Autumnbreeze was zo stil als ze kon door de nacht aan het lopen. Ze was even wakker geworden en had nog net Windflare de den uit zien gaan en op dit moment was ze hem aan het volgen. Ze keek even rustig naar boven, de bijna volle maan en de sterren schenen helder. Er was eigenlijk geen wolkje te bekennen. Het enige nadeel dat eraan vastzat, was dat het nogal koud was, maar dat maakte haar niet echt uit. Ze liep rustig verder het spoor van Windflare volgend. Ze merkte al waar hij naar onderweg was, alleen ze wilde hem nog niet gaan inhalen, volgen was voor nu nog leuker. Ze stopte heel even toen er struiken voor haar in beeld kwamen en Windflare erdoorheen zag verdwijnen. Daarachter lag het sterrenmeer, hetgeen waar Windflare naartoe onderweg was geweest, althans dat had ze ingeschat, want hij had altijd nog een andere kant uit kunnen gaan. Ze haalde even diep adem en liet het ook weer los. Ze begon rustig te lopen, nu niet meer veel gevend om het feit dat ze waarschijnlijk geluid zou maken. Ze hoorde bladeren zachtjes om haar heen ritselen toen ze door de struiken heen liep. Eenmaal uit de struiken zag ze dat Windflare haar richting al uit keek. Ze glimlachte even naar hem en liep naar hem toe. "Hey Windflare." Zei ze rustig en ging naast hem zitten. Ze richtte haar blik even op het water en zag er de weerkaatsing van de sterren en de maan in terug. Het was een mooi gezicht, dat wist ze zeker. Ze richtte haar blik weer op en keek naar Windflare.