Apricotheart dacht na een lange tijd weer aan haar broers, zusjes, vader en moeder. Ze had ze geen van alle meer. Geen neefjes of nichtjes die Apricotheart kende. Een eenzame traan liep over de wang van Apricotheart heen terwijl de oudere poes door het Windclan territorium liep. Ze was min of meer bevriend met iedere kat in de Windclan. Ze kon gewoon niet gemeen of onaardig doen. Apricotheart voelde dat er meer tranen over haar wang liepen. Een snik verliet haar mond. Even keek de poes om zich heen. Ze zag nog niemand. Apricot liet zich neer vallen en legde haar hoofd op haar voorpoten. Nu was ze een makkelijke prooi. Wat haar niet uitmaakte. Achter haar hoorde ze geluid, maar Apricotheart had geen zich om zich om te draaien om te kijken wie of wat het was.
- eerste post Cranepaw,