We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Onderwerp: The Alphabet of Love di 2 apr 2019 - 22:03
Dovefeather lag in haar nest met haar lange zachte krullige staart over haar snuitje heen. Ze voelde zich wat misselijk en had besloten om vandaag een dagje rustig aan te doen. Na een korte jacht in de vroege ochtend was ze niet lekker geworden en toen maar terug naar haar mosnest gekeerd. Daar lag ze nu met haar oortjes naar achter en haar ogen dicht. Ze probeerde zich niet te concentreren op haar misselijkheid en kort te gaan slapen maar de wereld om haar heen voelde als een draaikolk. Wellicht had ze iets verkeerd gegeten, immers was er de laatste paar Moons weinig te eten geweest in Riverclan, wat ervoor zorgde dat de vissen die langzaam terug kwamen, zwaar op haar maag vielen. Ze was er aan gewend geraakt minder voedsel op te nemen, haar lichaam was echter niet verder vermagerd. Iets dat haar toch een tikkeltje verrast had in het begin, zeker met het feit dat elke maaltijd een gevecht was. Toch moest ze eten, anders zou ze bijzonder weinig voor de Clan kunnen doen. Het was rustig in de den, immers waren haar Clangenoten nog op pad. Moeizaam slikte de pluizige kattin voordat ze zich langzaam overeind hees; het stil liggen hielp niet. Het voelde alsof ze te veel gegeten had, te veel in haar maag zat. Iets dat natuurlijk niet kon, waardoor ze kort fronsde; voordat ze de den met langzame passen verliet. Wellicht zou een korte wandeling haar nog goed doen, de pijn en het ongemak wat doen verminderen.
My love for you is like the raging sea,
De she-cat kneep haar hemels gekleurde oogjes toe toen ze haar kopje weer uit de warriors den stak en het kamp rondkeek. Het was stil zoals verwacht, maar toch had ze kort gehoopt op een bekende clangenoot die mogelijk zin had om haar te vergezellen op haar wandeling. Misschien was afleiding van een gezellige praatje wel iets wat zou helpen voor haar draaiende hoofd maar er was weinig leven te spotten in het kamp. De calico stapte verder de open plek op en genoot kort van de heldere zonlicht die op haar krullige pels scheen. Mogelijk zou ze straks anders bij een riviertje kunnen rusten en genieten van de schijnende zon, eventueel zou het geluid van het razende water, wat haar normalite altijd kalmeerde, haar hoofd afleiden van haar grieperige gevoel. Het zachte licht van de zon scheen op haar opvallende pels terwijl ze in de richting van de uitgang stapte; met een ruime boog om de prooihoop heen.
So powerful and deep it will forever be.
Het was een eenzame tocht, ook al leek de omgeving met het smelten van de sneeuw verder tot leven te komen. Het zou niet lang meer duren voordat ze bij de Fourtrees de vogels zou horen fluiten. Haar blauwe ogen gleden langs de horizon terwijl ze haar lichaam verder dwong. Misschien zou ze aan de overkant van de rivier nog een bekende Thunderclanner treffen. Gezelschap zou vast haar gedachten van de ongemakken en pijn in haar lichaam afhalen. De she-cat liep veder met haar staart zwiepend in de blauw kleurige lucht, ondanks dat de zon vandaag warm scheen voelde haar pootjes koud aan. Het meeste sneeuw was al van het gebied weggesmolten of begonnen nu nog met laatste kleinere stukjes te verdwijnen. Ze voelde zich altijd opfleuren van het idee dat straks de lente weer zou beginnen. De warme zon, de geur van verse nieuw gegroeide bloemen en het heerlijke warme water om haar heen in de rivier. Dovefeather was fan van de warmere seizoenen, ondanks haar donkere lange gevlekte pels dat vaak de hitte van de brandende zon naar haar toe trok. Het was in ieder geval beter dan de verschrikkelijke kou van leafbare. In de zomertijden kon ze verkoeling zoeken in het zwemmen maar met een hoop sneeuw rondom haar was warm worden lastig, ook met haar dikke vacht.
Through storm, wind, and heavy rain,
De poes liep veder, de misselijkheid zachtjes wegtrekkend. Misschien had ze inderdaad gister wat verkeerds gegeten en begon haar maag nu wat te herstellen. Gelukkig maar, ze had echt geen zin om ziek te worden. Om constant in haar nest te liggen, de prooi stapel leeg eten, Chivy’s kostbare kruidens verspillen en de clan tot last te zijn zat ze niet op te wachtte. Daarnaast als ze hele dagen weg moest slepen in haar bed kon ze ook niet een bepaalde kater opzoeken waar ze de laatste tijd graag mee was.Haar passen versnelden wat toen ze het water in haar ooghoeken al zag, samen met de bekende stenen die de overgang naar Thunderclan waren. Steppingstones, als het niet verboden was geweest had ze zich waarschijnlijk over de grens heen gezet, om Cedartree te kunnen zien, met hem te spreken over wat haar hart begeerde. Er was zoveel dat ze niet begreep, zoals de spanningen tussen de vier Clans. Katten leken elkaar af te kraken; iets dat de Thunderclanner niet deed. Hij liet haar in haar waarde, had zelfs geprobeerd te vissen om haar te imponeren al was dat uitgelopen tot een blooper. Toch vond ze het heel lief van de ander om zo iets te proberen van haar, je zag niet snel een andere kat van een andere clan vrijwillig zijn pootjes nat maken. Een bekende geur deed haar verrast opkijken; terwijl er een bruin gestreepte vacht verscheen. Cedartree.
It will withstand every pain.
Haar hart schoot enkele slagen omhoog en meteen kroop de bekende warme gloed over haar wangetjes heen die ze ook gehad had bij hun eerste ontmoeting. De she-cat zette zich bij de rivier neer. Precies toen ze ging zitten voelde ze een vervelende steek door haar buik heen trekken. Dovefeather schrok kort van de plotse pijn. Haar misselijkheid was dan wel wat afgezakt, het vervelende zieke gevoel was nu doorgezet naar haar maag die irritant begon te verkrampen. Nog een steek ging er door haar heen maar de calico negeerde de pijn. Haar ogen en aandacht waren gericht op de Thunderclan warrior waar opkomende vlinders voor begon te voelen.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love wo 3 apr 2019 - 18:43
Cedartree was de dag redelijk op tijd begonnen. De zon leek eerder op te komen dan tijdens het begin van Leafbare, en ook de sneeuw leek steeds minder te worden, smolt onder de lichte stralen van de oranje bol. Zijn korte vacht had hij echter wel opgezet tegen de koude toen hij naar buiten stapte. Zonder een warm lichaam naast die van hem, had hij niet zo goed geslapen. Ondanks het feit dat de wind buiten het hol bleef, was het ijzig, de bruine kater vroeg zich kort af hoe Windclanners door dit soort tijden heen kwamen. Ze hadden geen beschermende dennen, en leken altijd en eeuwig de wind in hun vacht te hebben blazen. Wat dat betreft had hij het geluk dat hij in Thunderclan geboren was, niet getogen; in ieder geval niet geheel. Immers had hij zijn Apprenticetijd grotendeels doorgebracht in de bergen. Zijn groene ogen stonden kalm en helder terwijl hij rustig het kamp verliet. Hij had geen haast, de gestreepte kater had nog niets vast staan, behalve het feit dat hij moest jagen. Prooi kwam niet zomaar op de stapel terecht, en hij voelde zich altijd opfleuren wanneer hij een succesvolle jacht had binnen gehaald. Zeker als dit ook nog enkele complimenten van oudere katten opleverde. Zijn spieren rolden onder zijn gezonde vacht terwijl hij kort zijn stap versnelde. De geur van een vogel deed zijn mond wateren, voordat hij in elkaar dook en de duif in de gaten hield. Het dier leek alert, had hem wellicht vanaf de afstand waarop hij stond al opgemerkt in de witte sneeuw, die in zijn pootkussentjes beet. Hij kon niet wachtten totdat het beter weer zou worden, met Newleaf en Greenleaf zouden ze weer kittens mogen verwelkomen en zou hij een nieuwe generatie zien opgroeien, wellicht zou hij zelfs ooit Mentor worden van hen. Hij was nog jong, en hierdoor had hij die taak nog nooit op zich mogen nemen. De dag dat hij deze eer kreeg, was een dag die hij niet zou vergeten. In gedachten verzonken had Cedartree niet zijn focus op het prooi gehouden en was de vogel al gevlogen voordat hij hem of haar had kunnen vangen. Een zachte zucht rolde over zijn lippen voordat hij zich weer omdraaide en naar een nieuw spoor zocht.
