We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
James 205 Actief "We would say anything just to hear what we want. Right or wrong. Then we lie to be forgiven. We would sell anything just to buy who we're not. Any cost. Oh, we kill our way to heaven."
De kleine kater keek onzeker naar de uitgang van het kamp. Hij zou eigenlijk naar buiten moeten maar dit vond hij nog vrij spannend. De buitenwereld kende hij namelijk nog niet en wie weet wat voor gevaren daar allemaal schuilde. Zelf was hij ook niet de grootste of snelste, in tegendeel hij leek nog een kitten op veel manieren. Wel een kitten van 4 a 5 moons en niet compleet hulpeloos... maar toch. Hij was zich enorm bewust van hoe kwetsbaar hij was. Daar had die vogel wel voor gezorgd. Hij had een bloedhekel aan die beesten gekregen. Maar hij had een goede motivatie om wel naar buiten te willen. Whitepaw had namelijk honger. Zonder echte ouders die er duidelijk voor zorgde dat hij eten binnenkreeg, en zijn adoptie ouders die toch al wat afstand namen, voelde het alsof hij op zichzelf stond hiermee. Als je wilde eten moest je het vangen. Toch? Hij dacht van wel. Ongemakkelijk keek hij eens om zich heen en hierna naar de hemel. De lucht was bedekt door donkere wolken waaruit sneeuw kwam. Sneeuw. Hij had het laatst voor het eerst gezien. Het witte spul bedekte de grond en eigenlijk alles wat het aanraakte. Sommige vergeleken hem ermee omdat hij ook zo licht was, al leek hij wel witter dan sneeuw. Of misschien was het betere woord, meer roze. Instinctief voelde de witte ondergrond al een stuk beter en veiliger, en hij had geluk dat het nog niet dikke sneeuw was en hierdoor ook niet diep. Dus bevriezen was voor nu nog geen probleem, al zou dit later in het seizoen nog komen. Zijn aandacht werd weggehaald van zijn gedachtes toen het licht zijn ogen prikte. Oke. Op drie ga je Whitepaw. 1.
+ Stagpaw
Stagpaw
Member
Kippetje 109 Actief When you kill a king, you don't stab him in the dark.
You kill him where the whole court can watch him die
2. 3. Stagpaw kon zijn angst haast tasten, of iniedergeval de nervositeit die om hem heen hing terwijl hij daar aan de rand van het kamp stond. Stagpaw was goed in observeren, anderen van een afstandje begrijpen. Daarom ook dat hij zijn afstand hield van het katertje, iniedergeval genoeg om niet als een 'stalker' verstoten te worden. Wat de ander echter niet wist, was dat na het vogel incident, Stagpaw zijn ogen niet meer van Whitepaw af gehouden had. Het kleine katertje had zijn aandacht getrokken door zijn zachte karakter en gelijkenis aan zijn overleden zusje. Helaas was het niet alleen zijn aandacht, iets dat de grote kater mateloos irriteerde, maar hij wist wel beter dan ze van hem af te bijten. Daar zou hij wel andere manieren op vinden, uiteindelijk. Nu echter, besloot hij toch maar op de ander af te stappen, immers leken geen van zijn andere vrienden in de buurt te zijn. Niemand zou hen storen, voor nu. Toen hij langs hem stapte streek zijn staart langs diens witte lichaam. Het had een ongeluk kunnen zijn, alleen was het dat niet. "Kom, dan gaan we samen jagen," klonk zijn stem vriendelijk en uitnodigend, en kort gunde hij de ander een glimlach. Ja, nu konden ze samen iets doen. Zonder Bloodpaw, zonder Nightcurse. Dat was goed.
Whitepaw.,
Member
James 205 Actief "We would say anything just to hear what we want. Right or wrong. Then we lie to be forgiven. We would sell anything just to buy who we're not. Any cost. Oh, we kill our way to heaven."
