De grijzen kater was weer eens op pat zoals altijd, jagen was het ding voor katers zoals hij. Ergens wilde hij wel een guard zijn, dan hoefde hij niet eens iets te doen. Ppfff alleen maar wachten en wachten, dat zou een chill leven zijn. Hij zelf moest elke dag jagen, elke dag moeite doen ter wel die katten alleen maar hoefde te kijken en te kijken of er iets was en anders zo hier en daar een gevecht. Na een lange tocht had Frost 4 muizen gevangen met wat geluk natuurlijk, hij liep langzaam terug over de lange velden. Hij trippelde terug naar de Cave of the rushing water, hij baande zijn weg door wat bosjes tot hij oog in oog stond met de grot. Hij liep naar binnen en legde de muizen op een stapel en pakte er zelf een, even tuurde hij rond. Overal waren er wel katten, zoo. Genoeg om met een ander te communiceren. Al kon hij tenminste eten in rust naast een andere kat, een kat ving zijn oog. Zo dat zou zijn mede kat worden, hij liep naar deze kat toe die hij herkende als Fox. Hij ging naar de kater en begroette deze met een knikje, "e-n hoe staat het er mee?" Miauwde hij rustig maar wel voorzichtig.
~Fox •