The opposite of art is not ugliness, it's indifference. The opposite of faith is not heresy, it's indifference. And the opposite of life is not death, it's indifference.
Een nieuw spoor vond hij, echter niet het spoor dat de bruine gestreepte kater had verwacht, een bekende geur werd naar hem toe geblazen, dat van een bepaalde Riverclanner die hij al enkele keren bij de grenzen had ontmoet. Zijn groene ogen sprankelden terwijl hij zijn richting aanpaste en voorzichtig, maar zo snel mogelijk in de richting van de Steppingstones vertrok. Wat deed Dovefeather daar? Hij had haar nog niet zo snel terug verwacht, immers hadden ze geen afspraak gemaakt; zoals de vorige keer. Het deed hem echter goed de calico vanaf die afstand te kunnen zien terwijl hij met een warme glimlach op zijn snoet in de richting van het water liep. Zijn groene ogen richtte hij op de pluizige kattin terwijl hij haar blauwe ogen ontmoette. Ze leek net zo verrast als hij was dat ze elkaar op dit moment troffen. Cedartree wiebelde een oor terwijl hij haar zorgzaam en voorzichtig in zich op nam. Ze zag er goed uit, ook al had hij het idee dat ze minder energiek toonde dan hij haar kende. Ze was geen wildebras, alles behalve dat maar de pit die hij van haar kende leek verdwenen. Alsof de zon niet alleen de sneeuw had gesmolten. Hij bedoelde dan geen vervelende pit, maar een soort vredige vastberadenheid die de knappe calico toonde. Voorzichtig zette hij twijfelende een poot in de richting van de eerste steen. Hij behoorde de grens niet over te steken, het was geen oorlog waard, toch maakte hij zich zorgen. Waarom? Wat was er in deze kattin dat hem op deze manier deed gedragen? Waren het haar acties op hun eerste ontmoeting geweest of gewoon het feit dat ze beide een zachtaardig karakter droegen. Al kon de bruin gestreepte kater ook behoorlijk fel zijn, hij wist niet altijd goed te reageren op elke situatie. Als hij boos was, dan was hij niet te negeren, hij leek dan de controle niet geheel te kunnen houden. Ook was hij altijd bang voor afwijzing, wellicht doordat hij zich door zijn vader afgewezen had gevoeld, en niet had geweten hoe hij met zijn moeder om moest gaan nadat ze verraden was door de kater die van haar had moeten houden. Hij boog zijn kop in een begroeting voordat hij sprak. "Dovefeather!" Riep hij over het geluid van de wind heen, terwijl hij haar warm glimlachend aan keek. Een gloeiend gevoel bereikte zijn hart, terwijl hij diep inademde. Als ze een Thunderclanner was geweest had hij moeite moeten doen om haar niet als partner te nemen. Iets dat hij nu niet kon, immers was ze van een andere Clan. Dat zouden ze vast niet goedkeuren.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love wo 3 apr 2019 - 20:04
The sound of your voice Calling me by what I wish to be,
De calico she-cat was ondanks haar verkrampte maag vlakbij de rivier gaan zitten, waardoor haar koude pootjes enkele spatten voelde van het razende water. Normaal was het zachte water dat hier stroomde rustig maar door de wind die omdraaide en nu was heftiger begon te waaien was het water wat onrustiger dan normaal. Toch hoorde ze de stem van de kater die over de wind heen mauwde. Het klonk even warm zoals de laatste keer, en hij leek ook niet verrast door haar plotse aanwezigheid. Dat was goed toch? In ieder geval was zij blij dat de Thunderclanner toevallig hier lang gelopen was. Ze wou hem graag spreken, niet om iets ernstigs, gewoon om zijn warme stem te horen in haar oortjes. Om zijn aanwezigheid te voelen en de warme kriebels die ze kreeg van hem als hij haar aankeek. Met een zachte en warme stem mauwde ze. "Cedartree," De wind leek haar stem op te breken, net zoals de pijn die haar lichaam ineen deed krampen. Zelfs al probeerde ze rechtop te blijven zitten, in haar ogen flikkerde de pijn kort terwijl de kattin de kater aan keek. Ze hoopte maar dat de ander vanwege hun afstand niet de korte pijn in haar hemels blauwe blik zag. Ze had geen trek in om te praten over haar vervelende lichaam dat vandaag niet mee wou werken, ze wou gewoon met hem praten over de leukere dingen. Over hun misschien wel.
Ripples through the blood within me, Causing my heart to melt,
Ze kon niet ontkennen dat ze vlinders voelde fladderen als haar hoofd al aan de ander dacht en eigenlijk hoopte ze dat de Thunderclanner zich zo ook voelde tegenover haar. Zou het? Ondanks dat ze beide van een andere clan kwamen zou hij dan durven uit te komen voor zijn gevoelens? Ze zouden één van de belangrijkste regels breken als ze ooit wat zouden krijgen en als ze eerlijk moest zijn hoe graag ze deze relatie wou zien opbloeien twijfelde ze als ze wel genoeg was voor Cedartree. Hij was een geweldige tom, spontaan, aardig, een grote hart maar ze gunde hem geen liefde die hen beide bang maakte om gesnapt te worden. Dat kon ze niet van hem vragen. "Ik ben blij om je te zien," Sprak ze zachtjes maar hopelijk hard genoeg om boven de wind uit te klinken. Hoewel ze vandaag niet afgesproken hadden om elkaar te ontmoeten was ze toch echt blij dat vandaag hun pootstappen naar elkaar toegeleid waren. "Hoe gaat het me-met...j.." De she-cat kon haar zin niet afmaken en liet een pijnlijke kreun klinken toen ze lichtelijk in elkaar zakte. Haar buik verkrampte maar ook de rest van haar lichaam. Ze begon te hijgen van de plotse intense pijn, starclan wat was dit? De krullige Riverclan she-cat liet der zelf op de grond zakken. Haar poten trilde en deden pijn net als de rest van haar lichaam. W-wat gebeurde er? "C-cedar.. help- me.."
Leaving me with a ridiculous smile Planted on my face.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love wo 3 apr 2019 - 20:41
Cedartree kwam dicht bij de oever staan, zodat het kolkende water bijna zijn poten raakte. Het was niet iets waar hij bang voor was, immers had hij wel vaker natte poten gehad. Hij herinnerde zich nog zijn poging tot vissen, die zijn poot behoorlijk wat pijn had bezorgd. Waarschijnlijk was de ander dit ook niet vergeten, immers had Dovefeather hem gevonden met een kreeft hangende aan zijn poot. Hij had het er niet eens af kunnen schudden en haar hulp nodig gehad om het eraf te halen. Vanaf dat moment had hij besloten dat vissen, niets voor hem was. Hij liet het liever over aan Riverclan, ook al was het verder een ontspannende ervaring geweest, het turen naar het rustig stromende water. Dovefeather leek zijn aanwezigheid gelukkig op prijs te stellen, hij vroeg zich ergens af of de gevlekte kattin hem ook graag zag. Ze was immers een prettige gesprekspartner, een waarvan een warm gevoel in zijn buik ontstond, niet geheel onprettig maar wel verrassend. Hij had het namelijk niet eerder mee gemaakt met een van zijn clangenoten. "Cedartree." Klonk er met een warme, lieve stem, waardoor zijn oren spitsten, en hij een zacht snorrend geluid op voelde borrelen, iets dat de ander natuurlijk op de afstand niet kon horen. De wind leek echter haar stem op te breken, waardoor hij met zijn scherpe groene ogen; bezorgd naar de knappe kattin keek. Kort leek er pijn in haar blik te schemeren, maar hij wist het niet zeker. Immers was het net zo snel verdwenen als het verschenen was. Voorzichtig nam hij plaats, in de koude sneeuw, waardoor een korte rilling over zijn rug een schoot, voordat hij zijn staart rustig heen en weer liet zwiepen en zijn aandacht op de ander richtte. Hij was stiekem toch wel jaloers op haar dikke vacht, immers was die van hem kort, waardoor hij zijn haren op moest zetten om deze temperatuur aan te kunnen. Hij zou veel liever nog in zijn mosnest liggen, ook al moest hij nog steeds zijn taken uitvoeren voor de Clan. Anders zouden ze vast denken dat hij een luie kat was, iets wat zeker niet het geval was. Met dit weer echter was het nooit leuk om lang in de sneeuw te moeten ploeteren.
