Een mooie poes met speciale vlekken lag aan de rand van het hol. Haar poten had ze beschermend rond haar buik vol kittens gevoud. Een sneeuwhaas lag onaangeroerd voor haar neus; ze at er niet van. Met gespleten ogen keek ze rond in de grot. Waar iedereen bezig was met de dagelijkse bezigheden; kittens speelden met veren en mosballen, leerlingen zaten te schijnvechten, prey hunters en cave guards babbelden of aten. En binnenkort doen mijn kittens mee, spelend met een veertje,dacht de poes; kijkend naar haar opgezwollen buik.