|
| Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Tail between paws di 10 dec 2019 - 20:26 | |
| Ze had veel tijd gehad om na te denken, 's nachts terwijl de maan helden aan de hemel stond en de ademhaling van de katten om haar heen kalm was. Vele nachten werd ze wakker, nat van het zweet en de tranen, die blauwe ogen in haar geheugen gegrift. Ze was op het punt gekomen dat ze niet eens meer wist wie ze elke nacht in haar dromen van de outlook rock duwde - vader of zoon. Ze waren vermengd zoals regen met bloed mixte in de nasleep van een oorlog. Amberstorm wist niet wie haar wakker hield - Cootsnarl vanuit Starclan, of haar eigen schuldgevoel. Misschien beiden. In ieder geval leken ze beiden hetzelfde te willen - en dat was waarom ze hier stond, een week na zijn ceremonie, figuurlijk met haar staart tussen haar poten. Starclan, ze voelde zich vreselijk, hier staand als een kitten die gestraft moest worden. Alles in deze den had slechte herinneringen; de geur deed haar denken aan haar eigen vader, hoe weinig contact ze ook met hem gehad had, en aan de geforceerde therapie-sessies die uiteindelijk toch weinig geholpen hadden. En wat zou ze zelfs gaan zeggen? Ze had zo hard met zichzelf gevochten om überhaupt naar hier te komen dat ze niet eens verder gegaan was dan dit. Starclan, dit was dom, ze zou hier helemaal niet moeten zijn. Met een snel gebaar draaide de anders zo koppige kattin zich om, om te vluchten - opnieuw. Na de eerste keer was het niet meer zo moeilijk, blijkbaar. Maar ze kwam oog in oog met de blauwe ogen die haar in haar dromen achtervolgde en abrupt staakte de deputy haar bewegingen, hem enkel aanstarend met die bekende storm van emoties die in haar ogen kolkten.
+Falconpaw
|
| | | Bo~ 1222 Actief If it's me, it'll be okay
| CAT'S PROFILEAge: Thirtythree moons ღGender: Tomcat ♂Rank: Moorrunner |
| Onderwerp: Re: Tail between paws wo 11 dec 2019 - 20:31 | |
| De laatste tijd waren er zoveel dingen verandert en gebeurt. De terugkomst van de reis naar bergen, de ruzie met zijn moeder, de ceremonie waar hij medicine cat apprentice was geworden, de adoptie door Shatteredice... Het waren intense dagen geweest en hij was ergens uitgeput. Hij vond het super leuk om de taken van medicine cat apprentice op te pakken, hij had er erg veel zin in om te leren hoe hij andere katten kon helpen en helen! Dat was totaal niet het probleem, want hij vond het super gaaf om alle kruiden te leren. Dat was het probleem totaal niet. Maar het zat hem nog steeds dwars, alles wat er gebeurd was. Hij had het er nog niet expliciet over gehad met Routnose of Shatteredice, zijn nieuwe moeder, maar hij wist dat het eigenlijk wel beter zou zijn als hij dat zou gaan doen. Als hij volledig zijn hart zou gaan luchten, jankend en wel. Want daar had hij ergens zoveel behoefte aan. Hij wilde Hazelpaw niet opzadelen met de problemen van hun moeder, ze was eindelijk beter van de bergen terug gekomen dan toen ze er heen ging. En daar was hij zo, zo trots op. Als het een keer niet zo druk was, dan zou hij met ofwel Shatteredice of met Routnose erover praten. Misschien zelfs wel met Stallionstar. Hij wist het allemaal nog niet zo goed, maar belangrijk dat hij erover moest praten wist hij wel. Hij kon het niet zomaar laten gaan. Hoe zijn moeder de vorige keer voor zijn neus stond, trillend, geschokt met het idee dat ze hem wilde slaan. Was dit dezelfde moeder geweest die zijn vader naar beneden had gegooid met een duw? Hij wist niet wat de omstandigheden waren, daar had hij nog steeds niks over gehoord. Hij wist niet wat hij moest verwachten. Hadden ze ruzie gehad? Net zoals hoe hij ruzie had gehad met zijn moeder? Was hij gemeen naar haar? Hij wist niks van de details. Hij zuchtte even zachtjes, zijn oren naar achteren gedraaid. Tijdens zijn benoeming tot medicine cat apprentice was ze gewoon het kamp uit gegaan. Weg van hem. Ze kon hem niet eens feliciteren op één van zijn belangrijkste dagen uit zijn leven. Dat gaf wel weer aan dat het eens afgelopen moest zijn met het hopen. En toch, zelfs nu hij een moeder had die om hem gaf, had hij nog steeds hoop. En hij haatte het dat hij nog steeds die hoop had. Die hoop waardoor hij keer op keer weer gebroken werd. Dat zijn moeder hem iedere keer weer ongelijk bewees en toch hij weer die hoop hield. Dit keer omdat ze zei dat er geen katten waren waar ze meer om gaf in de Clan dan om hem en Hazel. Dat moest weer dat ene beetje hoop zijn waardoor zijn hart haar niet op kon geven. Zelfs als het hem zoveel pijn deed. En dat soort dingen waren te zien zodra hij alleen was, als hij zeker was dat niemand er was om hem zo down te zien. Dan zouden zijn gedachten gaan draaien en zou hij gaan denken aan zijn moeder en andere problemen die hij had. Maar ja, het grootste probleem dat hij op dit moment had was de relatie met zijn moeder. En daardoor was dat het meeste waar hij aan dacht. Hij vond het fijn dat hij grotendeels door de dag heen met katten bezig was, want dat betekende dat hij niet veel hoefde na te denken: Hij had dan afleiding. En afleiding was de beste manier voor hem om ermee te handelen. Iedere keer als hij met haar wilde praten was ze nergens te bekennen. En na de laatste keer wilde hij haar ruimte geven, maar aan de andere kant ook weer benaderen. Wat wilde ze nou? Hij snapte het allemaal niet meer. Hij naderde het kamp steeds meer, waardoor hij de bezorgdheid van zijn kop af probeerde te halen, zodat katten niet zouden vragen waar hij mee zat. Hij was gewoon druk, dat was alles. Hij moest nog wennen aan zijn nieuwe leefstijl.. dat soort dingen waren de smoesjes die hij vaak oplegde. Het was deels waar natuurlijk, maar grotendeels knaagde zijn moeder aan zijn hersenen alsof het een muis was die kaas kwam stelen. Hij moest er iets aan gaan doen, hij wilde niet dat het zijn opleiding in de weg zou gaan zitten. Verre van. Hij had een belangrijke taak op zijn schouders, eentje waar hij niet in wilde falen. Hij moest de clan en StarClan trots maken dat ze hem hadden gekozen als de nieuwe medicine cat. Hij kon het niet hebben dat ze spijt zouden krijgen van het feit dat ze hem hadden uitgekozen. Hij zou het Routnose ook niet aan kunnen doen dat hij haar niet trots zou maken. Hij kwam het kamp binnen en glimlachte naar een paar katten en knikte even naar ze ter begroeting, het was alleen maar normaal voor hem om dat te doen. Hij zou terug gaan naar de medicine cat den, kijken of er andere dingen voor hem waren om te doen. Misschien kon hij de elders wel helpen met wat lichte taakjes. Hij zou wel even met Routnose overleggen. Echter slikte hij even toen Amberstorm te zien was voor de den. Hij zou gewoon zijn taak moeten doen. Hij stopte achter haar en wilde net vragen of er iets was, toen ze zich omdraaide. En hun ogen sinds een tijdlang weer elkaar ontmoette. Hij keek haar recht in haar groene ogen met zijn blauwe ogen. Ze sprak niet, ze was compleet stil en hij keek haar even ietwat bezorgd aan. Zijn blik gleed weg van haar ogen om eerst even naar haar lichaam te kijken. Het kon prima zijn dat ze iets mankeerde en dan waren hun problemen niet belangrijk, dan moest hij eerst zijn taak uitvoeren. En dat was de medicine cat apprentice van WindClan zijn. Toen hij niks echt vond gleden zijn blauwe ogen weer terug naar de deputy van WindClan. "Amberstorm," begroette hij haar rustig, want het kon natuurlijk ook zijn dat ze hier voor iets anders was gekomen. Dat ze tips wilde of.. hij wist het niet. Ze was hier in ieder geval niet voor hem, daar was hij wel overtuigd van. "Kan ik iets voor je doen?" vervolgde hij rustig, terwijl hij even naar de den achter haar keek en daar rustig met zijn staart naar wees. Want dan zou hij beter daar binnen kunnen helpen. Niet dat hij veel kon, maar hij kon altijd aan Routnose vragen om te helpen, niet? Dan kon Routnose hem bijstaan en hem dingen leren. Daar zou de deputy van de Clan toch niet op tegen zijn? |
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Tail between paws wo 11 dec 2019 - 21:09 | |