Have you ever been in love? Horrible isn't it? It makes you so vulnerable. It opens your chest and it opens up your heart and it means that someone can get inside you and mess you up.
De kater kon niet ontkennen dat hij iets voelde voor haar. Was het de liefde, of was het iets anders? Gewoon een opleving van lust? Hij had nog nooit echt stil gestaan bij een toekomst met een ander aan zijn zijde, gewoonweg omdat hij de pijn in zijn moeders ogen niet had willen zien. Niet bij zichzelf, zo egoïstisch was hij dan ook wel weer. Hij kon zich niet voorstellen hoe het was om zichzelf trouw te zweren aan de ander, zeker als het tegen de Warrior Code inging. Hij wist nu al dat hij anderen teleur zou stellen als hij de kattin zou vragen zijn partner te worden. Daarbij wist hij zeker dat ze ooit betrapt zouden worden en dan hadden ze geen poot om op te staan. Halfclanners werden vaak veracht, ook al leken ze steeds meer voor te komen naar de tocht. Ze zouden vast niet de eerste zijn die liefde buiten de Clan vonden kort na de reis, en waarschijnlijk ook niet de laatste. "Ik ben blij om je te zien," Sprak de calico zachtjes, maar hard genoeg om boven de flinke wind uit te komen. Zijn groene ogen fonkelden kort, van vreugde, terwijl zijn hart een sprongetje maakte. Hij voelde meer dan hij moest voelen, dan hij wilde voelen. Hij was geen goede partner, zou dat nooit kunnen zijn. Daarvoor was hij zijn vader's zoon. "Hoe gaat het me-met...j.." De calico kon haar zin niet afmaken terwijl een pijnlijke kreun haar zin onderbrak. De kater stond gealarmeerd op terwijl hij zijn oren gespannen in zijn nek legde, ze was toch niet ziek? Ze zag er niet lusteloos uit, hij had niet het idee dat ze koorts had, maar wat was er dan mis met haar? Ze zakte in elkaar en begon te hijgen, alsof haar lichaam zich enorm inspande, ze kon niet overeind blijven. Hij moest hulp halen, kon geen weerloze kat aan het lot over laten, zeker niet in deze koude, in deze sneeuw. De enige plek waar de sneeuw niet zo vast leek te zijn was de Sunningrocks even verderop, zou hij haar zijn territorium in kunnen halen? Wel als de nood hoog was, zelfs al was het risico op problemen groot. De keuze was gemaakt toen hij de volgende woorden over de wind heen hoorde, woorden die zijn hart omklemden met angst. "C-cedar.. help- me.." Zonder verder na te denken, sprong de kater letterlijk in actie. Door vloeiend op de eerste steen te stappen die in het water lag en zo het pad naar de overkant te volgen. Er waren geen andere Thunderclanners en Riverclanners in de buurt zover hij kon zijn, en hij kon het niet over zijn hart verdragen haar in deze koude en kilte achter te laten terwijl ze bijna omviel van de pijn. Toen hij aan de overkant was duwde hij zijn schouder ondersteunend tegen haar aan. "Kun je nog een stukje lopen? Dan haal ik je uit de sneeuw naar een wat veiligere plek." Daarna zou hij een andere kat erbij halen om uit te zoeken wat er aan de hand was, wat er mis was met Dovefeather. Hij kon haar bloed immers niet aan zijn poten hebben kleven. Voorzichtig zette hij een stap in de richting van de stenen terwijl hij haar in de richting van het bekende gebied hielp. Langzaam en bemoedigend, een zacht geruststellend gesnor rees uit zijn borstkas, in de hoop de kattin wat te kalmeren. Zodra hij aan de overkant stond met de kattin aan zijn zijde, begeleidde hij haar naar de Sunningrocks om haar daar kort achter te laten. De geur van een andere Thunderclanner deed hem immers opkijken. "Ik ga hulp halen, haal diep adem, het komt goed." Beloofde de kater waarna hij zich scherp omdraaide en alert in de richting van de geur stapte.
There is never a time or place for true love. It happens accidentally, in a heartbeat, in a single flashing, throbbing moment.
Zijn passen waren snel terwijl hij de rossige bekende kattin tegemoet snelde. Zijn moeder wist veel, ze zou Dovefeather geen kwaad doen. Ze zou niet vechten en was niet agressief, als er een kat was die hem kon helpen dan was het de zachtaardige liefdevolle Queen wel. "Mam! Ik heb je hulp nodig!" Mauwde hij met een angstige ondertoon in zijn stem. Zijn groene ogen waren opengesperd terwijl hij geen moment wachtte en zich weer omdraaide. Hij wist dat de slanke, kleine Thunderclanner wellicht sneller was dan hijzelf. Hij hoopte maar dat hij er goed aan had gedaan de ander in hun gebied neer te leggen, in de hoop dat de wat warmere ondergrond haar lichaam wat zou ondersteunen. Als ze ziek was, mocht ze niet te veel afkoelen, zoals ze in de sneeuw zou doen. "Een Riverclanner stortte bijna in elkaar van de pijn, waardoor ik haar bij de Sunningrocks heb neergelegd, omdat ik geen dood op mijn poten wil hebben. Ze gedraagt zich echter apart, en ik... ik... denk dat ze last van haar buik heeft? Ze leek krampen te hebben." Krampen die konden wijzen op iets heel bijzonders.... kittens. Maar wist hij veel hoe een bevalling er uit zag. Immers was hij er nooit bij in de buurt geweest, het gekrijs van de kattinnen was voldoende geweest om hem op een afstand te houden. Daarbij was hij ook niet van plan om ooit vader te worden.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love wo 3 apr 2019 - 20:58
Redpetal had haar korte vacht dik opgezet terwijl ze rustig in de buurt van de sunningrocks wandelde. Het weer was fris, met een stevig windje die ervoor zorgde dat ze moeite moest doen om op haar poten te blijven staan. Wanneer ze haar gouden blik op de horizon wierp, kon ze in de verte donkere wolken zien aankomen - het was, redelijk letterlijk zo zou ze binnenkort te weten komen, de stilte voor de storm. Redpetal zuchtte zachtjes, waarna ze ging zitten waar ze was en haar ogen sloot. Ze liet de wind door haar rosse vacht razen en wiegde stilletjes mee. Soms werd de drukte in de nursery haar iets te veel, en dan had ze nood aan wat stilte, wat tijd voor zichzelf. Ze was van nature iemand die eerder op zichzelf gesteld was, die niet zo veel nood had aan sociaal contact - en dat was alleen maar gegroeid na alle gebeurtenissen tijdens de journey. Voor ze daar echter weer over kon malen, riep een bekende stem haar toe. Haar oren schoten recht omhoog en haar gouden ogen vlogen open. De angstige ondertoon in de stem van haar zoon liet haar hart bonzen in haar keel van paniek. Ze kon nog net zijn korte bruine vacht, die zo aan zijn vader deed denken, zien verdwijnen in het struikgewas. Instinct dreef de kattin voorwaarts en zo snel als haar poten haar konden dragen beende ze hem achterna. Ook al was ze zo klein, ze was snel; en ook al had ze korte pootjes en was ze niet meer zo geoefend als vroeger, toch haalde ze haar zoon binnen de kortste keren in. Hij verklaarde de situatie, en ze moest toch even een schietgebedje sturen naar Starclan dat niemand van haar kittens in gevaar waren. Ze kon niet nog iemand verliezen, niet opnieuw. Zijn woorden deden haar echter fronsen. Een Riverclanner bij de Sunningrocks, met krampen in haar buik? Het zou de jonge queen niet verbazen als de riverclanner hoogzwanger was en nu beginnen bevallen was. Paniek rees opnieuw op. Ze was hier niet op voorzien, ze kon niet helpen - zouden ze niet beter een medicine cat erbij halen? Maar hoewel Redpetal niets liever zou doen dan vluchten, zou ze voor haar zoon alles doen; en hij leek het belangrijk te vinden dat ze deze kattin hielpen. De twee katten stopten bij de plek waar hij de kattin had neergelegd. De queen keek even met een bezorgde blik in haar ogen naar haar zoon. "Cedartree..", mauwde ze, bijna smekend, alsof ze hem vroeg haar dit niet aan te doen. Maar ze moest sterk zijn, voor deze ene keer. Redpetal haalde diep adem en boog zich over de langharige calico. Ze aarzelde even, maar duwde toen toch zachtjes haar pootje tegen de buik van de kattin - zoals ze het medicine cats al verschillende keren had zien doen, zoals ze het ooit bij haar gedaan hadden.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love vr 5 apr 2019 - 22:26
†
A million stars up in the sky.
