Een groot, pluizig geval stak net boven de struiken uit, die zachtjes meewoeien met de wind. Het getrippel van pootjes en het feit dat de staart bewoog wees uit dat de eigenaar ervan besloten had om zich te verplaatsen. Langzaam maar zeker verplaatste het geval zich van de ene kant van de struik naar de andere, om daarna zijn eigenaar te onthullen. Een redelijk pluizig geval, net als de staart. Zwart met witte pootjes, en een blauw en een bruin oog. De wonderlijke ogen focusten zich op een punt, niet ver van de jonge poes vandaan. Ze gleden over de grond, om abrupt te stoppen toen ze hun doel gevonden hadden. Een dikke veldmuis, zelfs voor deze tijd van het jaar. Een zacht gekrabbel voorspelde de sprong die Gravité maakte, maar de muis was te laat. Met huid en haar verdween hij in het kleine bekje van de jonge kat, die even met haar tong over haar neus ging. Dit was een van de betere dingen aan het leven hier. Ze hoefde dat smerige kittenspul van haar tweebeen niet langer te eten. Nee, ze zorgde nu voor zichzelf. Geen reden tot paniek, niet bij Gravité zelf. Dat het hele huishouden waar ze vroeger woonde nu op zijn kop stond, boeide haar helemaal niets. Ze was geen object, geen knuffelgrage persoonlijkheid. Een aai op zijn tijd, dat was het wel zo'n beetje voor haar. Maar nee, ze had overal mee naar toe gemoeten, in een tas, nota bene. Ze was het kortweg zat geweest, en nadat ze even aan de bewaking van haar tweebeen was ontsnapt, was ze over de marmeren vloer van de hal zó naar buiten gegleden, om daar te ontdekken dat ze niet meer wist waar ze was. Ach, wat gaf het ook eigenlijk. Ze was hier alleen, en had geen baas of leider nodig. Een leven met regels was niets voor iemand als zij. Nee, gaf haar maar het avontuur. En daarvoor moesten sommige regels verbroken worden, moest je fouten maken. Maar tot nu toe was alles prima gegaan.
-tralalaa.. Kom maar binnenvallen, random persoontje-