Terwijl zijn onzekerheid over alles de overhand nam in het kleine beest merkte hij niet dat er iemand was die naar hem keek. Iets wat veelzeggend was voor hem, aangezien Whitepaw een vrij sterk aangeboren instinct had. Hij wist dingen vaak, hij voelde ze. Het was iets wat in iedereen was aangeboren maar bij sommige was het net een beetje sterker... zoals bij hem. Omdat hij altijd alles al alleen had moeten doen was zijn lichaam hier compleet op ingesteld, om dit zo efficiënt mogelijk te doen. Altijd, behalve nu. Vandaar dat hij ook zichtbaar op schrok toen hij ineens een staart langs zijn flank voelde, al duwde hij deze niet weg. Hij hielt van aanraking, dat gaf hem een illusie van liefde en warmte. De verwarring bleef voor een kort moment in zijn roze ogen hangen tot hij sprak. “Oké Stagpaw.. als jij het zegt” De ander had zeker geklonken van zijn zaak dus wie was hij om er tegenin te gaan? Daarbij was het fijner om samen te gaan dan alleen. Stagpaw was groot en stoer, en best aardig ook. Hij zag geen reden hem niet te volgen. Vandaar dat de albino apprentice zich aanpaste aan het tempo van de ander en lichtelijk tegen hem aan ging lopen, waardoor hun pelsen elkaar soms raakte in hun passen. Iets wat hij zelf als ontspannend ervaarde. “Hoe vind jij het, om apprentice te zijn? Wie is je mentor?” Besloot hij maar te vragen, meer om de stilte te breken dan uit een behoefte te spreken. De stilte vond hij wel fijn, maar dit maakte het topic weer zo saai.
Stagpaw
Member
Kippetje 109 Actief When you kill a king, you don't stab him in the dark.
You kill him where the whole court can watch him die
Oh. Zijn aanraking had een sterkere reactie opgeroepen dan hij in eerste instantie had verwacht. Het bewees slechts dat zijn observaties nog niet voldoende waren, wat hem enkel meer motiveerde de ander in het oog te houden. In het mom dat hij slechts geïnteresseerd was in de ander, omdat zijn perfectionistische zelve er niet akkoord mee kon gaan dat hij meer dan slechts interesse had voor de kater. Gelukkig leek de ander niet onaangenaam verrast door zijn aanraking, want zijn staart bleef waar hij hem had aangeraakt. “Oké Stagpaw.. als jij het zegt” kort trilde hij met zijn snorharen en gunde de ander een kleine lach, die ietwat afstandelijk leek. Mooi. Hij zette een rustig tempo in, zodat de ander hem bij kon houden. Bewust zorgde hij ervoor dat ze enkel in de schaduwen traden en was ietwat verrast toen de ander zo dichtbij kwam lopen, dat hun vachten tegen elkaar aanstreken bij iedere kleine beweging. De kater deinsde echter net als Whitepaw niet weg. “Hoe vind jij het, om apprentice te zijn? Wie is je mentor?” Stagpaw keek hem kort aan met zijn bijzonder gekleurde ogen en haalde toen slechts zijn schouders op. "Nightblood is een capabele warrior," het deed hem goed dat Tallstar hem een senior warrior had aangewezen die, ondanks zijn wat wisselende humeur, wel in staat zou kunnen zijn hem iets te leren. Toch had hij niet veel te zeggen over zichzelf, zijn aandacht ging eerder uit naar de ander."Nightcurse," sprak hij enkel. "Jullie lijken het wel goed te kunnen vinden," stelde de kater vast, zijn stem nog even kalm als altijd, maar er hing een scherp randje aan die lastig te plaatsen was. Met zijn passen liet hij nogmaals zijn staart kort langs die van de ander strijken tijdens hun wandeling, alsof hij een signaal af zou geven naar Nightcurse, die niet eens aanwezig was.
Whitepaw.,
Member
James 205 Actief "We would say anything just to hear what we want. Right or wrong. Then we lie to be forgiven. We would sell anything just to buy who we're not. Any cost. Oh, we kill our way to heaven."