De langharige calico had zichzelf overeind gehesen toen de bruine kater op haar af kwam. Over de Steppingstones naar Riverclan's kant van de rivier, haar wanhopige roep had hem naar haar toe doen komen. Normaal gesproken mocht een ander niet op het territorium van haar Clan komen, immers waren er grenzen met een reden en sprak de Warrior Code daarop tegen. Toch had hij geen andere keuze gehad, als hij haar wilde helpen. Aangezien er verder geen Riverclanners in de buurt waren, was hij haar enige hoop. De knappe, vriendelijke kater die haar zo goed had doen voelen de afgelopen tijd. Ze voelde zich zo slecht dat hij hier nu stond met een tweestrijd, de regels volgen of haar helpen. Ze hadden samen geweldige dagen gespendeerd en een magische avond met elkaar doorgebracht maar beide wisten in hun achterhoofd dat daar ooit een einde aan moest komen. Het was verboden om liefde te voelen naar een andere clankat, laat staan op vaste partners te worden. Oh wat hoopte ze nu toch dat ze Thunderclanner geweest was zodat ze zonder angst bij Cedar had kunnen zijn. Ze wou bij hem zijn, het liefst elke dag maar dat kon niet.. En ze zou hem ook nooit een keus laten maken tussen haar of zijn clan en familie. De she-cat was dankbaar om zijn hulp en warme stem die haar geruststelde. Hoe veel pijn ze nu ook voelde door hem bleef ze strijden. De tom probeerde haar af te leidden door zachtjes te snorren en de krullige mooie Riverclan warrior drukte haar kopje tegen zijn borstkas aan om zijn knorrende geluid luider te horen in haar wollige oortjes. Ondanks dat haar lichaam letterlijk verkrampte bij elke stap die ze zette moest ze waterig glimlachen. Oh wat was ze blij dat hij hier was, geen enkel andere kat zou haar op deze manier tot rust kunnen krijgen dan de Thunderclan tom.
One shines brighter - I can't deny.
Cedartree had haar zover kunnen krijgen tot de Sunningrocks maar veder had hij ook niet meer gemoeten. Ze was op haar eindpunt en met veel pijn en vermoeidheid liet ze zichzelf vallen op de warme rotsen. Een hijgend geluid met zacht gepiep gleed over haar lippen heen maar ze probeerde sterk te zijn en de pijn te negeren. Dovefeather, waar bijna de tranen in de ogen lagen, keek naar Cedartree. Ze pakte kort zijn blik op en even leek al haar zorgen te verdwijnen door enkel zijn lieve groene ogen te zien. Toch steeg de stress weer snel omhoog toen de bruine tabby tom zich scherp omdraaide en aanstalten maakte om weg te lopen. De she-cat probeerde der zelf omhoog te duwen maar daardoor schoot er extra pijn weer door haar lijf. Snel liet zichzelf weer vallen met haar poten uitgestrekt en haar kopje op de stenenondergrond. Wat in starclan gebeurde er met haar? "Ik ga hulp halen, haal diep adem, het komt goed." Dovefeather keek hoe de tom wegrende en sloot toen haar ogen. De wind dat eerst een zachte briesje geweest was veranderen snel in heuse windstoten en trokken wild aan haar krullige vlekkerige vacht. De she-cat keek kort op naar de hemel waar wolken zich dicht begonnen te trekken en steeds donkerder begonnen te kleuren. Ze klemde gespannen haar kaken op elkaar terwijl ze haar ogen dichtkneep; in de hoop te pijn te onderdrukken en mogelijke vijandige katten niet op de hoogte te stellen van haar aanwezigheid. De keuze die ze als twee jonge katten hadden gemaakt, was er een die ze niet wilde veranderen maar die grote consequenties zou hebben op de toekomst. Haar blauwe ogen traanden, terwijl ze wanhopig naar Cedartree zocht; hij kon toch niet ver weg zijn. Hijgend tussen de pijn door voelde ze haar buik samenspannen. Toch gebeurde er verder nog niets. Totdat een rode Thunderclanner en Cedartree naar haar toe kwamen gerend. Het was niet de Medicine Cat, maar duidelijk een bekende van haar Thunderclanner. "Cedartree..", Mompelde de ander op een smekende toon. Alsof ze angstig was voor de situatie waarin de kater haar had gebracht. Veel aandacht had Dovefeather er niet voor; want voordat ze kon spreken. Stapte de slanke, kleine kattin op haar af en drukte een beetje aarzelend een van haar poten in haar buik, waardoor een zachte pijnlijke grauw haar lippen verliet.
A love so precious, a love so true, a love that comes from me to you.
Voordat de nog onbekende rode kattin een conclusie kon trekken, trok haar lichaam samen. Kronkelde ze van de pijn over de grond terwijl de geur van bloed haar neusgaten bereikte. Met een korte pers, kwam een eerste rossige kitten ter wereld. Een klein, stevig katertje. Geschrokken keek ze naar het kleine pasgeboren lichaampje. Was ze zwanger geweest? Nee, dat kon niet.. De calico keek naar de tom waarmee ze de afgelopen tijd veel tijd mee doorgebracht had, hopend dat hij iets zou zeggen wat deze situatie zou verklaren. Ze wist best dat ze op hun magische avond iets gedaan hadden, maar haar lichaam had nul symptomen weggegeven. gewoon helemaal niks.. Het was dan ook erg angstaanjagend voor de she-cat. Ze wist niet wat te doen, haar hoofd tolde van de dikke stroperige walmgeur van bloed, van de pijn en de verassing dat ze nu de kinderen van Cedartree aan het baren was. De she-cat boog zich voorover toen haar moederinstinct haar lijf begon over te nemen maar voor ze überhaupt haar zoon schoon kon krijgen begon haar lijf weer te samen te knijpen. Ze liet een zachte kreet ontsnappen en wanhopig begon ze weer rond te kronkelen. Angst was duidelijk leesbaar in haar ogen toen ze opnieuw moest persen. Het ging namelijk ook niet zo heel gemakkelijk. Haar lichaam werkte zo erg tegen dat alles stroef en pijnlijk verging en even dacht Dovefeather dat de pijn de overhand zou nemen en het zwart voor haar ogen zou worden. Toch bleef ze wakker en wierp ze haar tweede kind op de wereld.
The angels sing when you are near. Within your arms I have nothing to fear. You always know just what to say.
