Fortuna gaf geen kik aan lichaamstaal toen Mossel aan kwam. Oké, dit ging nog gezellig worden. Zijn mentor hield zo op het eerste gezicht niet bepaald van een babbeltje. Nou, dan niet. Hij ging in ieder geval niet aan haar laten merken dat ze een beetje star over kwam. Hij veranderde de opgewekte uitdrukking op zijn gezicht niet. Fortuna mauwde hem goede morgen. De tijd om een fijne morgen terug te wensen kreeg hij niet. Zijn mentor draaide zich al om en Mossel sprong overeind om haar achter na te gaan. "Eerst laat ik je de vier oude territoriums zien van de clans daarna zullen we vertrekken naar een rustige plek voor wat trainingen." Hij knikte. Klonk goed. Hij had zin in het trainen, hij wilde graag laten zien dat hij niet een of ander zielig zwerfkatje was. Hij liet zijn ogen langs de rug van zijn mentor glijden, luisterend naar diens uitleg. Hij wiebelde met zijn oren bij haar laatste vraag. 'Niet echt heel veel, alleen dat ze in vier groepen leefden.' En dat ze vijanden waren met de Bloodclan, voegde hij er in zijn hoofd aan toe. Hij had wel naar de clans gevraagd toen hij op zoek was naar een nieuwe levensweg, maar toen waren ze al vertrokken.