Deathpaw rende zo snel als haar poten haar maar konden dragen achter een eekhoorn aan, het verdomde beest was erg snel… Toen het doodsbange diertje een boom in schoot, vloekte Deathpaw luid. “Fox-dung!” Riep ze kwaad uit. Altijd was het hetzelfde liedje, die beesten gingen een boom in en dan had zij het het nakijken. Ze kon goed klimmen, dat wel, maar daar kwam bij dat ze niet goed kon jagen in een boom. Boos dat haar vangst er vandoor was gegaan keek ze om zich heen waar ze beland was, ze wist dat ze ver gerend had maar ze was gelukkig nog wel in Thunderclan Territory. Haar aandacht werd echter getrokken door onbekende geuren, ze werden door de wind meegenomen. Ze kreeg zo’n idee dat het buiten Thunderclan Territory was… Zonder te beseffen dat ze de krijgscode overtrad door in een ander territorium te komen volgde ze de geur. Het duurde heel lang voor ze eindelijk was waar de geur ook was, haar mond viel open toen ze zag waar ze stond. Deathpaw stond in een bos vol met bloesem bomen, het benam haar de adem. Met open mond keek ze de prachtige plek rond, onzeker schuifelde ze verder. Voor een hoog exemplaar bleef ze staan, haar roze blaadjes werden meegevoerd door de wind. Met ogen die fonkelde sprong Deathpaw omhoog en klom de boom in, haar cyperse vachtje werd dik van opwinding namaten ze hoger klom. Uiteindelijk, zat ze voor haar doen, hoog in de boom. Ze kon er nu afspringen en veilig landen op de steen die er onder lag maar ze vond het veel te leuk hier. Vrolijk met haar ontdekking merkte ze niet dat een onbekende kat op haar af kwam. Deathpaw keek omhoog en voelde de aandrang om naar het hoogste punt te klimmen en de zon te voelen op haar vachtje. Haar mosgroene ogen fonkelde strijdlustig terwijl ze hoger klom, tot ze de geur opmerkte die sterker werd. ’Fox dung!’ dacht ze geschrokken en ze keek omlaag.