| Starclan, wanneer was hij zo volwassen geworden? Het was net alsof zij de puber was en hij de volwassene, en misschien was dat ergens ook zo. Ze had hem gedwongen snel ouder te worden, zoals ze zelf ook gedwongen geweest was - al had haar koppigheid haar in die rebellerende fase gehouden voor veel langer dan goed voor haar was. Rebelsheid was tenminste makkelijker dan verantwoordelijkheid, al moest ze nu wel verantwoordelijk zijn. Ze was starclanverdomme deputy van windclan, en hij slechts de medicine cat apprentice - hoewel dat natuurlijk ook genoeg verantwoordelijkheid met zich meebracht. Het deed pijn toen hij haar aansprak met haar naam, een pijn die in haar ogen flitste maar die ze daarna snel weer naar binnen duwde. Altijd maar opkroppen, dat was haar levensmotto, dat was de manier dat ze al zo lang overleefd had - en dat ze zijn vaders bloed aan haar poten had kleven. Was ze hier niet naartoe gekomen om net het omgekeerde te doen? Om te proberen lijmen, hoe hopeloos het ook was? Starclan, ze was een melodramatische kleuter, naïef zoals ze geweest was als jonge kitten. Toen had ze ook gedacht dat haar moeder terug zou komen en dat alles goed zou komen. Die wensen waren nooit uitgekomen; ze hadden haar gesloopt, tot ze beseft had dat het beter was om ze te vergeten. "Ik.. Ehm..", mompelde ze, haar blik wegscheurend van zijn blauwe ogen en in plaats daarvan over zijn schouder naar het camp kijkend. Ze rechtte haar rug onbewust, alsof ze zichzelf wou voorbereiden op wat ze zou zeggen of alsof ze zich sterker probeerde doen lijken dan ze was. Dat deed ze vaak - haar schouders naar voren, haar staart naar omhoog, blik strak naar voren gericht. Zo kwam ze over als een fort, een steen die niet gebroken kon worden. Maar weinigen wisten dat er allang een grote barst zat, een barst die met elke dag net dat beetje meer open leek te splijten. "Gefeliciteerd. Dat had ik eerder moeten zeggen", mauwde ze eerst, uiteindelijk, hem niet aankijkend - want ze wist dat ze dan niet meer verder zou kunnen spreken, en ze wou dit gezegd hebben. De woorden waren echter moeilijk door haar strot naar buiten te forceren; ze voelde zich alsof ze op steentjes knabbelde. Amberstorm was het niet gewend om haar ongelijk toe te geven, om zich kwetsbaar op te stellen. Ze vond het vreselijk en het deed haar denken aan waarom ze het nooit deed. Desondanks was de laatste tijd een ware marteling geweest - erger dan ze zich ingebeeld had. En terwijl ze Falconpaw en Cootsnarl nacht na nacht van de outlook rock zag tuimelen, realiseerde ze zich dat Cootsnarl's dood niet haar enige spijt was. Nee, ze had spijt van alles dat ze niet gezegd of gedaan had. Hij was gestorven met haar boze gezicht op zijn netvlies gebrand, daar was ze van overtuigd. Hij had nooit geweten hoe hij de enige was die door haar muren gebroken was, hij had nooit geweten dat ze het eigenlijk wel fijn vond om tijd met hem te besteden. Het waren gevoelens en herinneringen die ze liever onderdrukten, omdat ze merkte dat die meer pijn deden dan de pure woede die ze jegens zichzelf koesterde. Woede was simpel, met woede wist ze wat te doen. Maar woede was niet langer genoeg. Ze had altijd gehunkerd naar connectie, naar liefde, naar een gelukkig leven - zoals elke andere kat. Ook al leek het niet iets waar ze belang aan hechtte. In haar hart zat nog een naïeve, dromerige, romantische kitten; de kitten die gedacht had dat ze later een knappe kater zou vinden, deputy zou worden en dan een lief nestje schattige kittens zou krijgen. En nu was ze hier, en alles wat ze gecreëerd had was pijn. Ze was een orkaan die een pad van destructie achterliet. Ze wou niet langer die orkaan zijn. Geen seconde langer meer. "Luister, Falconpaw.. Ik.." Amberstorm haalde diep adem en keek hem weer aan. Het was misschien makkelijker dat hij zo volwassen was; het was misschien makkelijker dat hij dezelfde pijn in zijn ogen had. Pijn waarvan zij de oorzaak was, natuurlijk; op dit moment was ze er niet van overtuigd dat er nog een andere soort pijn bestond ook. Maar misschien zou hij het kunnen begrijpen, misschien zou hij het snappen. Niet dat iemand dat ooit deed, niet dat iemand zich ooit in haar schoenen kon plaatsen. Nee, zij was altijd de slechterik, nooit het slachtoffer - inclusief voor zichzelf. Dus waarom zou ze dan verwachten dat iemand anders haar snapte, als ze niet eens zichzelf snapte? En toch moest ze het proberen. Eén keer maar, één gesprek, hoeveel kwaad kon het? Hoe zou het de situatie nog erger kunnen maken? "Dit is moeilijker dan ik dacht...", mompelde ze echter in zichzelf, haar kaken op elkaar geklemd. Starclan, wanneer was ze zo zwak geworden? Vroeger was ze zo'n sterke kattin, die door niets geraakt kon worden. Het kwam niet in haar op dat er een verschil was tussen ondoordringbaar en sterk - en terwijl ze vroeger ondoordringbaar was geweest, kon ze nu misschien sterk worden. Misschien moest ze het eerst over een andere boeg gooien, in plaats van meteen met de deur in huis te willen vallen - al deed ze dat noch zo graag. De korte pijn, want het was al zo lang uitgerokken en uiteindelijk moest het toch gezegd, dus waarom het onvermijdbare uitstellen? Maar ze kon de juiste woorden niet vinden, het leek alsof ze bleven steken in haar keel, alsof er een fysieke blokkade zat tussen haar hart en haar mond. Was dat niet de kern van al haar problemen, die blokkade, die muur die ze voor zichzelf opgebouwd had? En was dat tegelijkertijd niet de oplossing die ze voor zichzelf gevonden had, uit noodzaak? Om zichzelf te redden, om te overleven? "Mijn vader was ook medicine cat.", vervolgde ze echter, en hoewel haar toon op het eerste zicht eerder kalm was, raasde er een woeste storm onder de oppervlakte. Ze wist niet in hoeverre Falconpaw dit verhaal kende - ze was er niet bijzonder open over, al was ze over niets bijzonder open. Maar het was wel het begin van het einde, de eerste breuk in haar onschuldige kittenhartje. Een medicine cat als vader. Taboe, door starclan verboden, en toch werkelijkheid.
|
| | | Bo~ 1222 Actief If it's me, it'll be okay
| CAT'S PROFILEAge: Thirtythree moons ღGender: Tomcat ♂Rank: Moorrunner |
| Onderwerp: Re: Tail between paws wo 11 dec 2019 - 22:01 | |
| Hij had het niet zien aankomen dat zijn moeder, zijn echte moeder, voor de medicine cat den zou staan. Na hun laatste ruzie had hij dat totaal niet meer verwacht, hij had eerder verwacht dat ze verder zou gaan met negeren, verder zou gaan met haar leven en het hele gesprek zou vergeten. Hij wist dat dit niet goed was voor hem. Want dat sprankje hoop dat hij steeds hield wakkerde weer aan. Hij haatte dat, dat steeds als hij dacht dat alle hoop verloren was, ze het weer kwam aanwakkeren. Dat ze hem er weer in liet geloven dat dit allemaal gefixed kon worden en dat hij een echte moeder zou krijgen uit haar. Toen hij haar aan sprak met haar naam zag hij de pijn kort door haar ogen gaan. Hij had er al in tijden geen mama meer genoemd. Niet meer voor haar, tenminste. In zijn gedachte of de laatste keer toen hij snikkend achter was gebleven had hij haar wel mama genoemd. In zijn gedachten was het nog een automatisme dat hij haar mama noemde. Dat ging er niet zomaar uit. Hij vroeg haar ook meteen of hij iets voor haar kon betekenen, zoals een medicine cat apprentice ook om zou gaan met de deputy. Hun relaties moesten niet in de weg komen van hun taken. Daar was hij overtuigd van. En natuurlijk voelde hij nog steeds liefde voor haar. dat zou nooit veranderen. Hij zou haar nooit kunnen laten stikken, hij zou haar altijd behandelen. "Ik.. Ehm.." klonk er van haar af, mompelend, terwijl ze haar groene ogen op iets anders fixeerde dan zijn blauwe ogen. Alsof ze het niet aan kon om naar zijn ogen te kijken. Wat wilde ze nou precies? Het ene moment was ze woest, het andere moment durfde ze hem amper in zijn ogen aan te kijken. Was ze bang om de waarheid te zien? Om zichzelf terug te zien in zijn ogen en te zien hoe fout ze wel niet had gezeten? Toen ze haar rug rechtte wist hij al wel weer hoe ver het was. Hij wilde hier geen grote ruzie neer zetten, dat hoefde de andere katten niet te zien, hoe hij problemen had met zijn familie. Het was al aardig duidelijk, dat daar buiten, maar de ruzies hoefden ze allemaal niet bij te wonen. Deels omdat hij zichzelf ook niet fijn vond tijdens de ruzies. Hij probeerde nooit de controle te verliezen, maar dat was tot nu toe iedere keer weer mislukt. En daar baalde hij van. Heel erg. "Gefeliciteerd. Dat had ik eerder moeten zeggen" klonk er, zonder dat ze hem ook maar aan keek. Toen hij haar feliciteerde keek hij tenminste nog naar haar. Ze kon dat niet eens opbrengen. Was ze zo teleurgesteld in hem? Had ze liever een grote sterke warrior gehad in plaats van een medicine cat apprentice? Want dan had ze pech gehad. Hij zou geen warrior worden. Hij wist dat zijn moeder dat altijd wilde, dat hij groot en sterk zou worden. Het zal alleen maar al in zijn naam. Hij had haar ook niet direct gefeliciteerd met haar rang, maar dat was omdat er een hele andere situatie was. Hun deputy was overleden en hij was bezig met het troosten van Otterpaw. Dan ga je niet zomaar weg om even de nieuwe deputy te feliciteren. Maar zij? Zij had er gestaan. En was het kamp uit gelopen zonder maar een woord uit te brengen. Misschien wist ze niet, dat hij gezien had vanuit zijn ooghoeken dat ze het kamp snel verliet, maar hij had het gezien. En ondanks alle ruzies vond hij het verschrikkelijk. Een simpele gefeliciteerd kon er niet van af. Nu, ja, een week later. Hij wilde zeggen dat ze het inderdaad eerder had moeten zeggen, haar