keerde haar kop naar Pantherstar en Lynxfang. ''Mijn kind gaat niet mee, alsjeblieft.. alsjeblieft.. ik wil afscheid nemen van hem.'' Smeekte ze tegen de twee katers, enkel voor hen en omringde Riverclanners hoorbaar.
Pantherstar
StarClan
Loïs 2051 Actief 'May they sing your names with love and with fury'
Er volgde een korte reden waarom er zo'n grote groep de warrior code gebroken had, en met een strakke blik keek hij naar Stallionstar. Shatteredice reageerde heftig op zijn woorden, en kort trok hij met zijn oor. Hij kon haar heel goed begrijpen. Nog geen week geleden had hij hetzelfde gehad. Plots begon ze hem te smeken, en wat van zijn stuk gebracht knipperde hij. Hierna richtte hij zijn blik echter weer op Stallionstar. "Jullie willen rouwen om je apprentice." sprak hij toen, luid maar beheerst, over het geraas van de waterval heen. "Maar dat betekent niet dat je dan opeens magisch vrij bent om de warrior code aan je laars te gaan lappen." Met een harde blik in zijn ogen keek hij naar de Windclan leider, waarna zijn blik kort naar Rookpaw gleed. Dappere Rookpaw, die bijna vermoord was door hen. "Een gebroken regel moet gestraft worden. Jullie zullen Gorsepaw's lichaam niet terugkrijgen. Hij zal geëerd worden op de Riverclan manier." Dit is je verdiende loon, Stallionstar. Butterstar mag je misschien vergeven hebben. Maar ik niet. Ik nooit. Mag je lijden zoals ik dat gedaan heb. Huil om je kind.
De spanning die er hing was open te halen met een klauw, weer stonden de twee clans tegenover elkaar. Dood hing er al, al was het niet hierdoor veroorzaakt. De rouwende moeder was wanhopig, hij zag het aan alles. Pantherstar, hij wist het niet zeker. Woedend dat Windclan hier stond, de regels brak. Even was het stil en toen sprak ze. Smekend, stilletjes. Naar hem, naar Pantherstar. De rest van Riverclan. Een smeekbede om haar zoon hier te laten. Bij haar. Lynxfang slikte en keek naar Pantherstar. Die moest beslissen. Het duurde niet lang. Zijn woorden waren scherp en genade was er niet in te vinden. Zijn keuze was duidelijk, maar ergens dwaas. Een keuze gemaakt door woede. Omdat hij door dezelfde pijn ging? Vanwege de woede tegen Windclan? Lynxfang was het met hem eens. Hij had Shatteredice zien breken, nog verder zien breken. De pijn was duidelijk en Stallionstar leek blind te zijn. Of hij koos ervoor om blind te zijn. Maar was dit waard het gevaar van meer oorlog? Hij keek naar het lichaam. Wat was het allemaal waard? ''Je bent verblind door woede''sprak hij tegen Stallionstar, maar of hij de enige was die Lynxfang bedoelde.