Ze had haar nest ondertussen al aan flarden getrokken met haar scherpe nageltjes. De zwarte kitten had haar oren ongelukkig wat naar achteren gelegd en haar adem ging in nerveuze scheuten naar binnen en naar buiten. Haar zesde maan kwam haar aan, de zesde maan van haar en een hoop nursery genootjes. Dan zouden ze moeten gaan trainen om efficiente warriors te worden van de clan. Ze had gehoopt dit uit te kunnen stellen. Ze had het haar ouders zelfs gevraagd, kon ze niet nog een maan langer kitten blijven? Ze voelde zich hier nog niet klaar voor. Ze wist niet waarom maar het voelde eng, jagen en vechten, het had haar nooit getrokken. Oorlogje spelen ook niet. Ze plofte neer op de stapel aan stukken gescheurd mos. Ze moest haar moeder maar vragen of ze een nieuw nest mocht maken. Als het al mocht, nu ze hier niet zo lang meer zou slapen.