vragen waarom het zo lang had geduurd, vragen waarom ze constant conclusies trok. Maar dat kon hij niet uitbrengen. In plaats daarvan voelde hij zijn bekje droog worden en er een simpele "Dankjewel." zijn bek verliet. Hij had ergens nooit verwacht dat de poes hem uiteindelijk ooit nog zou gaan feliciteren. Hij had het zo goed als opgegeven, maar toch stond ze hier voor hem om die woorden uit te brengen bij hem. Was dat de enige reden waarom ze hier naar toe was gekomen? Om hem te feliciteren met zijn nieuwe rang? Omdat dat zeker iets was wat een deputy hoorde te doen en niet omdat het om hém ging. Ze had natuurlijk nu iets om hoog te houden, ze kon namelijk leader worden later van WindClan. Dan kon ze ook niet zo reageren op de nieuwe medicine cat apprentice. "Luister, Falconpaw.. Ik.." klonk er waarna ze diep adem haalde. De groene ogen vonden eindelijk de zijne weer. Waarom moest hij de volwassene van de twee zijn? Hij was bijna 9 manen, nog een tijdje verwijderd van een volwassen leeftijd, maar de taak van volwassene had hij al vroeg in zijn leven opgepakt door de acties van zijn moeder. Hij keek haar dan ook geduldig aan, net alsof hij de vader was van Amber en afwachtte wat zijn dochter hem op te biechten had. Maar dat was niet zo, Amberstorm was zijn moeder en hij was haar zoon. Ze leken zoveel meer op elkaar dan dat ze ooit zouden willen toegeven. Ze deelden veel dezelfde dingen, van hun koppigheid, tot hun pijn. Maar hij wilde nooit worden zoals zijn moeder nu was. Afstandelijk van haar kittens, omdat dat 'beter' was. Niet dat hij kittens mocht, dat wist hij ook wel, maar hij wilde niet afstandelijk doen van iemand omdat diegene ervan overtuigd was dat dat beter was. Dat was aan andere katten om te oordelen, niet jezelf. Hij was daar zo fel op tegen. "Dit is moeilijker dan ik dacht..." kon hij heel zachtjes opvangen van de poes, waardoor hij even zijn kopje ietwat schuin hield, maar nog steeds geduldig naar haar keek. Hij knipperde even en ging rustig zitten, waarna hij zijn staart om zich heen sloeg. "Neem de tijd," sprak hij rustig tegen haar. Niks overhaasten, dat hadden ze al genoeg gedaan. Overhaaste beslissingen gemaakt in de ruzies, dat was al vaak zat gebeurd. Ze waren allebei wijs genoeg om dat te weten, dus hij wilde ook dat ze wist dat ze de tijd had. Hij moest geduldig zijn, hij moest haar niet op dit moment pushen, anders zou het weer de andere kant op vallen. "Mijn vader was ook medicine cat." klonk er na een tijdje, waarop Falcon even rustig knipperde. Hij had daar niet alles van meegekregen, maar een deel kende hij wel. Hij knikte even rustig, waarna hij om zich heen keek en rustig weer op stond. Ze zaten hier zo in het open. "Kom mee naar binnen," sprak hij rustig terwijl hij haar mee wenkte en rustig de den in liep. Hij vond het beter om in de den te zijn. Ze bespraken persoonlijke dingen, dingen die niet de hele clan hoefde te horen. Hij had er geen problemen mee als Routnose het hoorde, dat niet. Hij vertrouwde haar. "Sparrowfeather, opa, bedoel je dan toch?" vroeg hij rustig aan haar terwijl hij met zijn blauwe ogen naar haar keek. Hij was trots op haar dat ze erover wilde praten, want zo'n grote stap had ze nog nooit gezet naar hem toe. Dit was een doorbraak van jewelste. Hij wilde haar niet teveel pushen, natuurlijk. Hij wilde niet terug vallen. "Ben je bang dat ik hetzelfde ga doen?" vroeg hij even terwijl hij naar haar keek met een mix van gevoelens. Kende ze hem niet goed genoeg om te weten dat hij loyaal was? Als dit betekende loyaliteit te zweren aan StarClan dan zou hij dat doen. Als hij verliefd zou worden zou dat betekenen er niks mee doen of uiteindelijk afstappen voordat hij kittens zou nemen. Simpel als dat. |
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Tail between paws za 14 dec 2019 - 13:36 | |
| Het irriteerde haar mateloos dat hij zo kalm en volwassen was. Ze voelde zich beschaamd en even wenste ze dat ze zich gewoon in een klein bolletje kon oprollen en de wereld niet meer onder ogen moest komen. Ze haatte dit gevoel, alsof ze een kleine kitten was die op het punt stond op haar kop te krijgen van haar vader. Zij was hier de volwassene, zij was zijn moeder - niet andersom. Maar waarom voelde het dan niet zo? Ze volgde hem de den naar binnen toen hij haar rustig meewenkte, voor een keer rustig en bijna sprakeloos. De woorden leken vast te zitten in haar keel. Amberstorm voelde zich uit haar element. Ze wist ineens heel goed waarom ze het verkoos om boos te zijn, om te vechten en te roepen. Dat was simpel, dat kende ze. Dat was geen risico. Maar dit, dit was het grootste risico dat ze in haar hele leven al genomen had; en ze kon niet eens tegen zichzelf formuleren waarom ze dat deed, laat staan dat iemand anders het zou snappen. Ze was een wandelende tegenstelling, dat besefte ze heel goed, maar wat kon je ertegen doen? Amberstorm knikte toen hij vroeg of ze het over Sparrowfeather had. Ja, dat was haar vader. Ze had hem nooit heel goed gekend; had dat ook niet echt gewild na de drama die zijn toegeving veroorzaakt had. Toen vroeg Falconpaw of ze bang was dat hij hetzelfde zou doen. Dat was een moeilijke vraag. Aan de ene kant moest ze toegeven dat dat inderdaad haar eerste gedacht was geweest, toen zijn naam genoemd werd door Routnose. De geschiedenis herhaalde zichzelf altijd, nietwaar? Aan de andere kant kon ze zich niet inbeelden dat de koppige doch warmhartige kater die voor haar zat ooit Starclan en zijn clan op zo'n manier zou verraden. Maar toch; ze durfde te wedden dat de katten die Sparrowfeather in zijn jeugd gekend hadden dat ook nooit verwacht hadden. Dus was ze bang dat hij hetzelfde zou doen? "Ja.", mauwde ze, haar stem onkarakteristiek zacht, al hield ze nu wel degelijk zijn grote blauwe ogen vast met haar blik. Maar ze stopte niet met enkel een ja; ze was nooit een kattin van veel woorden geweest, maar ze wou dat hij snapte waarom ze dat antwoordde, dat hij haar snapte - al zou dat waarschijnlijk tevergeefs zijn. Ze snapte zichzelf niet eens, hoe kon ze dan verwachten dat iemand anders haar snapte? "Ik weet niet.. Of dat een realistische angst is.", vervolgde ze voorzichtig, alsof ze met elk woord een mogelijke landmijn kon tegenkomen die vervolgens in haar gezicht op zou blazen. "Maar.. Sparrowfeather was een goede en loyale medicine cat.. Tot hij dat plots niet meer was. De ervaring leert me dat iets dat nu goed is, niet per se volgende maan nog altijd goed is." Was dat logisch? Ze wist het niet, ze kon door de bomen het bos niet meer zien. Ze moest vechten voor elke zin die haar mond verliet, wetend dat het waarschijnlijk toch niets uit zou maken, dat ze - zoals altijd - het waarschijnlijk toch volledig verpest had. Hij was dan misschien niet dood, zoals zijn vader, maar misschien was dat zelfs een betere optie geweest. Dan had hij niet elke dag in pijn moeten leven, de pijn die zij veroorzaakt had - ook al probeerde ze nog zo hard om hem juist géén pijn te veroorzaken. Alles wat ze probeerde werkte tegen haar; ze kon niets juist doen. Waarom Stallionstar haar als deputy gekozen had werd met de dag een groter vraagteken - maar dat veroorzaakte natuurlijk weer een nieuwe tegenstelling. Want hoe groter dat vraagteken werd, hoe meer ze haar best deed om de clan niet teleur te stellen, om van Windclan een sterke clan te maken. Hoe groter dat vraagteken, hoe dieper de wallen onder haar ogen. Het was niet gezond, maar Amberstorm was al lang niet meer gezond, kende het gevoel niet eens meer. In ieder geval was dit een controleerbare vorm, niet zoals de hele situatie met haar kittens. Daar voelde ze zich juist als een monster dat van zijn donderpad afgeraakt was en in het wilde weg alles omver knalde in een poging weer het donderpad te vinden. Uiteindelijk zou ze tot stilstand komen, ontploffen of juist stilletjes haar laatste adem uitblazen. En toch kon ze niet anders dan blijven proberen, blijven werken om de pijn die ze hen gaf weg te halen - ook al was elke poging een mislukking. Ze zou Amberstorm niet zijn als ze op zou geven, al wist ze niet goed wie ze nu was. Ze voelde zich niet als Amberstorm, zittend voor haar zoon in zijn den, haar staart figuurlijk tussen haar poten terwijl ze vocht om de juiste woorden door haar lippen te doen glijden. Ze voelde zich nog meer als Amberkit, al zat die ver verscholen in een uithoek van haar in stukken gebroken hart. Ooit was Amberkit vrolijk geweest, een ontdekker, een sociale romantische geest. De harde schil die ze voor zichzelf opgezet had verzekerde dat niemand die zwakke kitten ooit nog zou zien. Ze was sterker dan dat, volwassener dan dat, slimmer dan dat. Maar toch slaagde Falconpaw erin om laagje bij laagje die schil weg te pellen, ook al deed dat nog zo'n zeer, ook al deed ze nog zo haar best om het niet te tonen.