Ze moest zichzelf dwingen wakker te blijven, alert te zijn. Immers kon ze haar kittens, niet overlaten aan het lot; nu ze er aan kwamen; moest ze er voor hen zijn. Zelfs als het betekende dat ze maar met een ouder op zouden groeien; iets dat ze niet voor de kittens had gewenst. Ze had haar kittens uit een stabiele, liefdevolle relatie willen krijgen. Niet een waarbij het gezin niet samen kon zijn. Haar ogen liepen vol met tranen die over haar wangen drupten. Deze situatie was er een die haar leven op de kop zette. Ze had altijd gedacht dat iedereen een zwangerschap op zou merken. Dat ze het geluk met haar partner kon delen. Cedartree had het ook niet geweten; zelfs niet terwijl ze elkaar regelmatig bij de grenzen hadden ontmoet. Immers had ze niets door gehad; haar lichaam gedroeg zich nog zoals normaal. Ze had geen last van hormonen gehad of meer en minder honger. Geen reden gezien om bij Chivysniff langs te gaan. Moeizaam likte ze het vliesje van de neus van de tweede kitten af, een die wat weg had van een flamepoint; ook al zag ze haar eerste dochtertje niet lang door de waas van tranen en pijn heen. Haar lichaam vroeg al haar energie om een derde kitten op de wereld te kunnen brengen. Ze wist niet hoe groot het nest zou zijn, terwijl het bloedverlies opliep en haar energie wegsijpelde met het bloed en de volgende kit die geboren werd. Een bruine kater, een die op zijn vader leek. Haar adem stokte kort in haar keel, ze was tijdens de bevalling stil gebleven, niet omdat ze geen pijn voelde maar omdat ze geen geluid meer kon maken. Voorzichtig draaide ze zich naar de kitten toe en likte hem zwakjes over zijn kopje zodat hij niet zou stikken voordat ze haar kop weer neer legde. De knappe calico rilde terwijl ze hijgend bleef liggen. Ze kreeg de rest van de situatie nauwelijks meer mee, misselijk en draaierig als ze was.
Just talking to you makes my day. I love you, honey, with all of my heart.
Met moeite en vastberadenheid werd een calico kitten geboren. Een andere dochter, een kitten die wat weg had vaan haar. Ook al leken de kleuren wat zachter, weer hees ze zichzelf overeind terwijl ze het vliesje verwijderde en haar ogen sloot. Haar stem trilde terwijl ze Cedartree probeerde te zoeken door haar halfblinde ogen heen. "Cedar...Cedartree..." Mauwde ze op haar zachte, breekbare stem. Terwijl donkere vlekken in haar gezichtsveld leken te verzamelen. "Jouw.... ze zijn.... van.... jouw.." Perste ze over haar nu droge lippen heen. Voordat ze zijn reactie kon zien, kwam voor de laatste keer een kitten te wereld. Dit keer leek het minder zwaar, wellicht ook omdat ze niet meer helder was. Een witte kattin werd geboren terwijl Dovefeather haar bewustzijn leek te verliezen. Voordat de wereld donker werd keek ze met een waterig glimlachje naar de witte kitten terwijl ze haar moeizaam over haar snuit likte. Haar lichaam was zwak maar ze moest Cedartree nog vragen om voor ze te zorgen. Hun kinderen.. "Zorg voor ze... beloof het.." Mauwde ze haar stem trilde onnatuurlijk. Nog kort kreeg ze mee hoe de tom waar ze zoveel om gegeven had de laatste tijd zijn kopje tegen de hare drukte en met haar laatste energie drukte ze een mooie glimlach op haar snoet en spinde zachtjes voordat ze haar ogen voor de laatste keer sloot en haar laatste adem uit blies.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love za 6 apr 2019 - 12:33
Cedartree was nog nooit zo blij geweest zijn moeder te zien, als er een kattin was die hem onvoorwaardelijk steunde dan was het Redpetal wel. Ze zou voor hem door het vuur gaan, niet dat hij wilde dat ze dit voor hem of zijn zus Avidclaw moest doen; maar het was in ieder geval goed om te weten dat hij er niet alleen voor stond, terwijl er een knappe calico verging van de pijn. Ondanks het feit dat hij haar op een redelijk veilige plek had neergelegd, betekende het niet dat hij haar graag lang verliet. Immers maakte hij zich zorgen en wist hij niet zo goed wat hij voor de Riverclanner kon betekenen. Ze was belangrijker voor hem geworden dan hij ooit had gedacht; hij was geen kat die een partner kon zijn. Het bloed van zijn vader vloeide in hem; hij leek er zelfs op. Afgezien van het feit dat hij geen witte aftekeningen had, en ook niet langharig was. Hij was een stukje groter dan zijn kleine moeder, en gedroeg zich wellicht ook net zoals de grote kater. Onhandig. Hij kon geen partner zijn met een kat uit een andere Clan, immers was dat tegen de code en toch wilde hij het oh zo graag. Hij miste haar stem, haar geur en het zachte gesnor dat dikwijls uit haar keel oprees. De kater schudde zijn kop terwijl hij die gedachten naar de achtergrond drong, en zijn zorgen weer opkwamen. Kort legde hij de situatie al rennende aan zijn moeder uit, hopende dat de rossige kattin het antwoord had of dat ze de Medicine Cat kon halen terwijl hij waakte over Dovefeather. Zelfs al kon hij niet samen zijn met haar, dat betekende niet dat hij niet voor haar wilde zorgen; haar wilde beschermen tegen de pijn die ze voelde. Hij mocht geen angst tonen, hij moest sterk zijn voor de twee kattinnen. Daarvoor was hij een kater, een man. Zoals zijn vader ook was geweest, sterk en vastberaden. Zelfs al had de ander zoveel fouten gemaakt die hij bang was om te maken. Hij mocht het niet tonen. Niet laten zien. De twee katten stopten bij de plek waar hij Dovefeather naar toe had gebracht, waarna hij de amberkleurige blik van zijn moeder ontmoette. Met een bezorgde blik in haar ogen keek de rode kattin hem aan; waardoor hij moeizaam slikte. Hij wilde zijn moeder zoveel vertellen, niet achterhouden dat hij iets voelde voor de calico, maar woorden schoten hem te kort. "Cedartree..", Mauwde de kattin bijna smekend, waardoor hij haar een spijtige blik gunde. Hij kon de stress niet van haar schouders afhalen, ze was ervaren in het leven, had meer gezien dan hij en daardoor had hij haar advies nodig. Een van een kattin die niet lang Warrior was gebleven voordat ze de taak als Queen op zich had genomen. Zelfs al had ze niet gevochten, ze wist in ieder geval wanneer ze een Medicine Cat erbij moesten halen, en of de ander in levensgevaar was. Immers had hij niet door wat er mis was, en was zijn moeder vaak genoeg in en rondom het kamp te vinden om dit soort dingen mee te krijgen. Aarzelend drukte de rode kattin een pootje in de buik van Dovefeather, alsof ze ergens naar zocht. Verward keek hij zijn moeder aan, terwijl hij zijn oren ongemakkelijk in zijn nek drukte toen hij de ander pijnlijk hoorde grauwen.
Love is that condition in which the happiness of another person is essential to your own.