De albino kat vond het fijn om dicht bij een ander te lopen. Dit voelde voor hem veilig, een gevoel wat enorm zeldzaam was. Hij was van zichzelf al altijd op zijn hoede voor al het mogelijke gevaar op de wereld. Want de wereld was niet voor hem gemaakt. Hij keek naar katten zoals Stagpaw… Hij was alles wat een kater ook kon willen zijn. Geboren gespierd en knap, zijn pels vol kleuren net zoals zijn ogen zowel warm als koud waren. Sterk. De wereld wilde katten zoals Stagpaw niet pijn doen. De zon zou hem nooit branden, vogels zouden nooit voor hem duiken en de kou zou hem nooit doordringen zoals het bij Whitepaw zelf deed. Toch voelde hij geen jaloezie, hij wist dat leven niet voor hem bedoeld was. Dat zeiden zijn ouders altijd, dat hij in Starclan hoorde. Niet dat hij deze termen helemaal snapte maar hij wist wel dat het… niet hetzelfde was als nu. Want bij het woord Starclan gingen andere huilen. Of werden ze boos, zoals zijn ouders altijd boos werden. Kort schudde hij de nare gedachtes weg en keek weer omhoog naar de ander, waar hij zich dichter tegen aan duwde. “Ik ken Nightblood niet persoonlijk” Antwoorde hij zachtjes terug, een voorzichtigheid in zijn toon die zijn eerlijke reactie bijna schuldig liet klinken. Hij was nog te jong om iedereen echt te kennen, al wist hij van gezicht en naam wie het was. Een oudere warrior en ervaren. Het paste bij iemand met veel potentiëel zoals Stagpaw. Hij verdiende dat. Straks zou hij zelf een grote warrior worden… Whitepaw had niet zulke dromen over zichzelf. Toen de ander verder ging knikte hij even, een kleine glimlach drong op zijn snuit, onbewust. “Nightcurse is… geweldig. Hij traint me hard, maar hij is alles wat ik ooit wil zijn. Als een vader voor me.” Whitepaw was iemand die zichzelf geen karakter kon geven, maar in plaats hiervan graag via een ander meeleefde. Zo was Nightcurse zijn idool en vaderfiguur. En tja, als hij eenmaal gehecht was aan iemand bleef hij ook hangen. Hij voelde ondertussen een staart langs de zijne strijken, een gevoel wat hij nog raar vond. Instinctief en submissive als hij was wilde hij zijn staart tussen zijn benen steken. Maar zijn behoefte voor aanraking was zo sterk dat zijn staart enkel kort rond die van de ander krulde. Om hierna de aandacht weer strak voor hem te richten. “Wat vind jij van hem?”
Stagpaw
Member
Kippetje 109 Actief When you kill a king, you don't stab him in the dark.
You kill him where the whole court can watch him die
Kort trok Stagpaw met zijn oor. Dat was ook niet nodig, Nightblood was een capabele mentor, opnieuw, maar hij was geen vriend. De kater was er om hem dingen bij te brengen en zijn talenten te perfectioneren, een emotionele band vormen met iemand in een dergelijke positie zou slechts belemmerend zijn, niet? Daarom kon Stagpaw de schuld in zijn stem niet helemaal plaatsen. In plaats daarvan had hij meer interesse in Whitepaw, die wél een vrij diepe relatie leek te hebben met zijn mentor. Het feit dat de witte kater begon te glimlachen toen hij er naar vroeg gaf hem enkele ideeën die hem niet aan stonden. “Nightcurse is… geweldig. Hij traint me hard, maar hij is alles wat ik ooit wil zijn. Als een vader voor me.” Voor een moment keek de kater hem aan in zijn onnatuurlijk roze ogen, zijn eigen blik even leeg als de witte hemel boven hen. Snel genoeg bracht hij echter weer de kenmerkende half glimlach terug op zijn lippen, waarbij zijn staart langs die van zijn ranggenoot ging. “Wat vind jij van hem?” schijnbaar zonder twijfel werd zijn glimlach wat brede. "Nightcurse is een competente warrior," sprak hij, naar wat de ander waarschijnlijk wilde horen. De werkelijkheid was dat Nightcurse hem absoluut niet lag, zijn woorden tijdens de terug keer van Tallstar waren hem niet ontgaan. Bovendien hield hij er niet van dat Whitepaw zo ingenomen over hem scheen te zijn, wanneer hij dat eigenlijk over hemzelf moest zijn. Kort kwam de kater tot stilstand, waarbij hij zijn staart niet volledig losmaakte van de ander. Inmiddels dwarrelden er al kleine vlokjes wit naar beneden, die de grond bedekten en een vreemd aanblik gaven. Wanneer hij ouder was geweest, had hij an de lucht kunnen zien dat het niet veilig zou zijn om nog lang buiten te blijven. Echter was de waarheid dat hij daar nog niet genoeg kennis noch ervaring voor had, dus draaide hij zich om naar de ander, waarna hij een vage grijns op zijn lippen kreeg. "Je bent nog witter dan de sneeuw, Whitepaw," sprak hij de ander zachtjes toe, waarbij hij een klein beetje van de afstand tussen hen overbrugde.