|
| | | Bo~ 1222 Actief If it's me, it'll be okay
| CAT'S PROFILEAge: Thirtythree moons ღGender: Tomcat ♂Rank: Moorrunner |
| Onderwerp: Re: Tail between paws wo 18 dec 2019 - 23:24 | |
| Misschien was het door zijn vroege volwassenheid dat StarClan hem had opgemerkt. Of door het feit ddat hij zo hopeloos was als het om vertrouwen ging van katten. Hij vertrouwde zijn familie, tot het punt dat hij er in bleef geloven zelfs als het hem zelf pijn deed. Het was een verschrikkelijke eigenschap ergens, maar aan de andere kant was het natuurlijk ook een goed ding om over te hebben. Hij was over het algemeen vaak kalm en redelijk volwassen. Het lag er vooral aan met wie hij een gesprek aan het voeren was. Als hij met bijvoorbeeld Gorsepaw bezig was dan was hij veel minder volwassen, dan voelde hij zich meer een kitten of een jonge apprentice die aan het spelen was met zijn vriend. Dan was hij weer zij jonge zelf die hij niet altijd had kunnen zijn. Hij gaf veel op om zo te zijn en dat wist hij ook wel. Maar iemand moest de rol op zich nemen als zijn moeder dat niet deed. Iemand moest er zijn voor zijn zusje als zij het niet deed. Hij had de rol van ouder op zich genomen, want een vader hadden ze nooit gehad en Amberstorm... was Amberstorm. Hij wilde hun gesprek niet buiten doen. Niet iedereen hoefde dit te zien, sommigen konden het zien als een interactie tussen de medicine cat apprentice en de deputy, maar anderen wisten ook dat er veel problemen waren tussen moeder en zoon. En hij besprak dat liever in privé. Als ze er echt een probleem mee had met de privacy die ze hier hadden konden ze altijd nog ergens anders heen, maar als het aan hem lag mocht Routnose alles horen. Want hij vertrouwde Routnose, met heel zijn hart. Ze waren een team, zij en hem. Samen zouden ze de clan behandelen en gezond houden, zelfs als het moeilijk bleek te zijn. Ze zouden altijd elkaar hebben, als ze andere katten niet lief mochten hebben op een partner manier, dan hadden ze tenminste elkaar nog. Zijn opa, Sparrowfeather, was wel de fout in gegaan. Had kittens gekregen met zijn oma Brindleleaf terwijl hij nog een medicine cat was. Medicine cats zweren het af om al hun tijd te spenderen aan de Clan en StarClan. Sparrowfeather dacht daar anders over. Hij snapte in dat opzicht wel de woede die Amberstorm daarover voelde, zij was immers de kitten die eruit was gekomen. Maar dacht ze echt dat hij hetzelfde zou doen? Dat omdat hij het bloed van zijn opa had hij ook de mist in zou gaan? Routnose was niet de mist in gegaan, Lizardpath ook niet. Dus waarom zou hij dat wel doen? "Ja." sprak ze, zacht. Iets wat hij haar misschien nog nooit had horen doen, zo zacht spreken. Maar in plaats van dit keer zijn ogen te ontwijken, keek ze hem recht aan in zijn blauwe ogen. Hij kon daardoor zien dat het echt de waarheid was die ze sprak, ze was er echt bang voor dat hij zijn rang, zijn Clan, zou verraden door een partner te krijgen, door kittens te krijgen. "Ik weet niet.. Of dat een realistische angst is." vervolgde ze voorzichtig tegen hem, waardoor hij even slikte. Hij was het niet van plan natuurlijk, maar hij was wel eerlijk. Hij zou nooit liegen voor de clan, dat kon hij niet. Niet over zoiets groots tenminste. "Maar.. Sparrowfeather was een goede en loyale medicine cat.. Tot hij dat plots niet meer was. De ervaring leert me dat iets dat nu goed is, niet per se volgende maan nog altijd goed is." sprak ze, waarop hij even zachtjes zuchtte en zijn oren iets naar achteren vouwde. Hij werd dus meteen afgerekend op de fout van zijn opa, zelfs als hij nog niet eens iets had gedaan. Hij kende opa niet zó goed dat hij wist wat voor kat het was, maar hij wist wel dat hij niet zo'n medicine cat wilde worden. "Heb ik ooit gelogen?" sprak hij terwijl hij zijn moeder recht aan keek in haar ogen. Over zulke dingen zou hij nooit kunnen liegen, daar was zijn hart te warm voor. Daarvoor gaf hij teveel om zijn clangenoten. "Ik zou nooit iets kunnen doen waardoor WindClan in nadeel komt bij StarClan, nooit." sprak hij eerlijk tegen haar. Zolang hij er maar een gegronde reden voor had, dezelfde reden waarom hij nog steeds wilde leren vechten. Het kon altijd een keer van pas komen, vooral als hij andere katten moest verdedigen. Hij had Lizardpath gezien, mee getraind, ze kon veel minder dan wat hij nu al kon. Hij wilde dat niet zijn later. "En Sparrowfeather zou misschien precies hetzelfde hebben gezegd, maar dan meende hij het niet! Want dan vertelde hij het veel te laat!" sprak hij meteen tegen haar. Als hij ook maar zou merken dat hij partners met iemand wilde worden, zou hij van zijn rang afstappen. Dan was hij namelijk niet meer geschikt voor StarClan om medicine cat te zijn. Hij wist wat hij moest opgeven, om dit te doen. En hij wilde dat doen, hij wilde dat doen met heel zijn hart als dat betekende dat hij de clan kon helpen, verder kon helpen. "Lizardpath is niet de fout in gegaan, Routnose ook niet. Dus ik ga ook niet de fout in. Ik heb een goede mentor die me het goede pad op leid." sprak hij vervolgens. Als je een mentor had die zelf de regels aan z'n laars lapte dan kon hij nog wel de verkeerde ideeën begrijpen, maar hij had goede katten om zich heen. Katten die hem zouden helpen om op het goede been te blijven. Hij zou dat niet zomaar opgeven, dat kon hij ook gewoon niet opgeven. Hij zou daarvoor teveel katten teleurstellen. "Ik weet dat liefde soms lastig kan zijn, daar heb ik zat over gehoord. Maar als het echt zo ver zou komen dat ik partners met iemand zou willen worden dan zou ik dat vertellen, voordat er kittens komen. Zodat ik op z'n minst een goede appprentice kan voorbereiden en WindClan niet een nadeel kan geven." sprak hij bloedeerlijk tegen zijn moeder. En voor wie er dan ook aan het luisteren was. Hij wist dat het maar beloftes waren, maar hij was nog nooit niet een belofte nagekomen. En daar ging hij ook niet voor zorgen ook. |
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Tail between paws vr 20 dec 2019 - 16:41 | |
| Misschien was het niet eerlijk om hem in feite een beetje af te rekenen op de fouten die haar eigen vader gemaakt had - maar het was natuurlijk om de toekomst te proberen voorspellen op basis van het verleden, nietwaar? Was dat niet simpel overlevingsinstinct, op dezelfde manier dat een prooidier zich niet twee keer op dezelfde manier bijna zou laten pakken? Falconpaw vroeg haar of hij ooit gelogen had. Amberstorm bleef hem aankijken, recht in die blauwe ogen van hem - zo onschuldig, en toch zo gevuld met pijn die zij hem aangedaan had. Misschien zou ze het al gewend moeten zijn, maar elke keer voelde ze een steek in haar hart bij het zien van de gevolgen van haar acties. Het maakte niet uit wat ze probeerde, want het zou toch steeds hetzelfde gevolg hebben - pijn. Pijn, pijn, alleen maar pijn, bestond er nog iets anders in het leven? Alle andere emoties waren zo veel tijdelijker, slechts een korte pauze tussen de chronische pijn van het leven. Ze vroeg zich af of Starclankatten zich lichter voelden, of ze soms het leven misten of juist ontzettend blij waren dat ze ervanaf waren. Haar zoon - starclan, het bleef raar voelen om hem haar zoon te noemen, al was het maar omdat hij zo veel beter was dan haar en het bijna voelde alsof ze hem besmette door hem zo met haar te verbinden, ook al liep hetzelfde bloed door hun aderen - ging verder met zeggen dat hij nooit iets zou kunnen doen waardoor Windclan in het nadeel zou komen bij Starclan; en ook al had Sparrowfeather misschien hetzelfde gezegd, dat hij dat dan niet had gemeend. En, heus, hoe kon hij dat nu weten? Had hij gesproken met de Starclankatten die hun oud-medicine cat zo bruut verraden had omwille van tijdelijke liefde? Of kon hij nu ook al in het verleden kijken, naar een tijd ver voor zijn geboorte, voor haar eigen geboorte zelfs - toen hij nog niet eens een fluistering in de wind was en er over haar misschien enkel maar gedroomd werd? Ergens wou ze op dit moment graag dat ze haar vader beter kende, dat ze wist wat er in hem omgegaan was - misschien kon ze het dan uitleggen aan Falconpaw, misschien konden ze dan de oorzaak van het probleem aan de wortel aanpakken in plaats van om te gaan met de gevolgen. Als zij leider was, en hij medicine cat, en hij verried Starclan - dan zou ze hem verbannen. Zonder twijfelen. De clan uit, het schaamrood op zijn wangen, terwijl de clan hem najoelde. Haar sadistisch kantje genoot van de gedachte dat dat met haar vader had moeten gebeuren. Natuurlijk wist ze ook wel dat dat niets zou oplossen, dat het kwaad dan al geschied was, maar dan nog.. Het zou zo goed voelen om iets terug te kunnen doen, om niet hulpeloos te zijn. Was dat dan zo slecht van haar? Vervolgens mauwde hij dat noch Lizardpath, noch Routnose de fout ingegaan waren. Nog niet, in ieder geval; hoewel ze moest toegeven dat ze Routnose misschien meer vertrouwde dan haar eigen zoon, hoe erg dat ook klonk. Maar Routnose had een heel groot voordeel dat Falconpaw nooit zou hebben - ze had geen enkel deel van Amberstorm in haar. Nee, de medicine cat was compleet het tegenovergestelde op elke manier die ertoe deed. Maar de jonge kater was nog niet klaar - hij ging verder over liefde, alsof hij wist waar hij het over had. Alsof hij niet nog groen was achter zijn oren. "Je kan zo veel zeggen, het zijn daden die ertoe doen..", antwoordde ze, licht beledigd dat hij er zo licht overging, alsof hij alle antwoorden had, alsof hij wist wat het beste was en al de rest was dom. Ze besefte ergens wel dat haar woorden hypocriet waren, dat ze zelf ook niet altijd deed wat ze zei. Maar ze had genoeg van dit onderwerp, dit was niet waarom ze met haar staart tussen haar poten naar deze den toegekomen was, dit was niet wat opgelost moest worden. Haar daddy issues waren voor een andere therapiesessie, liefst zonder hem erbij. "Het leven is.. Moeilijker dan het lijkt. Neem dat maar van mij aan.", vervolgde ze na een korte stilte, haar stem aarzelend alsof ze naar haar woorden moest zoeken - want dat was ook effectief zo. Ze had niet veel ervaring met zichzelf uitdrukken, laat staan op het vlak van emoties; Amberstorm was altijd, of toch al sinds zo lang ze zich kon herinneren, een zeer gesloten kattin geweest - iemand van weinig woorden tot er onvermijdelijk een uitbarsting volgde. Maar ze wou het niet meer tot een uitbarsting laten komen. Ze wou de breuken oplappen voor ze volledig uit elkaar barstte, ze wou deze vicieuze cirkel doorbreken. Maar het leek dat hoe harder ze vocht om beter te worden, om te veranderen, hoe meer ze hetzelfde bleef, hoe meer alsof bleef zoals het was of zelfs erger werd. "Maar ik wil proberen, Falcon, echt waar, ik.." Tsja, hoe kon ze de storm in haar hart en haar hoofd uitleggen? Hoe kon ze duidelijk maken wat er in haar omging, wat ze dacht en voelde en wou? De helft van de tijd snapte ze zichzelf niet eens, laat staan dat ze kon verwachten dat hij of wie dan ook dat deed. Het was waar dat het veel simpeler zou zijn als ze elkaar met rust lieten, alsof ze helemaal geen familie van elkaar waren, maar zijn boze woorden van de vorige keer kon ze maar niet vergeten.. Dat ze net zo was als haar moeder. Haatte ze haar moeder niet om wat ze haar aangedaan had, omdat ze hen verlaten had toen ze nog zo jong was? Alsof ze niet goed genoeg was? Ze wou niet zo iemand zijn. Ze wou niet gehaat worden, ze wou niet gevreesd worden. Ze wou ook alleen maar dat iemand haar kon zeggen "ik hou van je" en het kon menen, zonder dat ze meteen bang werd en haar muur weer zou optrekken, haar woede weer als schild zou nemen. Dan zouden er opnieuw doden vallen, en dat wou ze koste wat het kost vermijden. Het was tijd om te veranderen, nietwaar? Voor ze alles wat goed was voor goed verpest had.