Nog voordat zijn moeder kon vertellen wat er aan de hand was, begon het lichaam van de knappe Riverclanner over de grond te kronkelen, alsof ze in extreme pijn verkeerde. Voorzichtig stapte hij naar voren toe, in de hoop haar te kunnen sussen. Dat was hij haar wel verschuldigd, iemand moest er voor haar zijn. In dit geval nam hij de taak op zich; hij wilde niet dat ze zich alleen voelde; tussen twee vreemde katten. In ieder geval onbekender dan haar Clangenoten, terwijl ze verging van de pijn. Niet alleen dat, het begon hem langzaam te dagen dat ze wellicht aan het bevallen was, hij had echter niet geweten dat Dovefeather zwanger kon zijn. Hij had haar nooit horen praten over de mogelijkheid en de wens van een nest. Had ze met een andere Riverclanner kittens verwekt, want ze wiste beide dat ze geen Halfclanners de wereld in hadden willen helpen. Katten die de helft van hun familie moesten missen. Dat kon hij onschuldige wezens niet aan doen. Met een pers kwam een rood, breed katertje ter wereld. Een prachtige zoon van de kattin waarvan hij had gehouden. De ander leek net zo verrast te zijn als hij zich voelde, alsof ze niet had geweten dat ze kittens had gedragen. Met opengesperde ogen staarde hij haar aan, niet wetende wat hij moest zeggen en doen. De situatie was niet te verklaren, in ieder geval niet op dit moment. Zijn ogen gleden weer naar de kitten die ondertussen door zijn moeder zo goed mogelijk werd schoon gelikt, zodat hij in ieder geval kon ademen. De geur van bloed, overwelmend als het was, bereikte zijn neusgaten waardoor hij bezorgd naar de kattin keek. Hij wist niet of het normaal was, dat die geur zo overduidelijk aanwezig was terwijl ze kittens baarde. Zijn groene ogen schoten even ter bevestiging naar zijn moeder. Help. Zij wist vast wel wat er gedaan moest worden met het kleine bolletje pluis. Voordat de kitten geheel schoon was kronkelde de calico weer over de grond in overduidelijke pijn en bracht ze een tweede kitten ter wereld. Een dochter, een die wat weg had van een flamepoint. Zijn ogen waren opengesperd terwijl hij voorzichtig zijn kop in de vacht van zijn vriendin duwde. Zijn Dovefeather, zijn kleine duifje. Degene die zoveel voor hem betekende dat het zijn hele systeem verwarde. Hij wist niet meer wie hij was zonder haar, haar zachte stem was verwelkomend, rustgevend. Alsof hij haar nodig had om te aarden in deze wereld. De tranen die in de ogen van de calico verzamelden deden zijn hart pijnlijk samentrekken, terwijl hij haar sussend in haar nek likte. In de hoop dat zijn aanwezigheid deze nachtmerrie zou doen verdwijnen.
Love is like the wind, you can't see it but you can feel it.
Terwijl het bloedverlies opliep, wierp ze een derde kitten, een bruine kater. Een die wat weg had van hem en zijn vader. De opa van de kitten. Waren ze van hem? Hij kon zich niet voorstellen dat dit van die ene keer kwam, de ene keer dat ze de Code kort achter zich hadden gelaten. De eerste en laatste keer dat ze elkaar op die manier zouden zien. De adem van Dovefeather leek kort in haar keel te stokken, terwijl ze het vliesje van de derde kitten verwijderde. Hoeveel zouden er nog komen? Kon de Riverclanner dit wel aan? Ging het wel goed, hij had niet verwacht dat een bevalling zo bloederig en angstaanjagend zou zijn. Dit zou hem leren nooit meer met een kattin om te gaan. Niet dat hij een ander dan Dovefeather wilde. Hijgend legde de knappe Riverclanner haar kop weer neer, waarna ze even stil bleef liggen. Voordat ze met zichtbare moeite en overduidelijke vastberadenheid nog een dochter wierp. Dit keer een calico zoals haar, alleen dan duidelijk lichter gekleurd. Een prachtig klein meisje. Net zoals haar moeder. Weer hees de kattin zich overeind om het vliesje te verwijderen en de kitten een kans tot overleven te geven. Zijn groene ogen gleden naar haar, toen hij haar stem hoorde. Zwak en zacht, toch dwong het hem haar zijn onverdeelde aandacht te geven. Hij lette niet meer op zijn moeder of de kittens, alleen Dovefeather bestond nog in zijn gezichtsveld. "Cedar...Cedartree..." Het klonk breekbaar waardoor hij zacht snorde in de hoop haar gerust te stellen, er waren geen woorden die hij kon spreken om haar te steunen. "Jouw.... ze zijn.... van.... jouw.." Perste ze over haar lippen heen waardoor zijn ogen groter werden. Ze waren van hem, hij had ergens gehoopt dat het niet zo was, maar aan de andere kant had hij het ergens ook wel geweten. Hij was blij om te weten dat hij haar enige liefde op dit moment was geweest, maar vond het zeer spijtig dat zijn beslissing tot dit had geleid. Voordat hij echter op deze woorden kon reageren werd een laatste witte kitten op de wereld gezet. Met een waterig glimlachje op haar snoet, likte ze het vliesje van de kitten af, hun laatste kind voordat ze haar laatste woorden sprak. "Zorg voor ze... beloof het.." Hij knikte enkel, hij kon geen woorden over zijn lippen heen krijgen. Het was zijn fout, hij had nooit een gesprek aan moeten gaan met een Riverclanner, dan had hij ook geen liefde gekend. Voorzichtig drukte hij zijn kopje tegen die van haar, terwijl ze haar laatste adem uitblies en hem achterliet met vijf kittens. Twee zonen en drie dochters. Op het moment dat de kattin de wereld verliet, leek de hemel open te breken. Te huilen voor hem.
D is for "Dream" that I had for my life.
De kater draaide zich om naar zijn moeder terwijl er tranen in zijn ogen branden. Tranen die hij niet zou tonen, in plaats daarvan wende hij zich tot zijn eerste zoon. Een rode kater, een die hij wilde vernoemen naar de geboorteplek van zijn moeder. Hij wilde de verbinding met Riverclan niet negeren en verbreken. Hij wist dat het de enige katten waren die in het water konden zwemmen en drijven als een tak in het water. Een kitten die werd vernoemd naar de liefde tussen twee katten van verschillende Clans. "Driftingkit," Prevelde hij terwijl hij zich voorover boog naar de kitten en hem onhandig likte. De kitten moest warm blijven, waardoor hij zijn moeder een hulpeloze blik gunde. Hij wist niet hoe hij een vader moest zijn, wat hij aan moest met kittens. Hij was jong, onhandig en onzeker. Hij kon er niet voor hen zijn, hij wist niet hoe een vader behoorde te zijn. Die van hem was niet bepaald een goede geweest en hij was bang dat hij hetzelfde leed aan zijn kittens door zou geven. Drijf op het water, verdrink niet, blijf vechten; mijn zoon.
E is for "Eternity" for love that does not end.
Toen was de tweede kitten aan de beurt, zijn eerste dochter. Die zoveel weg had van een flamepoint maar het wellicht niet was. Haar witte vacht lichtte op door een bliksemflits, terwijl de wereld om hem heen donker werd. Donker zoals het begin van de nacht. "Evekit," Sprak hij vervolgens over het geluid van de donder heen. Terwijl hij zijn neus in de vacht van de kleine kitten drukte en haar voorzichtig over haar lichaam heen likte. Zijn staart had hij inmiddels beschermend over Driftingkit heen geslagen, in de hoop de kittens te behoeden van de koude en het natte weer. Iedereen wist dat ze nog geen volledig immuunsysteem hadden. Waardoor ze ziek konden worden als ze hier te lang in door moesten brengen. Daarbij hadden ze melk nodig, en een moeder om bij hen in de Nursery te blijven. Niet alleen sloeg de naam op de donkere hemel en haar lichte vacht, maar ook over de romantiek van de nacht. In de nacht zou hij nog samen kunnen zijn met de moeder van de kittens, door naar de sterren te kijken waar ze ongetwijfeld zou stralen.
F is for "Freedom" that I wish upon them.
De derde kitten, de kater die zoveel op hem en zijn vader leek. Een bruin gestreepte kitten. Hij deed hem denken aan de tijd die hij samen met Dovefeather had doorgebracht. Het vissen dat hij had geprobeerd, maar wat hem nooit was gelukt. "Fishkit," Sprak hij, naar de mooie herinnering die hij altijd bij zich zou dragen. De kitten was bijna zijn spiegelbeeld, afgezien van het witte natuurlijk, waardoor hij dacht aan de weerspiegeling van zichzelf in het water, terwijl hij een kreeft van zijn poot had proberen te schudden. Kort verscheen er een glimlach op zijn gezicht voordat hij zijn kop boog en de kitten naar zich toe trok, om de andere niet te hoeven verlaten. Zijn warme tong gleed over de dunne vacht van de pasgeboren kitten heen terwijl hij zichzelf dwong geen emotie te tonen. Hij zou altijd de herinneringen bij zich dragen. Hij zou altijd de knappe Riverclanner in zijn kittens zien. Dat maakte het ergens ook wel pijnlijk.
G is for "Gift" for she saved my life.