Whitepaw.,
Member
James 205 Actief "We would say anything just to hear what we want. Right or wrong. Then we lie to be forgiven. We would sell anything just to buy who we're not. Any cost. Oh, we kill our way to heaven."
Whitepaw had zijn pigmentloze ogen omhoog gericht naar de ander. Er was een redelijk verschil in formaat tussen de twee. Zelf was hij nog klein, even groot als een kitten hoorde te zijn. Zelfs zijn bouw was enorm delicaat en bijna vrouwelijk te noemen. Nee niet eens vrouwelijk, geslachtsloos. Hij leek tussen een she-cat en een tom in te zitten. Zelfs zijn stem had niks wat zijn mannelijkheid weggaf. Het zorgde voor een vreemde verschijning maar het zette de mysterieuze sfeer die hij had kracht bij. Whitepaw was simpel gezegd…anders. Maar dat kon je ook over Stagpaw zeggen. Het viel hem op dat zijn ogen nooit wat weg leren te geven en zijn glimlach wat vreemd was. Niet eng of gemeen, maar anders, iets wat hij niet was gewent. Iets wat de pluizige en dunne vacht op zijn lichaam iets omhoog liet zetten. Ook zijn antwoord was niet zo diepgaand als hij had gehoopt, blijkbaar deelde zijn vriend niet zijn adoratie voor zijn mentor. Misschien maar beter ook, anders zou Nightcurse hem misschien vervangen. Hij wist niet wat de witte kater in hem zag maar wat het ook was, hij moest dat vasthouden. Want zonder hem… zonder hem was hij weer alleen. Een trilling schoot door zijn lijf. Alleen. Of zou Stagpaw nu ook bij hem blijven? Hij was er nog niet zeker van. Zijn mentor was gekoppeld aan enkele gebeurtenissen in zijn kittentijd, iets wat langzaam verzwakte in herinnering maar voor hem persoonlijk belangrijk bleef. Het ging ook niet om wat er precies gebeurde maar vooral om het gevoel van veiligheid en liefde die eraan gekoppeld was. En hij was nog maar jong, wilde niet ieder kind liefde kennen? Waar ze dit ook maar konden vinden? Starclan had hem Nightcurse gegeven. Het begon te sneeuwen. Vlokjes die Whitepaw enkel kon omschrijven als bevroren wolk die uit de hemel kwamen vallen. Zijn nieuwsgierigheid was gewekt, waardoor hij zijn oortjes naar voren duwde en een van de vlokken met zijn ogen volgde tot deze met een tikje lande op zijn neus. Hij schudde de kou eraf. De apprentice wist nog weinig over dit weertype, al had het zijn verbeelding te pakken. Daarbij was de kater enorm gelovig. Voor hem was alles een connectie met de sterren, net zoals deze vlekjes wel een teken moesten zijn. Hij wist alleen nog niet zeker wat dat teken was. Maar daar kwam hij nog wel achter, toeval bestond immers niet. Ook hij maakte zich geen zorgen om de grijze hemel, ondanks dat de sneeuw zich langzaam begon op te bouwen op de grond. Zijn blik gleed van de sneeuw richting de andere kater, die hem aan leek te kijken. Oh. Verward keek hij naast zijn eigen poot, waar de sneeuw al lag. Hij was inderdaad witter.. of misschien meer roze? Hij leek in ieder geval lichter dan het witte spul te zijn. “Je hebt gelijk… Stagpaw, weet jij waarom ik zo ben? Zo anders dan de rest? Witter dan sneeuw en net zoals sneeuw smelt als de zon erop schijnt, de zon mij ook pijn doet?” Hij wist niet waarom hij dit zomaar vroeg, maar het voelde goed. Zelf ging hij ook dichter bij de ander staan, bijna onder diens kin, voornamelijk omdat de warmte voor hem prettig was. De sneeuw bracht immers kou mee. “Denk je dat we nog kunnen jagen in de sneeuw?” Bij deze woorden duwde hij zich compleet in de pels van de ander, terwijl zijn kop zich tegen de onderkant van Stagpaw zijn hoofd aangeduwt werd, in de beweging van een kopje. Hij had hier behoefte aan.