|
| | | Bo~ 1222 Actief If it's me, it'll be okay
| CAT'S PROFILEAge: Thirtythree moons ღGender: Tomcat ♂Rank: Moorrunner |
| Onderwerp: Re: Tail between paws vr 27 dec 2019 - 23:05 | |
| Hij wist niet waarom zijn moeder hem meteen moest afrekenen op de fouten van zijn opa. Het was niet dat hij de kater echt goed kende en dat dit soort dingen in je bloed bepaalt zat. Dit was hoe je opgevoed was en hoe het karakter van een kat was. En het was zowat beledigend dat zijn eigen moeder dacht dat hij net zoals zijn opa ging worden. Niet dat het heel erg erg was wat zijn opa had gedaan. Hij was te laat afgestapt, te laat verteld hoe de waarheid zat, dat wel. Maar het was niet de ergste overtreding die iemand kon maken. Zijn opa was ook maar een persoon, ook een kat met gevoelens en banden met een kat. In dit geval dan zijn oma Brindleleaf. Maar dat betekende niet dat hij meteen hetzelfde zou doen, zou dit dan niet juist iets moeten zijn om van te leren? Iets waar hij rekening mee kon houden en het beter kon gaan doen dan zijn opa? Zijn moeder pakte alles zo negatief op en oma zei dat hij haar ook eens een knuffel moest geven maar meestal zag haar moeder er uit alsof ze hem weg zou slaan als hij het ook maar probeerde. Maar nu? Dit was vooruitgang. Dit was iets wat er tot nu toe nog nooit was gebeurd, zijn moeder die zich wat meer gevoeliger en open opstelde. Die niet boos keek, die gevoelens liet doorkomen door haar ogen. En dat was iets wat hij nooit had gedacht te bereiken. Ze moest inmiddels ook wel weten dat Shatteredice hem had geadopteerd zo ongeveer, hij had geen idee hoe ze zich daarover voelde. Maar hij was blij dat hij op dit moment familie had die hem liefde gaf, liefde die hij gemist had in zijn jeugd en liefde die hij nog steeds af en toe miste. Het was nog steeds niet helemaal wat hij gehoopt had dat het zou worden, maar dat kwam ook omdat zijn hart nog steeds niet compleet had opgegeven op zijn moeder. Zijn echte moeder. En dat was iets wat hij misschien nooit zou gaan verliezen. Maar Routnose en Lizardpath waren nooit de fout in gegaan, je leerde van anderen dus waarom zou hij dan wel de fout in gaan? Hij snapte niet dat zijn moeder ook maar dacht dat hij zoiets zou gaan doen. Hij was oprecht beledigd. Nooit had hij ook maar iets in die trant laten zien. Nooit had hij iets verkeerds gedaan volgens de warrior code, oke niet waar hij was een paar keer de grenzen over gestoken, maar hij had niemand pijn gedaan en hij had alleen maar goede bedoelingen. "Je kan zo veel zeggen, het zijn daden die ertoe doen.." klonk er van zijn moeder af, waardoor zijn bekje zowat open viel. Meende ze dit? Dus ze zat gewoon te wachten tot hij de fout in zou gaan om dan alleen maar in zijn gezicht te gooien 'ik zei het toch'? Wat een onzin was dat nou weer? Had ze dan totaal geen vertrouwen in hem? Hij voelde zijn hart weer een beetje breken, hij wilde niets liever dan dat zijn eigen moeder hem zou vertellen dat ze vertrouwen in hem had, dat hij het goed zou gaan doen. Nee, in plaats daarvan is het weer het goede oude liedje. Alsof hij iets anders had verwacht. "Het leven is.. Moeilijker dan het lijkt. Neem dat maar van mij aan." sprak ze, waarop hij even zijn oren iets naar achteren vouwde. Hij wist niet goed hoe hij zich hierover moest voelen, hij wist niet waarom ze maar zo wantrouwig was. "Maar alsnog heb je geen vertrouwen in me." Sprak hij zachtjes terwijl hij zijn oren bijna compleet tegen zijn nek aan legde en naar de grond keek. Zo klonk ieder woord die ze sprak. Alsof ze hem nu al de les las die hoe dan ook zou gaan gebeuren bij hem. Alleen maar omdat opa het had gedaan. Het was niet eerlijk! Hij kon dingen zeggen maar het hielp toch niets! Zelfs als hij het manen lang goed zou gaan doen zou zijn moeder toch weer wachten tot hij de fout in zou gaan. Hij zou haar nooit kunnen overtuigen dat hij het wel goed ging doen, of niet dan? Tot zijn dood zou ze hem wantrouwen en wachten tot het feit dat hij de fout in zou gaan. Omdat ze zelf ook de fout in was gegaan. Omdat Brindleleaf de fout in was gegaan door te vertrekken uit WindClan, omdat Sparrowfeather de fout in was gegaan door met Brindleleaf kittens te krijgen. Maar hij kon dat niet accepteren. Hij was dan misschien in een familie geboren die veel fouten hadden gemaakt, maar iedere kat maakte fouten in zijn of haar leven! Het was niet dat hij nooit fouten zou gaan maken in het leven, maar het was wel belangrijk om te weten dat hij zoveel mogelijk probeerde om geen fouten te maken in zijn leven en dan vooral niet op dit vlak, op het medische vlak. Dat was zijn belofte immers aan StarClan en aan Routnose. "Maar ik wil proberen, Falcon, echt waar, ik.." Als hij nu niet de volwassene was geweest en niet de medicine cat apprentice van WindClan die naar de problemen van andere katten luisterde had hij waarschijnlijk weer naar haar geschreeuwd, dat ze dat veel eerder had moeten doen en dat hij zo graag gewoon een keer wilde horen van haar dat ze trots op hem was, maar dat kon hij nu niet. Dat wilde hij nu ook niet eens doen. "Ik haat dit," sprak hij zachtjes tegen zichzelf, bijna onhoorbaar. Want het was waar dat hij dit haatte. Het hield hem zo vaak bezig dat hij het haatte. "Iedere keer wil ik het opgeven, wil ik jou opgeven als moeder." Sprak hij terwijl hij naar de grond bleef kijken en zijn oren nog steeds in zijn nek hield. Hij kon er niets aan doen, het bleef zijn moeder, het bleef iemand waar hij om bleef geven. Zelfs terwijl ze zoveel fouten maakte. Zelfs terwijl sommige katten het allang hadden opgegeven met haar. "Maar ik kan het niet. Wat je ook doet." Sprak hij misschien wel ietwat bitter. Bitter omdat ze al zoveel hadden meegemaakt met z'n tweeën en dan vooral de ruzies. De ruzies die lieten zien hoeveel ze eigenlijk toch wel om elkaar gaven. Hoe raar het ook was. Maar het was ook de tijd om compleet open te spelen, zodat Amberstorm ook wist wat er bij hem speelde, al wist ze dat grotendeels toch wel. "Ik weet dat er geen easy fix is, ik weet dat je niet in één keer kan veranderen." Sprak hij zachtjes, terwijl hij iets met zijn poten over de grond schuifelde en zijn aandacht daar op richtte. Hij wist dat hij niks kon verwachten, dat hij misschien wel weer een idioot was dat hij dit vertelde aan de poes. "Maar ik heb nog steeds hoop. En ik geloof er nog steeds in dat het kan werken." Sprak hij zachtjes, waarna hij voorzichtig met zijn blauwe ogen omhoog keek naar de poes. Naar de stoere, koele poes meestal. Naar de poes die vaak niet zo gevoelig wilde overkomen en haar gevoelens binnen hield. "Omdat ik nog steeds van je hou." |
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Tail between paws za 28 dec 2019 - 21:45 | |
| Amberstorm legde haar oortjes in haar nek toen hij begon te spreken, zijn blauwe blik nu naar de grond onder hun poten gericht - alsof hij haar niet meer aan kon kijken, alsof dat hem pijn deed. Dat snapte ze natuurlijk maar al te goed. Had zij niet net hetzelfde? Maar zij verkoos het om langs hem heen te kijken, of om rond te lopen en zich volledig om te draaien. Ze kon niet goed stilzitten, zoals ze nu deed, en die gedachte alleen al zorgde ervoor dat ze wou bewegen, op de één of andere manier, alsof ze zo haar irritatie of haar groeiende woede vanwege haar onmacht weg kon werken. Amberstorm voelde het broeien, ze voelde dat bekende gevoel van een uitbarsting die eraan zat te komen bij elk van de woorden die Falconpaw sprak. Maar ze moest sterker zijn, ze kon zich niet zo laten gaan, ze was een deputy for starclan's sake. Maar ze wist niet hoe ze er anders mee om moest gaan, ze had nooit een andere coping mechanism aangeleerd, ze kende alleen maar woede en schreeuwen en klauwen. Zoals ze hem vorige keer bijna aangedaan had, zoals ze hem vorige keer bijna een kras gegeven had. Het was bijna alsof iemand haar lichaam overnam op zo'n momenten, alsof ze plots een Bloodclanner was en niet langer meer een Windclanner. Amberstorm schaamde zich er dood voor, deed alles wat ze kon om het niet laten te gebeuren; maar hij wist die kant van haar steeds opnieuw uit haar te trekken, wist al haar schilden weg te duwen tot ze niet anders kon dan terugduwen. Hij had dat talent - net zoals zijn vader. Het enige verschil was dat het zijn vader fataal geworden was; maar dat kon hem nog steeds gebeuren. Falconpaw zei dat hij nog steeds hoop had, dat hij haar niet op wou geven als moeder. Amberstorm slike moeizaam de brok in haar keel weg en tikte met haar voorpootje nerveus op de grond. Ze probeerde zijn blik te vangen, ook al had ze die net nog zo hard ontweken, maar slaagde er niet in hem vast te houden. Hij hield nog steeds van haar. Was dat mogelijk? Het klonk te goed om waar te zijn, als een vuile leugen die bedoeld was om haar in de val te lokken. Het klonk als een droom vlak