Ravenss poten raakte zachtjes de met gras bedekte aarde. greenleaf liet het leven terug keren naar het woud, bladeren groeide aan de bomen en bloemen bedekte de aarde. Prooi kreeg kleintjes en eten was in overvloed. Dit was het seizoen van het nieuwe leven, jonge kittens konden ongestoord buiten spelen en de ouderen konden van de zon genieten. De clan was blij, dit was ook het seizoen dat jonge katters de poezen opzochten de tijd van de liefde. Er doken steeds weer jonge mates op en de oudere stelletjes spinden geamuseerd over hun jongere vrienden die voor het eerst de liefde ondekten. Raven plofde neer op het grasveld, haar vacht prikte en haar staart zwiepte zachtjes heen en weer. Wat was dit gevoel? Dit onbehagen gevoel. Ze zou toch blij moeten zijn? De clan was wel gevoed en er heerste voor het eerst in tijden een gezellige sfeer in het kamp... En toch. Wat was er mis met haar, geiriteerd stond ze op, haar staart vel en opgezet. Beschaamd keek ze ernaar, ze liet een zacht gegrom horen en probeerde te kalmeren. Haar vacht ging liggen en ze zakte met een zucht terug naar de grond. Haar ogen vulde zich met kleine tranen. Kwam het door haar ogen? Waren haar poten te kort? Ze begreep er niks van. Als sinds ze leerling was kregen alle jongen poesen om haar heen veel aandacht.. Maar zij? Nee zij niet. Ze vroeg het op een keer aan haar mentor en die wuifde het weg met zijn staart. Zeggend dat een shadowclan kat zich daar geen zorgen over hoefde te maken. De jonge poes keek om zich heen. Ze was afgedwaald van haar gewone roete maar hat geen idee waar ze terecht was gekomen. Langzaam kwam ze overeind, doordat de wind van haar af werd geblazen kon ze niet ruiken aan welke clan grenz ze stond. Verwillderd keek ze om zich heen, hoorde ze nou iets aan de andere kant van de grens?