Stagpaw
Member
Kippetje 109 Actief When you kill a king, you don't stab him in the dark.
You kill him where the whole court can watch him die
Het was hem als kit al verteld dat zijn staren anderen ongemakkelijk kon maken, waardoor hij het meestal niet in het openbaar deed. Toch kon hij niet anders dan de ander in zijn blikveld houden, de manier waarop hij de vol interesse naar de sneeuwvlokjes keek en hoe de hemel, op haar beurt, geïnteresseerd in hem leek te zijn, toen ze het grootste vlokje precies op haar roze neusje lieten vallen. Minkkit staarde gebiologeerd op naar de hemel en kort wilde Stagpaw zijn poten uitstrekken om haar te omhelzen zoals hij vroeger zo vaak had gedaan. Toen echter keek ze naar hem om, en werd zijn fantasie verbroken. Kort knipperde hij uit zijn ogen, maar de kater was hierdoor niet uit zijn doen gebracht. “Je hebt gelijk… Stagpaw, weet jij waarom ik zo ben? Zo anders dan de rest? Witter dan sneeuw en net zoals sneeuw smelt als de zon erop schijnt, de zon mij ook pijn doet?” opnieuw maakte hij oogcontact, allicht langer dan de sociale norm zou voorschrijven. Zijn woorden waren bedoelt als een degelijk compliment, maar in de stem van Whitepaw leek slechts een duidelijke onzekerheid terug te vinden. Hij was bang. Bang voor wat? Hij was er nog niet achter, maar kort strekte hij toch zijn poot uit naar de ander, waarbij hij diens fluwelen witte vacht over zijn pootkussentje liet glijden. "Je bent mooier dan de sneeuw," waren zijn woorden, niet bitterzoet maar monotoon als altijd. Toch was de glimlach op zijn lippen weliswaar lastig te doorgronden, maar warm toen hij de ander opnieuw aan keek. Het was geen antwoord op zijn vraag, maar die zou hij toch niet kunnen geven. "Niet iedereen wordt hetzelfde geboren, Minky, maar je bent hier, en dat is wat er toe doet," de naam was er zo tussen geslopen dat hij het zelf niet eens door had. De ander leek hierin een uitnodiging te zien van een bepaalde soort, want Whitepaw stapte dichterbij en rustte zijn kop haast onder diens kin, zo dichtbij dat Stagpaw zijn ademhaling kon voelen op zijn borst. “Denk je dat we nog kunnen jagen in de sneeuw?” Toen de ander zich volledig tegen hem aan drukte en zelfs zijn kopje tegen de zijne aan liet strijken, sloot hij kort zijn ogen. Zijn eigen grijs-witte kop, die tegenover de vacht van Whitepaw vol kleuren leek te zitten, liet hij zachtjes op die van de ander rusten, waarbij zijn ogen naar de hemel gingen. Inmiddels was de wind opgetrokken en sloeg de eerder zo zachte vlokjes hard tegen de twee jonge apprentices aan. "Nee," miauwde hij enkel naar de waarheid, waarna hij zijn kop oprichtte en de sneeuwvlokken uit zijn ogen moest knipperen. "De wind is guur, we kunnen beter terug keren,"enkel had hij zijn woorden nog niet uitgesproken of de wind raasde nog harder tussen het normale donkere bos door. Beschermend sloeg hij zijn staart op de veel kleinere kater heen, geen wind zou hem schaden.
Whitepaw.,
Member
James 205 Actief "We would say anything just to hear what we want. Right or wrong. Then we lie to be forgiven. We would sell anything just to buy who we're not. Any cost. Oh, we kill our way to heaven."