voor het een nachtmerrie werd. Er was nog niemand geweest die tegen haar gezegd had dat ze van haar hielden zonder haar daarna te verlaten, op de één of andere manier. Houden van was het eerste teken van het einde. Er volgde een stilte na zijn woorden, terwijl Amberstorm probeerde te beslissen hoe ze zou reageren, wat ze wou doen. Ze zat bijna doodstil terwijl ze de woede terugvocht. Waarom ze boos zou zijn, dat wist ze niet echt. Ze had niet echt een reden om boos te zijn, toch? Ze zou eerder blij moeten zijn, dat zou elke andere moeder waarschijnlijk zijn. Maar ze voelde zich eerder alsof ze hem verpest had, alsof ze hem kapot maakte, alsof elke seconde die ze bij hem besteedde en elke druppel van haar bloed die door zijn aderen stroomde zijn licht uitdoofde. "Ik ben kapot..", mauwde ze zachtjes, alsof de gedachte nu voor het eerst bij haar opkwam. Amberstorm kon niet langer stil blijven zitten dus ging ze rechtstaan en rondjes ijsberen doorheen de medicine cats den. Van links, naar rechts, naar links, naar rechts. Alles wat ze kon doen om niet uit te varen, om rustig te blijven, hoe artificieel het ook was. Even was ze opnieuw stil, terwijl ze zich voelde alsof ze een spoor groef in de zachte aardegrond van de medicine cat's den. "Ik was vijf manen oud toen mijn moeder ons achterliet." Haar woorden waren zorgvuldig gekozen, haar stem geforceerd door haar keel terwijl ze bijna fysiek haar kaken op elkaar klemde. Kalm blijven, kalm blijven, niet uitvliegen. Woede was geen oplossing - het was het probleem. Maar was het maar zo makkelijk. Haar poten jeukten om aan te vallen, om bloed te doen vloeien. Het was maar de vraag of het zijn bloed was dat ze over de grond wou zien stromen, of haar eigen. Misschien zou de pijn een gepaste straf kunnen zijn, misschien zou dat iets goed kunnen maken. Maar Amberstorm wist in haar hart ook wel dat dat geen oplossing was. Ze zou moeten praten, open zijn, al die dingen die ze manen lang niet gedaan had, waarvan ze niet wist hoe het moest. Maar ze probeerde, dat moest toch voor iets tellen? Het naïeve deel van haar wou heel graag geloven dat dit alles zou kunnen fixen, dat ze van de ene dag op de andere ineens een heel goede relatie zouden hebben, dat ze van de ene dag op de andere niet meer kapot zou zijn. Maar zo werkte het niet; dat zou zij beter moeten weten dan wie dan ook. "Dagenlang zat ik naar de ingang te staren, wachtend tot ze terugkwam. Tot alles weer oké zou zijn.", mauwde ze verder; ze zag het weer bijna voor zich. Amberstorm was altijd koppig geweest. "Ik at niet, ik sliep niet, ik wachtte alleen maar. Maar weet je, Falconpaw? Brindleleaf is nooit teruggekomen." De deputy haalde diep adem, beverig; tijdens het spreken was ze gestopt met lopen, haar rug naar hem gekeerd; maar nu draaide ze zich om, haar groene blik wijd open. Ze voelde de druk van tranen die dreigden te vallen, maar ze duwde ze weg, ze wou niet huilen, ze wou niet zwak zijn. Ze was niet langer meer die naïeve kitten. "Alles wat ik gedaan heb.." Het werd moeilijk om te spreken; de brok in haar keel liet zich niet langer wegslikken; een eerste traan glipte langs haar bescherming. Maar ze moest dit eruit krijgen, ze wou dat hij het snapte, dat iémand haar snapte. "Alles wat ik doe is om jullie die pijn te besparen. Om ervoor te zorgen dat jullie sterker zijn dan ik was. Dat jullie niet van de ene dag op de andere in het diepe gegooid worden.." Amberstorm sprak snel nu, terwijl de ene na de andere traan begon te vallen, steeds sneller; maar haar groene ogen waren nog steeds wijdopen, alsof ze bang was om ze te sluiten, alsof ze bang was dat ze dan niet langer meer de kracht zou vinden. "Ik wil jullie van mij beschermen, want ik ben kapot." Dat had hij toch al moeten gezien hebben? Hoe ze zich maar amper ertoe kon weerhouden om hem een klap te geven. Welke moeder zou zich zo agressief tegen haar eigen zoon kunnen opstellen?
|
| | | Bo~ 1222 Actief If it's me, it'll be okay
| CAT'S PROFILEAge: Thirtythree moons ღGender: Tomcat ♂Rank: Moorrunner |
| Onderwerp: Re: Tail between paws di 31 dec 2019 - 18:47 | |
| Hij wist niet hoe zijn moeder er op dit moment uit zag, hij staarde zowat naar de grond onder hen zodat hij maar niet naar haar hoefde te kijken terwijl hij de woorden die had al zo lang in had gehouden uit sprak. Hij haatte dit gevoel die hij op dit moment had, die hij al tijden had bij hun relatie. Een relatie waarvan hij droomde dat het ooit weer goed zou gaan komen, maar tot nu toe verre van goed was. Hij had het altijd al gehoopt, toen hij kitten was had hij er al helemaal vertrouwen in gehad, maar dat vertrouwen was steeds meer weg geebt toen hij apprentice was geworden. En toch bleef zijn hartje hoop houden, de hoop die hij niet zou moeten hebben. De hoop waarvan sommige katten zeiden dat hij het beter weg kon doen, want het was Amberstorm. Sommige katten geloofden er ook nog heilig in dat Amberstorm wel van hun hield, maar als dat zo was waarom gedroeg ze zich dan zo op deze manier? Zijn oma was toen wel vertrokken geweest, waardoor Amberstorm achtergelaten was en haar vader was de medicine cat van WindClan geweest. Maar dat betekende niet dat het allemaal zou gaan herhalen, verre van. Waarom moest het herhalen? Je kon ervan leren immers. En toch, toch schreeuwde zijn hart nog steeds als een kitten die om zijn moeder riep. Schreeuwde zijn hart met alle macht dat het verkeerd zou zijn om zijn moeder te laten vallen, om zijn moeder compleet uit het plaatje te laten verdwijnen. Zelfs als het zijn tere hartje zoveel pijn deed tegelijkertijd. Want die voelde hij echt wel, de pijn na iedere ruzie. De zoveelste keer dat ze naar elkaar hadden geschreeuwd en bij ieder woord die hij zei of terug kreeg voelde het net alsof er weer een barst aan het komen was in zijn tere, tere hartje. Zijn liefdevolle hartje, waarmee hij zoveel om katten gaf, waarmee hij altijd zoveel gaf aan katten en ze daarmee wilde helpen. Er zaten al veel kreukjes en barsten in, door onder andere de ruzies met Amberstorm die hij had gemaakt. En toen zei hij het, dat hij nog steeds van haar hield, dat hij nog steeds hoop in haar had als moeder. En het werd gevolgd door doodse stilte. Hij wist niet wat hij ervan moest vinden, de tranen stonden overduidelijk in zijn blauwe ogen, klaar om te gaan rollen over zijn wangen. Hij had zich weer gevoelig op gezet, want wanneer was hij nou niet zo gevoelig? Hij was altijd al een gevoelige kater geweest, altijd zo hoopvol en positief naar de wereld toe en hij wist dat hij dat niet voor altijd zou kunnen volhouden, hij wist dat er een moment zou komen waarop het leven niet eerlijk was en waar hij niks aan kon gaan veranderen. Maar dit? Dit hoorde niet zo'n moment te zijn. Dit was iets waar ze aan konden werken, dit hoorde iets te zijn wat ze konden oplossen. "Ik ben kapot.." klonk er opeens zachtjes van zijn moeder af, voordat ze weer begon te ijsberen. Zoals de vorige keer, toen ze boos heen en weer aan het lopen was. Enkele momenten voordat de poes hem zowat wilde slaan. Op dat moment hoorde het over te zijn voor hem, op dat moment zou iedere kat hem voor gek verklaren dat hij überhaupt nog moeite deed voor haar. Maar hij kon het diep in haar ogen zien, dat ondanks de storm daar altijd woedde, er ook pijn in zat verscholen. Hij wist het, omdat hij diezelfde pijn bij zich mee droeg. Hij wist niet wat hij dit keer kon verwachten van de poes, de vorige keer eindigde het met het feit dat ze hem een haal over zijn gezicht wilde halen, maar nu was ze wel kalmer-nog. Hij hield overal rekening mee, hij geloofde niet dat zijn moeder het echt wilde doen, dat ze hem niet echt pijn wilde doen, maar hij zou liegen als hij zei dat hij er geen rekening mee hield. Het was weer stil in de den, Falcon wist niet wat hij moest zeggen op de woorden van zijn moeder. Dat het oké was om kapot te zijn? Dat ze niet kapot was? Dus de stilte had de medicine cat den weer gevuld. De stilte waar hij zo aan gewend was. "Ik was vijf manen oud toen mijn moeder ons achterliet." klonk er geforceerd van de poes af, waardoor hij even slikte en naar zijn moeder keek. Hij wist dat Brindleleaf hen had achtergelaten, maar hij wist niet hoe oud de poes was geweest. Hij wist niet hoe jong de kittens waren geweest toen Brindleleaf had besloten dat het beter was geweest om de clan te verlaten. "Dagenlang zat ik naar de ingang te staren, wachtend tot ze terugkwam. Tot alles weer oké zou zijn." klonk er van de poes af, waarop hij zijn hartje bijna voelde breken voor de poes. Hij wist dat zijn moeder aardig veel had meegemaakt, maar zou dit dan niet een ding kunnen zijn wat ze kon rechtzetten? Ze was er dan misschien nu wel, fysiek. Maar mentaal voelde hij zich net die kitten, net Amberkit, wachtend tot haar moeder terug zou komen. Of in zijn geval: sowieso zou komen.
