Vegas lights

Burninglove had haar vacht die ochtend gewassen, totdat het glansde en netjes over haar lichaam heen lag. Zonder verwilderde haren, wat overigens ook moeilijk was met een korte vacht. Haar gouden ogen stonden kalm terwijl ze de Warriors Den uit liep, op weg naar de uitgang van het kamp. De ochtend was vroeg begonnen, de zon was al vroeg opgekomen en het beloofde een warme dag te worden. In dit geval had de slanke, sierlijke kattin het voordeel dat haar vacht niet zo dik was. Daarbij wist ze dat het later op de dag te warm zou worden om nog echt te jagen en de meeste dieren waarschijnlijk niet eens uit hun hol zouden willen komen. Misschien zou ze in de Pinewoods nog wel wat vogeltjes of een muisje hier en daar kunnen vinden, maar dat zou het wel zijn. Haar passen waren soepel en rustig geweest terwijl ze het kamp verliet om te gaan jagen. Een jacht die goed was verlopen. Ze kwam het kamp dan ook binnen met een roodborstje en een eekhoorn. Met slome passen liep ze op de bekende prooihoop af, waar ze een Apprentice zag luieren. Alsof prooi zichzelf ving, daarbij had elke kat een taak en stond het belang van de Clan voorop. Burninglove was dan ook niet tevreden te noemen toen ze zag hoe lui de kater was. Ze was opgevoed met het idee dat ongeacht hoe ze zich voelde ze voor de Clan moest zorgen, de zwakkere. Dat moest deze Apprentice ook. De Warrior dropte haar prooi op de prooihoop om daarna de kater op te zien kijken. Een kater die opgevoed was door háár vader. Ergens voelde ze zich dan ook onzeker over zichzelf, immers had ze een vader gemist omdat hij Medicine Cat was geworden. Rond de tijd dat haar moeder Runningvole zwanger was geweest van haar en Lightflame. "Goedemiddag, Burning," Begroette de kater haar waarna hij gaapte en zich op zijn zij rolde. "Heb je al prooi gevangen?" Klonk er enkel op heldere toon van de elegant gebouwde kattin. Ze was best laat op gestaan, aangezien ze laat op de voorgaande avond ook al gejaagd had. De dieren waren dan gewoon actiever en makkelijker te vinden. "Het is de taak van een Apprentice om niet te luieren als een jonge kit en de Clan te helpen," Vervolgde ze op een kalme, bijna belerende toon. Haar vader, Acefray jaagde dan misschien niet meer maar hij deed voldoende andere dingen waardoor hij er in het begin niet voor haar had kunnen zijn.

Burninglove keek de jongere kater met een rustige blik in haar gouden ogen aan. Hij was net zoals Acefray een pluizige kater, een dik pak vacht lag over zijn lichaam heen. Iets dat het wellicht wat warmer voor hem maakte dan haar eigen dunne vacht. De ogen van de Apprentice waren half open, terwijl ze hem op de gebruikelijke Senior Warrior manier aan sprak. Waardoor Chickenpaw een luide kreun liet horen. "Heb jij?" Kaatste hij terug waardoor ze hem met een humoristische glimlach aan keek. "Ik ben een Warrior die de Code kent. Natuurlijk heb ik gejaagd," Mauwde ze droog en wellicht een klein beetje belerend. De kater leek wat wakkerder te worden terwijl ze tegen hem sprak en strekte zijn poten uit en gaapte kort. "Maar het is heeeeet." Klonk er zeurderig. "En in Leafbare is het koud," Klonk er rustig. Dan had hij profijt van zijn vacht en zij een koud lichaam. Ze keek hem in zijn ogen aan, haar eigen goudkleurige waren kalm en vriendelijk maar ergens ook streng. Haar oor bewoog ze geamusseerd, al had ze liever dat hij in actie kwam. "Vind je niet?" De kattin haalde haar schouders rustig op voordat ze sprak. "Ik ben geen halve beer," Mauwde ze droog en plagerig waarna ze de kater wenkte. "Kom Chickenpaw dan gaan we wat nuttigs doen," Als zijn mentor hem niet mee nam; dan deed zij het wel.

Burninglove keek de Apprentice aan met een geduld die meestal niet bij de zwart-witte kattin te vinden was. Ze was niet zozeer gehaast maar wel hardwerkend en kon er daardoor ook niet goed tegen dat een Clangenoot enkel zat te slapen; alsof er niets belangrijks te doen was zelfs met dit warme weer. Eten kwam niet uit de lucht vallen. Terwijl ze hem oo zijn gedrag aansprak keek hij lichtelijk beschaamd naar zijn poten. Nadat ze hem meevroeg naar buiten toe; als een andere Warrior geen tijd met hem zou besteden; dan deed zijzelf het wel. Met een nep-verdrietig gezicht keek de kater haar aan waardoor een korte glimlach verscheen en ze hem opwachtte met een tikkend pootne op de grond. "We kunnen via mos water naar de Elders en Queens brengen?" Stelde de kater voor waarna ze goedkeurend knikte. Dat was in ieder geval een goed begin. "Een kat moet ook jagen voor de Clan maar dat kunnen we ook in de buurt van water," Mauwde ze kalm waarna ze de grote pluizebol mee wenkte.