Whitepaw was zich van geen kwaad bewust als het ging om Stagpaw. Hij had nog weinig ervaring met de wereld en met de sociale code, iets wat tijd en leeftijd hem wel zou brengen. Voor nu was het gedrag dat de ander vertoonde nog compleet acceptabel. Misschien dat hij hier later anders over ging denken. Zelf had hij ook nog weinig waarde aan dingen zoals deze, hij hielt er immers van om dicht tegen andere aan te zitten. Het fysieke contact was voor hem geruststellend maar ook validerend. Het gaf hem een prettig gevoel, daarbij ook de warmte die hij oh zo nodig had. Stagpaw leek misschien hetzelfde in elkaar te zitten, hij raakte hem ook vaak aan. Toch stond hij hier weinig bij stil en luisterde enkel naar het antwoord op zijn vraag, een die hem verbaasde. Mooier dan sneeuw? Hij was nog nooit omschreven als… mooi. Hij was vaak een meisje genoemd, iets wat logisch is met zijn uiterlijk. Zijn bouw was ook redelijk geslachtsloos, met een dunne, wispy pels en roze ondertonen. En dan zijn ogen, zijn ogen die een mix van een warm roze en ijsblauw leken te zijn. Ogen waar je doorheen kon kijken en het bloed in kon zien. De kater was klein en jong in uiterlijk, hij was al die dingen, maar hij was nog nooit mooi geweest. Vandaar dat hij ook sprakeloos was bij het compliment. Daarbij kon Whitepaw hier ook weinig context in vinden. Wat betekende het als iemand je mooi noemde? Hoe reageerde je daarop? En noemde hij hem wel mooi? Hij zei mooier dan sneeuw, misschien vond hij sneeuw niet eens mooi. Zo veel verwarring met weinig verduidelijking. “Mooier dan sneeuw?” herhaalde hij dus de woorden van de ander, in de hoop dat zijn mimiek duidelijkheid kon bieden. Stagpaw sprak verder, waardoor hij met aandacht bleef luisteren. De woorden waren aardig en geruststellend, maar de naam ertussen bracht verwarring op. “Minky? Wat betekend dat?” Klonk er zacht, alsof het voor hem aanvoelde alsof hij dom was om dat niet te weten. “Mama zei altijd dat ik dood zou gaan” bracht hij luchtig op, aangezien het woord dood voor hem nog geen inhoud had. “Ik vind wat jij zegt fijner” Hierna had zich tegen de andere kat aangeduwd en zag hoe weer zich had gedraaid. De wind was sterk en huilde krachtig. Nerveus duwde de witte apprentice zich tegen de borst van de ander aan, en voelde zich veilig toen zijn staart om hem heen kwam. “… Je hebt gelijk” Volgde hij stilletjes, om hierna op te staan en richting huis te lopen.. De wind nam dikke vlokken aan sneeuw mee en raasde rond hun heen. Het was bijna te sterk voor hem om te blijven staan. De kou zorgde ervoor dat hij zijn pootjes niet meer voelde, en hij viel in de sneeuw. Angstig haalde hij adem en keek omhoog naar de ander, en hierna om zich heen. Hij wist niet eens meer waar ze waren… Wel wist hij wat er voor zijn neus was, de ingang van een oud hol. “Kunnen we hier in gaan en wachten tot het over is?” Zijn stem werd meegenomen door de wind en belandde in een echo. Hij duwde zichzelf overeind en bleef trillend staan. Hij voelde zijn huid jeuken en ademhaling verzwaren. Hij was niet in staat de reis verder te overleven als ze doorgingen, hij had er simpelweg niet genoeg kracht of energie voor. En Whitepaw was een prooidier. Prooidieren leken altijd een talent te hebben in zichzelf te weten verbergen en te schuilen tot het gevaar voorbij was.
Stagpaw
Member
Kippetje 109 Actief When you kill a king, you don't stab him in the dark.