Toen hij al een kitten was, had er een muur tussen hen in gezeten. Het was net alsof het kamp geen ingang had en hij er vast in zat. Samen met de hele clan. Maar toch probeerde hij het kamp uit te komen, want hij wist dat Amberstorm aan de andere kant, hoorde haar roepen. "Ik at niet, ik sliep niet, ik wachtte alleen maar. Maar weet je, Falconpaw? Brindleleaf is nooit teruggekomen." klonk er van de poes af, waarna de poes diep en trillerig adem nam. Hij wist dat ze nooit teruggekomen was, dat ze een nieuwe thuis had gevonden in de bergen. Hij wist dat dat een klap geweest moest zijn voor zijn moeder toen naar de bergen was gevlucht met de clans. Zijn moeder draaide zich om naar hem, haar groene wijd open en hij had niet eens door dat er bij hem al tranen over zijn wangen waren gaan rollen. "Alles wat ik gedaan heb.." klonk er van de poes af en hij hoorde hoe zwaar emotioneel de stem van haar moeder klonk. Hij hoorde de emotie in haar stem, hoe erg ze die waarschijnlijk ook weer weg had proberen te drukken zoals ze iedere keer had gedaan. De enige emotie die ze had willen tonen was woede geweest. "Alles wat ik doe is om jullie die pijn te besparen. Om ervoor te zorgen dat jullie sterker zijn dan ik was. Dat jullie niet van de ene dag op de andere in het diepe gegooid worden.." Tranen waren ook begonnen te rollen over de wangen van de poes en hij wilde niets liever dan zijn gezicht verstoppen in de kortharige vacht van zijn moeder en het samen allemaal uit te huilen met haar-- maar daar was dit niet het juiste moment voor. En hij wist niet of er ooit een juist moment voor zou gaan komen ook. "Ik wil jullie van mij beschermen, want ik ben kapot." klonk er van zijn moeder af, waarop een zachte snik uit zijn mond ontsnapte. Hij probeerde het zo hard, om de muur bij het kamp weg te krabben, om bij zijn moeder te komen. En iedere keer als hij dacht dat hij er bijna was, zou er weer een hele nieuwe muur ontstaan. En op dit moment? Op dit moment zag hij een kier, een kier waardoor hij aan de andere kant zijn moeder zag staan. En zo hulpeloos als hij was probeerde hij het gat groter te maken. "Wat kapot is kan je maken.." Sprak hij, hevig emotioneel en zijn stem hevig trillend. Hij kon nu niet in een complete huilbui gaan uitvallen, hij kon nu niet alles er uit snikken en daarna weer door gaan. Ze waren nog midden in een gesprek, een gesprek waarvan hij betwijfelde of hij ooit nog een keer iets zou gaan horen van haar hierna. Hij wist niet wat hij er nog meer van moest zeggen, maar hij wilde het proberen. Zelfs als zijn hartje er nog meer pijn van moest gaan lijden. Zelfs als het nog meer druk zette op hun relatie. Want hij wist dat het nog veel duwen en trekken zou gaan worden, dat het niet zomaar goed zou zijn. "En ik... ik wil dit maken! Tussen ons, tussen... voor onze familie!" Sprak hij bijna smekend tegen de poes, waarna hij weer een snik niet binnen kon houden en een druppel van zijn wang zo op de grond viel. Hij wilde het proberen, hij wilde dat hij samen met zijn moeder konden opbouwen wat ze tot nu toe nog nooit hadden gehad. Een band, een band tussen moeder en zoon. "Want.. ik... ik.." Sprak hij terwijl er zoveel tranen in zijn ogen vormden dat het gewoon wazig werd voor zijn ogen, dat hij het zicht voor hem gewoon niet meer goed kon onderscheiden, niets meer dan kleuren. "Ik ben hopeloos. Ondanks alles- ondanks alles vertrouw ik je nog.. Hoop ik nog dat alles goed kan komen." Sprak hij terwijl hij een paar keer knipperde om de tranen uit zijn ogen te forceren, zodat hij naar zijn moeder kon kijken tegenover hem. Zodat hij haar kon aankijken, zodat ze alle emoties ook in zijn ogen kon zien in plaats van de wazigheid van de tranen. Want dat verdiende ze, om alle waarheden te lezen in te ogen, om ze te horen in zijn stem. Hij stelde zich compleet open, compleet kwetsbaar. Hij was bereid om slag na slag te krijgen, klaar om niks mee te maken. Hij wist dat er een reële kans dat ze niks terug zou doen, dat dit het zou zijn. Dat er meer dan dit niet door zou komen. Dat dit het einde zou zijn van alles en dat ze hem dit allemaal alleen maar vertelde zodat ze het kon afsluiten, zodat het echt compleet klaar zou zijn. Een afgesloten hoofdstuk in haar leven en haar daarna volledig op haar deputy taken zou gaan richten. Dat ze hem niet langer als haar zoon zou gaan zien, maar puur zakelijk als de medicine cat apprentice van WindClan. Maar dat wilde hij niet, hij wilde dat zijn moeder hem hoorde, zijn hart voelde, die constant klopte met schreeuwen om aandacht, appreciatie van wat hij aan het doen was, en liefde. Hij wilde het opgeven, net zoals hoe hij bezig was in het kamp om muur na muur te doorbreken. Hij was moe, zelfs nu het einde in zicht leek te zijn. Zijn poten deden pijn, zijn lichaam was moe, maar toch bleef zijn hartje slaan en hem proberen door te laten gaan. Om hem te laten vechten voor waar hij in geloofde-- in familie. "Het hoeft niet zo te blijven.. we.. we kunnen hieraan werken-" Kwam er smekend uit bij hem. Hij kon er niets aan doen, hij wilde stoppen met aan dit soort dingen te denken, hij wilde rust in zijn kop krijgen. Hij wilde dat er een eind kwam aan alle ruzies die ze steeds weer hadden. Hij had genoeg te willen, maar niks van alles leek te werken. Hij veeg even met zijn poot tranen weg en verstopte zowat zijn snoet er even achter, waarna hij, misschien wel echt hopeloos een besluit nam. Hij kwam voorzichtig overeind, waarna hij naar zijn moeder liep en zijn kopje tegen haar borst aan legde. Iets wat al zo lang niet meer gebeurt was, dat hij niet eens kon herinneren wanneer het echt voor het laatst was gebeurd. Het was eerst een beetje voorzichtig, maar toen hij zich wat moediger begon te voelen drukte hij zijn kopje meer in de vacht van zijn moeder terwijl zachte snikken uit zijn mond kwamen. "Ik hou van je..." snikte hij zachtjes in de vacht van de poes. Kapot en wel, kapot en wel hield hij nog veel te veel van zijn moeder. En dat ging niet zomaar weg, zelfs met alles wat ze probeerde om hem weg te duwen. "Ik hou zoveel van je.." Vervolgde hij snikkend terwijl hij zijn ogen dicht kneep tegen het lichaam van de poes aan. |
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Tail between paws zo 19 jan 2020 - 11:58 | |
|
Ze was een grote egoïst. Ze wist dat het voor hen beiden beter zou zijn om gewoon de banden te verbreken, om dit hele spelletje van kat en muis te laten vallen en daar hun energie niet aan te verspillen. Het hele ding had al manen zijn tol gekost op hun gestel; Amberstorm sliep amper, werkte zo hard dat ze geen tijd had om te denken of zelfs maar te eten en deed er alles aan om haar hoofd met andere dingen bezig te houden. En ze wist dat Falconpaw exact hetzelfde deed. Ze zag het aan zijn manier van doen, aan de blik in zijn vermoeide blauwe ogen. Had hij dat van haar geleerd? Zag hij in haar een voorbeeld, hoe hard ze ook probeerde hem te leren dat ze allesbehalve een voorbeeld was? Of was het iets dat gewoon in hun bloed zat, iets waar ze mee geboren werden en waar ze onmogelijk vanaf zouden komen, zoals hun koppigheid? Wie zou het zeggen. Het veranderde het eindresultaat toch niet, zou dat nooit veranderen. In ieder geval wist ze zeker dat Falconpaw's liefdevolle hart iets was dat hij uit zichzelf had. Zelf had ze nooit, nooit, zo optimistisch geweest als hij, zo erop gesteld om te geloven in het goede van de katten. Ze zag het in de manier waarop hij bleef proberen hun breuk te lijmen, hoe hij bleef proberen van haar een moeder te maken. Het probleem was dat ze niet wist hoe ze een moeder moest zijn, ze wist niet eens zeker of ze dat wel wou. Want ouders beïnvloeden hun kittens, ouders maakten keuzen die de levens van hun kittens zouden veranderen en kittens keken op naar ouders om te zien hoe het gedaan moest worden. Ze wou noch haar zoon, noch haar dochter verpesten op die manier. Ze was geen voorbeeld, ze kon hen geen dingen leren die ze iémand wou leren. Ze zou het haar ergste vijand nog niet aan willen doen om haar kitten te zijn. Ze wou dat licht in Falconpaw's hart niet uitdoven, wou de onschuldigheid van Hazelpaw nog wat langer behouden. Ze waren in deze wereld gegooid zonder te weten wat voor onrecht hen aangedaan was van geboren af aan en Amberstorm wou er alles aan doen om ervoor te zorgen dat hun geboorterecht niet de rest van hun leven zou bepalen. Ze wou gewoon dat het tweetal beter was dan haar, starclanverdomme.