De vierde kitten, een dochter die de vacht van haar moeder droeg deed hem glimlachen voordat hij haar de naam zonder te twijfelen gaf. "Gracekit," Immers was haar moeder degene geweest die hem door zijn onzekere hart had kunnen bereiken. Zijn Saving Grace, het was enkel passend dat de enige calico van het nest, naar haar moeder zou worden vernoemd. Zijn groene ogen sprankelden kort, voordat hij moeizaam slikte. De prachtige calico was er niet meer, wat bleef er nog over van hun sprankelende, opbloeiende liefde. Behalve vijf kittens, kittens die hij nooit had gewild. Hij kon geen vader zijn, dat was onmogelijk. Zelfs al werd hij met de neus op de feiten gedrukt. Er was niets dat hij zijn kinderen mee kon geven, helemaal niets! Hij was niet zoals zijn moeder, een goede kat.
H is for "Hope" that I will see them again.
De laatste kitten, hij draaide zich om naar de witte kitten die een poosje geleden nog springlevend had geleken. Echter ademde ze niet meer. Zijn adem stokte in zijn keel terwijl hij voorzichtig zijn neus in de witte vacht van de kitten drukte, ze was net zoals haar moeder naar Starclan vertrokken. Dovefeather zou in ieder geval niet alleen zijn. "Heavenkit," Naar de lucht die zich had opengebarsten en het feit dat Starclan altijd in de nachthemel was te zien. Zijn groene ogen blonken in het donker, wazig door de tranen die hij tegen probeerde te houden voordat hij zijn schouders rechte en de vier levende kittens dichter naar zich toe trok. Hij richtte zich tot zijn moeder terwijl zijn stem trilde. "Ik... Ik kan geen vader zijn." Mauwde hij zacht, bijna onverstaanbaar in het helse weer. Hij kon er niet voor zijn kittens zijn, hij wist niet wat hij aan moest me zichzelf, laat staan dat hij hen kon geven wat ze nodig hadden. "Ze... ze hebben een ouder nodig zoals jij mam... niet ... niet ik." Sprak hij verslagen, hij was niet het beste voor de kittens, dat wist hij en dat wist zijn moeder waarschijnlijk ook.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love za 6 apr 2019 - 13:16
De kattin grauwde van pijn toen ze haar poten in haar buik zat en dat gaf alle confirmatie die de jonge queen nodig had. Redpetal beet even op haar lip, onzeker in wat ze nu moest doen. Het logische zou natuurlijk zijn om een medicine cat erbij te halen - maar plots ging alles veel te snel. De langharige calico begon te kronkelen van de pijn, waarop Cedartree een paar passen naar haar toe zette. Het was de kleine poes nu wel duidelijk dat haar zoon geen vreemdeling was voor de Riverclanner. Ze wierp hem een bijna vragende blik al lag er geen woede of onbegrip in haar gouden ogen. Het hart wou wat het hart wou - dat wist ze als geen ander.
De geur van blood liet haar terug naar de Riverclanner aan haar poten kijken. Redpetal knielde neer bij haar lichaam. Ze wenste dat ze wist wat ze moest doen, dat ze hier ervaring mee had - maar in ieder geval had ze waarschijnlijk meer ervaring dan de twee jonge katten hier bij haar. Zij had al eens een nestje ter wereld gebracht en ze had in de nursery meer dan eens een kattin kittens zien werpen. Maar toch was het anders op dit moment, wanneer zij degene was die ervoor moest zorgen dat het tot een goed einde kwam. "Je moet persen.", mauwde ze zachtjes tegen de Riverclanner, haar stem bevend. Ze wist niet of de ander haar gehoord had, maar in ieder geval begon er beweging te komen. De poes kreunde en perste en uiteindelijk verscheen een breed gebouwde rosse kitten op de koude grond. De Riverclanner begon uit instinct haar zoon droog te likken, maar haar lichaam gaf haar geen tijd tussen de weeën. Redpetal nam het katertje van haar over, wetend dat de kitten zo snel mogelijk droog gelikt moest worden als het een kans op overleven wou hebben. Even ontmoette ze de groene blik van haar zoon, die haar met paniek en vragen in zijn ogen aankeek.
De geur van bloed begon steeds zwaarder op hen te drukken en de stenen onder de Riverclanner begonnen langzaamaan rood te kleuren. Redpetal wist dat dit niet normaal was; paniek deed haar hart kloppen in haar keel. De poes zou dit niet overleven, daar was ze nu al van overtuigd. Zoveel bloedverlies was nooit goed, zeker niet zo ver van de dichtstbijzijnde medicine cat. Maar ze kon haar nu niet alleen laten om iemand te gaan halen, niet midden in de bevalling. Starclan wist hoe bang zij toen geweest was. Een tweede kitten verscheen ten tonele, een bijna volledig wit poesje. Cedartree duwde zijn hoofd in het nekvel van de poes, wat voor Redpetal alleen maar meer bevestigde wat ze in het begin al gezien had. Dit was niet zomaar een kennis. De kleine kattin nam het poesje opnieuw over van de Riverclanner, likte haar zo goed als ze kon droog en legde haar toen naast haar broertje. Ze duwde het tweetal zo dicht tegen de Riverclanner als ze kon, hopend dat de geur en de warmte van hun moeder hen zou kalmeren.
Ondertussen hoorde ze in de verte donder ratelen, als een waarschuwing voor wat nog zou komen. De queen richtte heel even haar blik op de steeds donker wordende lucht voor een derde kitten haar aandacht opeiste. Een bruin katertje, bijna een exacte kopie van Cedartree toen die zijn grootte had. Er was geen twijfel meer mogelijk over hun vader, zoveel was zeker. Maar nu was niet het moment om dat aan te kaarten. De Riverclanner likte het vliesje van haar tweede zoon, waarna Redpetal hem opnieuw overnam om hem volledig droog te likken. De Riverclanner legde haar kop neer, was duidelijk doodop, maar een soort vastberadenheid die je alleen zag bij werpende poezen dreef haar verder. De kattin zette opnieuw een poesje ter wereld, eentje met net zo'n calico vacht als ze zelf had - maar dan lichter. Opnieuw diezelfde routine waar de moeder het vliesje vrijmaakte, waarna Redpetal hen verder droog likte.
Toen leek de Riverclanner te beseffen dat ze het niet zou halen. De kleine tabby richtte haar gouden blik weg van het tweetal in een poging hen wat privacy te geven in dit laatste moment. Haar ogen vulden zich met tranen bij de zwakke stem van de poes. Een geliefde verliezen was zo zwaar - maar ze kon zich niet inbeelden hoe de afgelopen manen voor Cedartree geweest moesten zijn. Verliefd, zonder ooit een kans op een happy ever after. Gedoemd om hun liefde voor eeuwig geheim te houden. Het deed haar pijn dat hij zelfs haar niet had durven vertellen over zijn Riverclanpoes; had hij dan niet geweten dat ze hem altijd zou steunen, zelfs al brak het de warriorcode? Of wou hij zijn arme moeder de stress niet aandoen? Alles was beter geweest dan het op deze manier uit te vinden. Maar Redpetal zou hem altijd blijven steunen, wat er ook gebeurde. De Riverclanner verklaarde dat de kittens van Cedartree waren, iets dat voor haar al geen verrassing meer was. De hemel barstte los toen de Riverclanner haar laatste adem uitblies, waarna ze haar met tranen gevulde ogen weer op het tweetal wierp.
Cedartree hield zich sterk. Hij was sterk, haar sterke zoon, veel sterker en moediger dan ze zelf ooit geweest was. Redpetal trilde lichtjes en keek toe hoe hij één voor één de kittens bij hem nam en ze een naam gaf. De eerste, het rode katertje, Driftingkit. Vermoedelijk naar Riverclan, de clan van hun moeder, waar ze vandaan kwamen. Ergens had Redpetal het gevoel dat ze niet meer terug zouden gaan naar Riverclan.
De tweede, Evekit - naar redenen die voor haar onbekend waren. Misschien een moment dat ze gedeeld hadden? Ondertussen bleef de regen op hen inslaan. Het doorweekte hun vachten, deed hen allemaal kleiner lijken dan ze eigenlijk waren. Redpetal deed een poging de kittens droog te houden met haar lichaam, maar ze was klein en het was niet te vermijden dat ze koud en nat werden.