You kill him where the whole court can watch him die
Hij miste haar, op een vreemde manier. Zijn zusje was zijn enige gezelschap geweest wanneer zijn ouders zo koud waren tegenover hemzelf of elkaar. Kleine Minkkit, zijn Minkkit die hij moest beschermen. Haar witte vachtje moest uit de zon blijven, haar roze oogjes in leken enkel nog mooier in het donker. Het was vreemd om haar weer in zijn poten te hebben, zelfs al droeg ze een andere naam, zelfs al was ze werkelijk dood en haar lichaampje waarschijnlijk al opgevreten door de wormen die onder hun poten leefden. Vreemd, een vreemde manier. “Minky? Wat betekend dat?” klonk er zacht vanaf zijn borst, haast twijfelachtig. Stagpaw richtte zijn ogen op hun witte omgeving en de sneeuw die steeds sneller en harder uit de hemel kwam, onwillig om een antwoord te geven op de vraag van de kater die zich zo tegen hem aangedrukt had. "Een bijnaam," was zijn enige antwoord, zonder verdere uitleg. Het was de waarheid, het was altijd een koosnaam geweest, alleen niet voor hem. Niet voor Whitekit, niet voor Whitepaw. “Mama zei altijd dat ik dood zou gaan” de korte stilte die tussen hen in hing werd verbroken door die woorden. Het was het informatie die Stagpaw zijn oren al eerder had bereikt. Trok kort hij met zijn oor, niet wetend waarom de witte kater besloot dat nu op te brengen. “Ik vind wat jij zegt fijner” Enkele seconden sloot hij zijn ogen en ademde rustig in, waarbij zijn neus zich vulde met de zachte, haast kittenachtige geur die Whitepaw leek te omgeven. "Iedereen gaat dood," klonk zijn stem zacht maar standvastig. "Maar jij zult niet aan de klauwen van een ander sterven, Whitepaw. Er is meer voor jou hier dan in Starclan," de wind stak verder op en sloeg de eerder zachte vlokken in hun gelaat. Zo hard, dat het zelfs langs zijn dichte vacht begon te snijden. De sneeuwwitte kat moest de koude ook voelen, want hij vroeg of het jagen nog een optie was. Stagpaw antwoordde naar de waarheid, immers was hij realistisch genoeg om in te zien dat er geen prooi dieren meer tussen hun klauwen zouden sterven. Toen de ander zich los maakte van zijn vacht omsloeg de kou hem volledig, maar Whitepaw nog meer. De wind trok aan zijn nog veel wittere vacht, alsof het jaloers was, en gooide hem de sneeuw in. Het kostte hem slechts een fractie van een seconde om zich naar Whitepaw te begeven, wie hij stevig maar toch voorzichtig vast greep en zo de sneeuw uit wist te trekken. Hij leek haast gewichtloos. “Kunnen we hier in gaan en wachten tot het over is?” door de vacht in zjn nek kon hij moeizaam praten, maar de kater bewoog zich al naar het lege hol vlak voor hen, waarbij hij de ander ondersteunde. De wind zou hem afnemen, en dat stond hij niet toe. In het hol schudde hij kort de sneeuw van zich af en keek naar buiten. De sneeuw viel zo hard dat de lucht niet eens meer zichtbaar was, hij kon onmogelijk inschatten hoe lang de storm nog zou door blijven gaan. Één ding was zeker, ze zouden hem uit moeten wachten. Het hol was niet optimaal, immers was het even koud als buiten, maar het schermden af tegen de wind en de sneeuw. Nadat hij eenmaal hun veiligheid had vast gesteld keerde hij zich tot Whitepaw, wiens lichaam hij volledig in zich op nam. De sneeuw had zijn witte vacht verschillende kanten opgetrokken, hij zag er verwilderd en koud uit en zijn witte vacht stak scherp af tegen het donkere hol. "De wind zal uiteindelijk weer gaan liggen, tot dan zijn we hier wel veilig," rustig liet hij zich door zijn poten zakken, wetend dat ze toch geen andere optie hadden dan wachten. "Kom liggen Whitepaw, ik kan je warm houden. De sneeuw is buiten, wij zijn binnen,"
Whitepaw.,
Member
James 205 Actief "We would say anything just to hear what we want. Right or wrong. Then we lie to be forgiven. We would sell anything just to buy who we're not. Any cost. Oh, we kill our way to heaven."
