Pink Heather

Dazzlestrike wiebelde slechts een paar seconden met zijn gat voordat hij naar voren sprong. Omdat hij zijn klauwen als eerste naar voren sloeg, maakten ze gemakkelijk contact met de huid van de muis en was het beestje dus niet veel later dood. In het begin had hij moeite gehad om hier te jagen, maar hij merkte dat hij door begon te krijgen hoe dat hij het beste moest jagen en daardoor werd het makkelijker voor hem om ook effectief met goede zin en goede moed aan de jacht te beginnen. Hij probeerde zich dan ook zo weinig tijdens het jagen af te laten leiden door gedachten die verband hielden met de ziekte. Zijn kop in het zand steken deed hij echter nooit, want hij wist wat voor problemen ze hadden en wist ook dat het erger zou worden als ze er niets aan zouden doen. Hij hoopte maar dat Rousepaw en Mistgaze ondertussen druk bezig waren om een remedie te vinden. Ze hadden geen hulp van de andere Clans nodig, toch? ThunderClan had zich alle seizoenen voordat ze samen gingen reizen ook al prima gered. Sure, er waren katten gestorven, maar het was niet dat ze hun ergste vijanden nooit hadden weten te verslaan. Ze hadden BloodClan verdreven uit hun territory, ze hadden een erge bosbrand overleefd en tot dusver hadden ze zich ook weten te redden, dus een ziekte waarvan ze de afkomst nog niet wisten overwinnen, zou ook wel lukken. De tom begroef zijn prooi zodat hij het later op kon gaan halen en besloot om richting the Highlands te gaan om te kijken of hij daar nog wat prooi op kon jagen. Toen hij de Highlands benaderde, zag hij een RiverClan she-cat die hard aan wat bloemen aan het ruiken was. Dazzlestrike trok afkeurend met zijn oortje. Ze zou beter moeten weten dan haar neus zomaar in bloemen te steken terwijl ze geen idee had wat het precies was. “En?” vroeg hij dan ook lichtelijk snerend. “Rook het goed?” Hij was niet per se vijandig naar katten buiten zijn Clan, maar ook zeker niet de vriendelijkste en dat viel nu goed te merken.

Niet alleen rook ze aan vreemde dingen waarvan ze niet wist wat het was, maar ook had ze geen oog meer voor haar omgeving terwijl dat ze het deed. Hij had makkelijk een roofvogel of een vijandige Tribe cat kunnen zijn die haar van achteren aan had kunnen vallen. En dat noemde zich dan een warrior. Butterstar zou wel wat beter mogen opletten voordat ze haar apprentices als warrior benoemde, want dit zou iets zijn waar hij zijn apprentice tijdens een final assesment voor zou laten zakken. Hij rolde met zijn ogen toen ze vervolgens ook nog eens een niet echt slim antwoord gaf op zijn vraag. “Je weet dat zomaar aan dingen ruiken niet bepaald een slim ding is om te doen, zeker niet met die ziekte die onder alle katten heerst?” En hier was hij dan, waarschijnlijk nog geen zeven moons ouder dan haar, een preek gevend aan een RiverClan warrior die normaal gezien beter had moeten weten. Wat was het toch met warriors en niet nadenken de laatste tijd? Voor hem waren de warriors die vrolijk met elkaar begonnen te socialiseren even dom of misschien nog wel dommer dan deze kat die zomaar aan bloemen rook en haar omgeving niet meer in de gaten hield. Hij had al eerder het gevoel dat ThunderClan de slimste Clan was van de vier en dat werd tijdens deze reis bevestigd. “Leuk om te weten als ik naar je leader ga om haar te informeren dat haar warriors aan dingen ruiken die niet bekend voor ze zijn en geen oog meer hebben voor hun omgeving zodat iedereen hun praktisch gezien kan aanvallen,” zei hij op een droge toon, puur om haar te stangen. Hij ging echt niet naar Butterstar, hoor. Niet voor zoiets tenminste. “Maar ik ben Dazzlestrike, een ThunderClan warrior. Weet je, ik zeg het er maar even bij, mocht je het nog geroken hebben dankzij die bloem.” Deze keer was er een wat spottende uitdrukking op zijn gelaat te bespeuren terwijl hij wachtte op haar reactie.

Dazzlestrike onderdrukte een zucht toen hij de verschrikte uitdrukking op haar gezicht had toen hij aanhaalde dat hij het tegen haar leader ging zeggen. Dacht ze nu echt dat hij zo stom was om zoiets te gaan doen? Niet alleen zou Butterstar hem dan de les lezen om zich met zijn eigen zaken te moeien, maar ook was hij dan een voordeel kwijt in een gevecht later tegen haar. Als Butterstar haar warriors ging aanscherpen en ze zouden later in een gevecht belanden met RiverClan zou dat niet bepaald voordelig voor hem uitpakken. En dus was het misschien nog beter als hij de volgende keer enkel zijn ogen rolde als hij zoiets tegenkwam en er verder niets meer over te zeggen zodat ze er ook niet aan kon werken. Toch hoopte Dazzlestrike dat het nog even zou duren voordat ze een apprentice zou krijgen, want ze was er duidelijk nog niet klaar voor. Dit was een van de basisdingen die je moest weten als warrior zijnde, vond hij. Uiteindelijk gaf ze een soort van toe dat hij gelijk had en hij knikte tevreden zijnde. “Natuurlijk heb ik gelijk,” zei hij niet per se op een arrogante manier. “Dat zijn dingen die je al moet weten wanneer je met je mentor een paar trainingen achter de rug heb gehad.” Hij keek langs Celestiashine heen toen hij een harde kreet hoorde in de lucht en liet zijn blik glijden naar de vogel die weg van hun vloog. “En dan te bedenken dat sommige Tribe cats op zo’n vogels jagen,” mompelde hij. “Volgens de geruchten dan.” Hij herhaalde weer in zijn hoofd hoe Honey op een soepele manier naar beneden kwam springen om op de richel te staan waar hij stond zodat ze beter met elkaar konden praten en opeens vond hij het geen onverklaarbaar idee dat de Tribe cats daadwerkelijk op middelgrote vogels konden jagen, prooien waar hij liever ver uit de buurt bleef. Hij was dapper en als een kitten in gevaar zou zijn, zou hij zeker ingrijpen, maar hij was niet dom. “Mocht je op wonderbare wijze een apprentice toegewezen krijgen door Butterstar voor de volgende ceremony, vergeet dan niet aan je apprentice mee te delen dat hij onder geen enkele voorwaarden naar de Eagle’s Peak mag. Er zijn al te veel doden gevallen tijdens deze reis.” Zijn blik werd wat strak toen hij het daarover had en hij schraapte zijn keel waarna hij zijn best deed weer een nonchalante houding aan te nemen.