De derde werd Fishkit genoemd. Opnieuw een duidelijke verwijzing naar Riverclan - maar ze had het gevoel dat het iets meer betekende, dat Cedartree er nog een diepere betekenis in zag. De rosse kattin slikte moeizaam. Ze wou niets meer dan haar kopje tegen die van haar zoon te duwen, maar ze moest hem nu ruimte geven.
De vierde werd Gracekit. Vermoedelijk naar de moeder. Stilletjesaan begon het Redpetal te dagen dat dit betekende dat ze grootmoeder was - iets dat ze nog lang niet verwacht had. Plots voelde ze zich oud, bijna achtergelaten. Ze had altijd geweten dat haar kittens uiteindelijk een eigen familie zouden beginnen, of ze had dat in ieder geval toch gehoopt - maar dat was altijd verre toekomstmuziek geweest. Nu was het echter écht, in het hier en nu, en dat was overweldigend.
Blijkbaar was er nog een vijfde kitten. De rosse queen had het laatste witte poesje zelfs niet opgemerkt; het lag aan de buik van haar moeder, opgekruld en stil. Té stil. Voorzichtig neusde Redpetal in het kleine witte poesje en Cedartree deed hetzelfde. Levenloos. De tranen, die eerder slechts in haar ogen stonden, liepen nu vrij over haar wangen. "Het spijt me..", murmelde ze zachtjes, niet echt wetend of ze het zei aan Cedartree, aan de kitten of aan de moeder. Misschien aan alledrie tegelijk. Ze had gefaald - ze had willen helpen maar ze had haar emoties zo hard de bovenhand laten nemen dat ze niet eens gezien had dat er nog een kitten was, eentje die het daardoor niet overleefd had.
Cedartree doopte het laatste poesje om tot Heavenkit, waarna hij zijn vier levende kittens verzamelde en in zijn lichaamswarmte probeerde droog te houden. Redpetal nam voorzichtig het lichaampje van de vijfde kit, van Heavenkit, en likte het droog. Iets dat ze eerder had moeten doen - dan had het misschien nog geleefd. In ieder geval zou het nu bij haar moeder zijn, al wist ze niet of dat zo'n grote troost was. De queen richtte haar blik op haar zoon en haar vier kleinkits toen die haar aansprak.
Het onweer bulderde rond hun oren, waardoor ze zich goed moest concentreren om zijn woorden te verstaan. "Oh, Cedar..", mauwde ze zachtjes, waarna ze haar doorweekte vacht tegen de zijn duwde in een soort halve omhelzing. De queen boog haar kopje naar beneden en duwde Heavenkit naar de vier anderen. Ze konden nog even samenzijn. "Wat wil je dan met hen doen?" Ze konden hen niet achterlaten, niet in dit weer, niet zonder moeder of vader. Ze zouden het nooit overleven.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love zo 7 apr 2019 - 13:58
Normaal gezien zou geboorte een tijd zijn om te vieren, maar hier was dat niet het geval. Het was stil en koud toen hij voor het eerst adem binnen trok in zijn lijf. Het stak zijn longen en liet zijn lijfje sudderen op manieren die ongekend aan hem waren. Hij was onervaren en nog zo zwak en klein. Wat er gebeurde rondom hem was onbekend, doof en blind was hij. Maar warmte kwam hem al snel toegemoet. Niet voor lang. Hij werd zo gehouden tot op een punt dat hij zichzelf in leven kon houden en zijn bevende lijfje wat ondersteuning kon krijgen. Even piepte het jong waarna het zich in de sneeuwwitte pels drukte van zijn moeder, waarvan het leven langzaam uit haar sijpelde. Weinig besef hebbende dat hij en zijn siblings de boeman waren van dit tragedie. Hoe moest hij dat beseffen op deze leeftijd.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love zo 7 apr 2019 - 16:37
Het leven was niet eerlijk. Het kleine poesje had nog maar net de buik van haar moeder verlaten, een moment dat eentje van nieuw leven en nieuwe kansen had moeten zijn - maar een moment dat voor haar slechts een moment duurde. Ze had haar oogjes nooit kunnen openen om de wereld om haar heen te zien, had zelfs geen eerste hap adem kunnen halen of haar stemmetje aan de wereld kunnen laten horen. Ze spartelde slechts heel lichtjes, haar witte vacht nat en koud en plakkend aan haar kleine en magere lichaampje. Niemand zou ooit de kleur van haar ogen of de klank van haar stem kennen. Niemand zou weten wat voor karakter ze gehad zou hebben, hoe ze met haar siblings of haar ouders om gegaan had, wat ze leuk en lekker gevonden had, de dingen waarmee ze haar dagen had gevuld of de spelletjes die ze zou verzinnen om zich mee bezig te houden. In de onweersbui die haar moeders laatste momenten zou vullen klopte ook haar hartje voor de laatste keer. Ze had nog niet de kans gehad haar laatste adem uit te blazen, sinds ze nooit haar eerste adem had ingeademd. Haar geest vertrok naar Starclan slechts luttele momenten nadat ze op aarde was aangekomen. Na haar veel te vroege dood werd ze nog Heavenkit genoemd, naar de hemel waar ze haar hele bestaan zou uit'leven'.
Everpaw
Member
Bunny 76 Actief "With rosy cheeks and glancing eyes and voices sweet as honey. "
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love zo 12 mei 2019 - 10:17
Herinneringen zou ze niet meer overhouden aan dit moment. Gelukkig maar, want deze avond was koud en kil. Slechts het licht van de bliksem die insloeg verlichtte haar witte lichaam, de rode puntjes op haar neus amper zichtbaar en haar piepende stemmetje slecht hoorbaar door de regen. Er was liefde toen het vliesje van haar neus werd gelikt, er was warmte van haar vader die haar afschermde, maar er was zoveel verdriet. Het bloed waarin ze geboren werd, zou haar nog lang najagen. Een leven voor een leven, het was vreemd hoe Starclan werkte soms.
Onderwerp: Re: The Alphabet of Love zo 30 jun 2019 - 14:42
rain is grace without rain there would be no life.
@ Redpetal, Cedartree & kittens
Nooit zou de jonge kitten haar ouders kennen als haar ouders. Haar moeder, een calico zoals zijzelf was, had haar leven gegeven voor haar kittens. Kittens die haar nodig hadden, voeding en de liefde die een ouder kon brengen. Iets waar de jonge kater niet in staat voor leek te zijn. Terwijl ze als een na laatste geboren was, had ze trillend op de grond gelegen, niet alleen van de koude maar ook doordat haar lichaam niet mee werkte. Schokjes lieten haar lichaam kronkelen. Ze piepte zacht, zwak terwijl haar oma de zorg van de kittens op zich nam. Haar rode oma, een kattin die ze zou leren kennen als haar moeder aangezien ze degene was die de taak op zich zou nemen. Het leven was niet eerlijk, en ze waren wellicht door Starclan gestraft. Immers waren ze Halfclanners, hadden ze ouders uit een andere Clan. Gracekit werd vernoemd naar de gratie van haar moeder, alleen was het de vraag of die naam bij haar zou passen. Want later zou blijken dat de straf van Starclan verder ging dan alleen een overleden moeder. Ze kregen een andere fantastische moeder terug die de kittens zou leren wat ze moesten leren. Een broer, die hun vader was en een oog op haar en haar nestgenootjes zou houden. Haar gepiep werd zachter, ze was moe maar het trillen van haar lichaam wilde niet stoppen. De spanning op haar spieren was onprettig echter had de kitten niet de energie te klagen. De warmte van haar biologische vader deed haar weg zakken in slaap, nog voordat het onweer de hemel oplichtte en de vachten van de twee volwassen katten doorweekte. Dit alles zou de kleine kitten niet herinneren, soms was onwetendheid een gave. In dit geval zorgde het ervoor dat ze de pijn niet hoefde te voelen en nog niet begreep dat haar leven moeizaam zou worden.