De dag was grauw en grijs begonnen. Zelf voelde Leafface aan de wind dat het een ijzige dag kon gaan worden. De geur van sneeuw hing in de lucht. De gevlekte kater kroop door de ingang van het krijgshol en rekte zich zachtjes uit om zijn verstijfde spieren op te warmen. Ach misschien was er nog wel een muis of twee te vinden buiten, of een vogel? Maakte niet uit welke. Leaf stapte naar de ingang van het kamp en drong door de doorntunnel tot hij eenmaal buiten het kamp stond en trippelde naar waar het ravijn zijn uitstekende rotsen had en sprong van rots naar rots en schudden zich boven aan de klim muur even uit en snoof de lucht nog eens op. Ja het was koud en gelukkig waaide het minder tussen de bomen dan op open velden zoals bij de rivier en wind clan het geval zou zijn. Dankbaar daarvoor trippelde de gevlekte donderclanner tussen de kale bomen door die ratelde met hun takken. Met zijn oren gespitst op prooi en zijn mond een beetje open kon Leaf gemakkelijker de prooi ruiken. Hij was net 10 vossen lengtes van het kamp af toen hij iets hoorde scharrelen onder de bevroren bladeren onder een eik. Leaf sloop er heen en bleef luisteren tot hij op staartlengte van de prooi af was. Hij sprong en ving de muis die Leaf snel tussen zijn kaken dood beet. Mooi de eerste was binnen Snel begroef Leafface de muis onder dezelfde bevroren bladeren als waar de muis naar gevallen eikeltjes had lopen snuffelen. Zijn aandacht werd al snel getrokken door een achter geluid, maar dit was te groot voor een prooi Leaf tilde zijn kop op en luisterde aandachtig waarbij de grote kater ook de lucht in dronk. Er liep een kat tussen de bomen gelukkig eentje van de donderclan. Zins de vergadering was alles en iedereen zo gespannen als een veer! Leaf ontspande zich en liep kalmpjes in de richting van de kat en begroeten die met een vriendelijke gemiauw.
(Open)