Marlie 247 Actief “Cared about one person and it fucked me up lmao”
| |
| Onderwerp: Toch niet biologisch genoeg ma 3 sep 2018 - 16:09 | |
| Whitenight rekte zich eens uitgebreid uit en liet een duidelijke luie geeuw klinken. Hij was vanaf het Windclan gebied helemaal hierheen gelopen en in zijn beleving was dat aardig ver. Misschien kwam het omdat hij niet al te veel Windclan bloed in zich had en misschien daarom een hekel had aan lang lopen en ‘rennen’. Je kon hem gelukkiger maken met een plas water waar hij in kon dopperen. Maarja, hij was geen Riverclanner. Als één van zijn hazige clangenoten hem zouden betrappen wanneer hij in een rivier zwom zou hij straks net als Dinspots, Mothrain en Wolfhunt ook tot leerling benoemd worden en dat was iets waar hij niet echt naar uitkeek. De witte grote tom likte zijn pluizige borstvacht die trots vooruit stak en liep veder. Zich banend tussen de vier grote eikenbomen. Een prachtig uitzicht, werkelijk waar. Vooral die grote rots die er zo in het midden stond dat alleen toegankelijk was voor de ‘leaders’. Hoe zou dat voelen? Als een machtige leider daar staand? Waarschijnlijk aardig goed. Moet je eens bedenken hoe veel mooie she-cats je wel niet aan de haak kon slaan als je de achtervoegsel ‘star’ zou hebben. Een pracht leven dus.
&Nightpool only
|
|
Luca 564 Actief I'm a shooting star leaping through the sky
Like a tiger defying the laws of gravity
| |
| Onderwerp: Re: Toch niet biologisch genoeg ma 3 sep 2018 - 18:03 | |
| Toen de vier bomen eindelijk in zijn zicht kwamen, slaakte hij een zucht. Het zag er mooi uit zo, maar de kater moest toegeven dat hij hier eigenlijk nooit kwam, Fourtrees. Met brede stappen baande hij zich een weg door het gras dat de bomen omringde, zijn ogen strak voor hem gericht. Na een paar seconde kwam zijn pas al tot een stilstand. Voor hem, niet heel ver, maar ver genoeg om niet te zien wie het was, zag Nightpool een witte kater. Eerst dacht hij dat hij niet goed geslapen had en zich nu rare dingen voor de geest haalde. Maar toen hij beter keek zag hij toch echt dat het gestalte niet ver van hem vandaan, niet zijn dubbelganger was. Met een opgetrokken wenkbrauw en een kleine glimlach op zijn snoet trippelde hij op een verhoog tempo naar de vreemdeling. "Mooie vacht." Miauwde de witte prins met een grijns op kop. De kater voor hem had net zo een lange en witte vacht als hij zelf. Daar kon hij zijn bek dus niet over houden want het kwam niet vaak of zelfs nooit voor dat hij iemand tegen kwam met dezelfde mooie vacht als hij zelf. Waar hij overigens erg trots en ijdel over was. |
|