Soms vroeg ze zich af of hun geboorte een straf was van Starclan, of een test misschien. Zeker toen Stallionstar haar aanwees als deputy, was dat een gedachte die door haar hoofd gegleden was. Misschien wou Starclan zo zien of zij leidermateriaal was? Misschien konden ze afleiden aan de hand van hoe ze met haar kittens omging, hoe ze met Windclan om zou gaan. Als dat het geval was, mocht Starclan haar echter even goed meteen neerbliksemen. Maar hoe vaak ze ook getwijfeld had aan de goedheid van de clan van hun voorouders, kon ze niet geloven dat zij dat aan die twee onschuldige zielen aan zouden doen. En wat hadden ze er bij te winnen? Was Starclan niet alwetend, moesten ze dan niet al weten wat ze misschien konden zien door één of andere domme test? Maar toen Falconpaw door Starclan benoemd werd door Medicine cat apprentice, veranderde haar gedachtegang. Misschien was zij de test, in plaats van degene die getest werd. Misschien was Falconpaw bewust aan haar gegeven. Misschien waren alle fouten die ze in het moederschap - en in haar leven - al gemaakt had gewoon een manier om hem te vormen tot een ideale, liefdevolle medicine cat; een medicine cat die uit de fouten van zijn familie zou leren. Starclan, ze hoopte dat dat het geval was. Dat al dit leiden niet voor niets was. Dat er een doel achter zat. Amberstorm wist niet goed wat ze moest denken van de stilte die tussen haar woorden bleef hangen. Ze wist dat ze wispelturig en onvoorspelbaar was, wist dat ze dat van haar moeder had geërfd. Maar ze bleef doorpraten, de woorden die ze nooit eerder uitgesproken had. De deputy had altijd geweigerd om te praten over haar problemen, had meestal eerder verkozen om alle pijn en alle emoties weg te stoppen onder een dikke laag woede. Dat had voor haar gewerkt, tot ze er katten mee pijn begon te doen. Tot Cootsnarl.. En toch had ze toen niet uit haar fouten kunnen leren, want ze had exact hetzelfde gedaan. Ja, tuurlijk had ze de geforceerde therapie met Lizardpath en met Routnose gehad - maar dat was nooit echt toegeslagen, ze was nooit echt openhartig geweest; niet zoals ze nu zichzelf beetje bij beetje, laagje bij laagje, blootstelde. Amberstorm duwde haar klauwen in hardde aarde onder haar toen een snik aan Falconpaw ontsnapte, zo hard dat ze de kleine steentjes in de aarde in haar pootkussentjes voelde duwen. Ze wou dat het pijn deed, dat ze op de fysieke pijn kon focussen in plaats van op de mentale - want fysieke pijn had altijd een duidelijke oorzaak en een duidelijke oplossing. Maar de grond was te zacht om pijn te doen. De slanke tabby kneep haar ogen toe toen Falconpaw begon te spreken. Ze kon het niet meer aan om hem zo in pijn te zien, in de pijn die zij hem gaf. Ze kon het niet meer aan. Ze wou het niet meer. Ze wou gewoon dat het allemaal kon stoppen, dat dit alles kon stoppen. De woorden van de medicine cat apprentice waren hopeloos en hoopvol tegelijk. Wat kapot is, kan gemaakt worden. Een raar geluidje ontsnapte Amberstorm; een geluid dat tussen een snik en een ongelovige lach in zat. Gemaakt worden. Ja, tuurlijk. Gewoon wat takjes lijmen op de breuken in haar hart en ze was weer goed als nieuw. Zo werkte de wereld niet. Maar Starclan, wat wou ze even dat de wereld werkte met Falconpaw's optimistische logica. Wat een mooie wereld zou het zijn.
Amberstorm bleef stil terwijl hij sprak. Ze moest moeite doen om adem te blijven halen, al wist ze soms niet eens meer waarom ze daarvoor vocht. Maar zoals altijd bleef ze vechten, door de pijn heen, tot ze niets anders kon dan opgeven. Maar opgeven was altijd de laatste optie. Opgeven deed ze pas als alles verloren was en niet meer te redden viel. Het feit dat ze hier stond, staart tussen de poten, hart op de tong, wou zeggen dat er ergens toch een deel van haar was dat nog geloofde. Dat nog optimistisch was. Dat dacht dat dit te redden viel, dat de scherven nog bijeen te lijmen waren. Maar dat deel werd steeds kleiner, met elk met pijn vervuld woord dat Falconpaw's mond verliet. Ze was een grote egoïst. Als ze gewoon op zou geven, haar trots en haar laatste moederinstinct zou inslikken, zouden ze beiden gewoon doorkunnen met hun leven. Misschien zou het even duren, maar uiteindelijk zou hij ook inzien dat het beter was zo. Misschien kon hij dan focussen op zijn trainingen, die nu misschien nog wel veel belangrijker waren dan voordien, misschien kon hij dan een kans krijgen op geluk. Maar nee, Amberstorm was koppig en een vechter en ze stond hier. En op dit moment geloofde ze niet dat dat de betere optie was, zelfs terwijl hij mauwde dat hij nog steeds vertrouwen had, dat hij hoopte dat alles goed kon komen, dat ze hieraan konden werken. Amberstorm opende haar ogen opnieuw, moeizaam; ze moest een paar keer knipperen om de dikke waas van tranen die haar zicht vertroebelde weg te werken. In zijn blik zag ze exact hetzelfde; de tranen en de pijn die erachter zat verscholen. Maar ook de koppigheid, de hoop die zij al zo veel manen miste. Konden ze dit ooit maken? Had ze hem niet kapot gemaakt in haar zoektocht naar verlossing? Of misschien had hij zelfs geen kans gehad, was hij al kapot geweest van het moment dat zij hem het leven geschonken had. "Geschonken", alsof het een cadeau was. Falconpaw had veel minder pijn geleden als hij nooit geboren was. Het leven was geen geschenk, het was een vloek waar ze allemaal door moesten. En voor wat? Wat was het doel van al dit lijden? Uiteindelijk zouden ze allemaal nog "lang en gelukkig" dood zijn in Starclan. Of in Darkforest, als je het leven niet goed had gedaan. Dat leek haar de waarschijnlijkste optie voor haar op dit moment. Ze kon zich niet inbeelden dat iemand zoals zij dezelfde eeuwigheid verdiende als iemand zoals Falconpaw, of Hazelpaw, of Cootsnarl, of Oceanstar, of... Of al die andere goede katten. Door de waas van tranen zag ze hoe hij langzaamaan opstond en op haar af liep. Even dacht ze dat hij weg zou lopen, de den uit, haar leven uit, en de pijn die die gedachte haar aandeed deed haar schrikken. Het was alsof al die vorige pijn slechts een doffe herinnering was, en dit een scherpe steek recht in haar zwakste plek. Dat hij degene was die opgaf, kon ze zich niet inbeelden. Had ze zich nooit willen inbeelden. Ze was een grote egoïst, altijd maar vanuit haar eigen standpunt kijkend, nooit bedenkend dat Falconpaw er ook op een moment genoeg van zou kunnen krijgen, dat hij op een moment kon beslissen om op te staan en weg te lopen en nooit meer terug te komen. Zoals haar moeder had gedaan.
Maar Falconpaw was Brindleleaf niet. De kater verraste haar, zoals hij haar steeds maar bleef verrassen met zijn goedheid en zijn optimisme en zijn onschuld; en hij duwde zijn kop tegen haar borstkas in een liefdevolle omhelzing. Amberstorm's eerste reactie was om gewoon te bevriezen, om gewoon stil te blijven staan; bang om hem te breken, misschien, of misschien eerder bang om zelf in duizenden stukjes uiteen te vallen. De kattin slikte moeizaam. Ze wist niet wat te doen, hoe te reageren. Ze kon zich niet herinneren ooit eerder omhelsd te worden of iemand te omhelzen. De meeste katten wisten dat ze daarvoor een fikse klauw in hun gezicht konden verwachten; en ze was te jong geweest toen haar moeder nog bij hen was. Falconpaw ontspande zich langzaamaan en doorweekte haar korte vacht met zijn warme tranen. Hij voelde zo echt, zo levend; het duwde alle gedachten aan Starclan waarmee ze net nog geworsteld had voor even weg. De dode katten deden er op dit moment niet toe. Ze leefden. Amberstorm kantelde haar kopje lichtjes naar beneden, tot haar kin de bovenkant van zijn hoofd aanraakte. Haar houding was nog steeds stijf, onwennig; en dat werd niet verholpen toen hij snikkend mauwde dat hij van haar hield. In tegendeel, haar spieren spanden zich nog meer aan. Ze wist zich geen houding te geven, kon geen woorden vinden om te antwoorden. Wat moest ze zeggen? Wat zei iemand op zo'n moment, wat werd er van haar verwacht? "Ik hou ook van jou", misschien, dat leek het logische, datgene dat in de verhalen zou gebeuren. De slanke tabby opende haar bekje maar kon geen woorden uitbrengen. Het gebeurde zelden dat ze zo uit evenwicht gebracht kon worden, dat zelfs haar gedachten woordeloos leken te zijn. Voorzichtig krulde ze haar staart rond het kleinere lijf van haar zoon. Heel langzaam, alsof ze bang was dat ze iets verkeerds deed, alsof ze bang was dat hij weg zou lopen zodra ze hem aan zou raken. Dat hij zich plots zou herinneren wie ze was, hoeveel pijn ze hem al aangedaan had. Dat zij zelf ook plots weer zou weten wat haar reputatie was, hoe ze zich normaal gedroeg. Maar ondanks alles wou ze wel degelijk dat alles goed kwam. Ze was jaloers op de moeders die met een warme glimlach op hun snuitje hun kittens verzamelden om te horen wat ze vandaag geleerd hadden. Ze was jaloers op de moeders die toen ze door het camp liepen door een koor van jonge stemmetjes met liefde begroet werden. Ze was jaloers op de moeders die met trotse stem voorgesteld werden aan een nieuw vriendje of vriendinnetje. Maar ze had altijd geweten dat dat niet voor haar was, dat zij nooit zo'n leven zou leiden. Starclan had andere dingen in petto voor haar, of dat dacht ze toch. Maar nu leek voor het eerst dat al die kittenachtige, utopische dromen misschien niet zo ver van de werkelijkheid konden liggen als zij altijd gedacht had. Misschien kon ze wel degelijk gemaakt worden. Misschien was deze pijn niet voor eeuwig.
|
| | | | Onderwerp: Re: Tail between paws | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |