Dunne straaltjes van een opkomende zon verschenen langzaam op de koele bosgrond. Een massieve kater liet zijn ogen nog even dicht, ookal was hij nog wakker. Langzaam rekte hij zich uit, en opende zijn diep ambere ogen. Weer een nieuwe dag, weer nieuwe kansen. Naast hem lagen nog een aantal Warriors diep te slapen. Enkele waren al op. Windflare keek slaperig om zich heen. Hé, het nest van Atumnbreeze was leeg.. De kater stond op, en liep naar buiten. De steeds feller wordende zon scheen nu op zijn kop. Hij kneep zijn ogen een beetje dicht, en rook even aan de grond. Hmm, haar spoor liep naar het bloesembos! Misschien moest hij haar maar eens achtervolgen. Het was tenslotte toch zijn geliefde...
Stapje voor stapje wandelde Windflare over de geurende bosgrond. Kleine bloesemblaadjes vielen lanhzaam naar beneden. Hij was gelukkig. Eindelijk. Autumnbreeze had hem anders laten denken over zijn leven. Tevreden snorde de grauwe kater. De geur van de poes werd langzamerhand wat sterker. In de verte tussen de bloesembomen bewogen een paar dingen. Meteen stond hij stil. Was dat haar? Zijn oren staken recht vooruit. Misschien moest hij maar in een boom klimmen om alles wat beter te kunnen zien. Scherpe klauwen priemde zich in één van de roze/witte bloesems, en klom langzaam omhoog. Daar nestelde hij zich op een tak tegen de bast aan. Zijn ambere ogen zochten de imgeing zorgvuldig af. Van links klonk een geluid met hoog gepiep. Meteen draaide hij zijn hoofd erheen. Daar zat een mooie bruin getinte poes een prooitje te begraven. Windflare sprong uit de boom, en draafde erheen. 'Hey, Autumnbreeze!' de poes was inmiddels gaan liggen op een zonnig plekje. 'Ik kwam je even opzoeken,' Grinnikte de kater. Rustig liep hij naar de poes toe, en ging naast haar liggen. De zon verwarmde zijn grijze vacht heerlijk warm.
[Geschreven met mijn iPad, er zitten misschien fouten in. D:]