Blijkbaar was Minky een bijnaam, al leek de kater er niet verder op in te gaan dan dat. Whitepaw was van natuur al niet nieuwsgierig, hij had geen aangeboren drang om overal het uiterste op te weten. Voor hem was vaak een simpel antwoord al genoeg. Dit was iets wat hij fijn vond van Stagpaw, op de een of andere manier was alles wat hij zei genoeg. Het was voor hem meer dan genoeg zodat hij niet verder hoefde te vragen. Er was veel aan Stagpaw waardoor hij het leuk vond om met hem om te gaan. De manier hoe hij zijn aanrakingen accepteerde, hoe hij begreep hoe moeilijk het soms kon zijn voor de witte kater en de manier hoe hij het leuk leek te vinden om met hem om te gaan. Hij voelde zich… gewild? Zo voelde hij zich ook bij zijn mentor. Alsof iemand hem eindelijk aardig vond en het waard vond om hem hier te laten. Om aandacht en energie in hem te steken. Hij vond dit fijn. De albino kat leek echter nog nieuw te zijn als het ging om gespreksonderwerpen uit te kiezen. Aangezien zijn volgende niet bepaald in de smaak viel. Hier kon hij ook weinig aan doen, hij was nog jong, op de leeftijd waarbij hij nog niet begreep dat je sommige dingen niet deelde met andere. Voor hem leek het logisch om alles te delen, zodat hij kon weten wat hij ervan moest denken aan de hand van de reactie die andere gaven. Maar Stagpaw tolereerde het nauwelijks en zei dat iedereen doodging. Dood had nog geen betekenis voor hem, dood was een woord zonder waarde en hol. Hij herhaalde wat zijn moeder zei maar het had geen inhoud. Echter voelde hij dat dit niet het moment was om erop in te gaan. En ergens vergat hij het bijna, door de rest wat de kleurvolle kat zei. “Wat is er dan nog verder?” Zijn zachte, geslachtloze stem werd bijna meegenomen door de wind. En hierna volgde de rest van hem ook. De wind was sterker dan dat hij zwaar was, en de storm was enorm intimiderend. Toch leek Stagpaw geen angst te voelen. Die kater was nooit bang leek het wel, nooit getast door het weer, de kou of de zon. Hij werd zelf de sneeuw in geworpen en probeerde overeind te klauteren, iets wat enorm moeilijk was als je niet meer wist wat boven of onder was. Alles was wit, de lucht, de grond en hijzelf. Een piep ontkwam hem toen hij ineens omhoog werd geheven, in de mond van de ander. Hij was klein genoeg ervoor, en instinctief liet hij zichzelf slap hangen. Zijn vriend droeg hem mee het hol in en liet hem los. Whitepaw kroop naar binnen tot het hol ver genoeg van de ingang was om niet meer de wind te voelen. Hier schudde hij zichzelf uit zodat de laatste sneeuwvlokjes uit zijn pels vlogen. Het maakte hem pluizig, al maakte dit hem al lang niet meer uit. Het donker van het hol was prettig aan zijn kwetsbare ogen en huid, nog fijner dan dat de bewolkte dag was. “Bedankt Stagpaw.. voor het helpen” Klonk er oprecht van hem. Hij had niet geweten wat hij had moeten doen zonder dat de kater erbij was geweest. Stiekem was hij onder de indruk van de ander. Want hij was net een warrior, terwijl hijzelf net een kitten was. Een klein zuchtje verliet zijn mond terwijl de kou een trilling door zijn lijf schoot. Hij knikte kort en liep naar de tabby toe, om zichzelf tegen de ander aan te leggen. “Denk je dat het nog lang gaat sneeuwen?” De warmte van de kater was prettig, waardoor hij zijn ogen sloot en zijn kop onder de kin van de ander duwde, een zwak gespin kwam op vanuit zijn borstkast. Zelf was zijn lichaam nog ijskoud, al begon hij van binnenuit te ontdooien. Misschien hoopte hij wel dat de sneeuw nog even doorging zodat hij hier langer kon liggen “Heb jij het niet koud?” Bezorgt. Een emotie die hij nog niet eerder had gevoeld gericht op een ander. Hij was niet snel bezorgt, zelf vond hij vaak grappig als andere er slechter toe waren dan hijzelf. Maar niet Stag. Nee. Waarom wist hij ook nog niet.