We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Het was lang geleden dat hij nog met zijn side chick had gesproken. Hij had veel chickies, maar deze zwart-witte poes was zijn trots. Iedereen was jaloers op hem en dat vond hij leuk. Hij stond op dit moment pootje te baden in Marshlands. Hij bevroor helemaal, maar het ondrinkbare water ging misschien zo ook wel in zijn lichaam komen. De kater was zoals vele helemaal uitgedroogd. Hij knipperde met zijn hazelnootbruine ogen toen ze tevoorschijn kwam. "Dag schoonheid" De knappe kater gaf haar een vette knipoog.
Het was niets voor haar om zomaar op te geven, maar ze had al de hele dag niets weten te vangen. Ze was 's morgens vroeg opgestaan, zodat ze in de ochtend kon jagen en in de middag zou trainen met Kingslayer. Nu begon het einde van de ochtend al in zicht te komen, en ze had nog steeds niets. Het irriteerde haar mateloos en ze was dan ook helemaal niet in een goed humeur, zoals ze meestal wel was. Ze was immers een goede jaagster, en wist altijd wel wat te vangen. Maar dit keer niet. In een bepaald gebied was ze nog niet geweest, terwijl ze wist dat daar de meeste kans was om ook daadwerkelijk iets te vangen, doordat hier de meeste sporen van water was. De Marshlands. Maar god, het was nog maar zo kort geleden dat haar oma hier omgekomen was, en hoewel ze niet ontzettend close geweest waren deed het toch pijn. Ze was allebei haar oma's kwijtgeraakt, haar vader kwijtgeraakt, en de resterende familie die ze nog had zag ze amper. Haar moeder, wie wist waar die uithing? Haar zusjes waren net zo druk bezig met trainen als zij. De enige met wie ze nog wel is contact had van haar leeftijd was met Runningpaw en Viperpaw, en het begon lichtelijk deprimerend te worden om altijd maar zo alleen te zijn. Toch stond ze hier nu aan de rand van de Marshlands. Was ze bereid om haar eigen gevoelens aan de kant te schuiven voor de Clan? Bij deze vraag knikte ze vastberaden. Natuurlijk was ze dat. Ze nam een diepe adem en liep verder, waarbij de ondergrond langzaam maar zeker veranderde van dennennaalden naar zompige modder. Haar poten bleven vervelend aan de grond kleven, en ze moest hier opmerkelijk meer kracht gebruiken dan in de andere delen van hun territorium, maar toch kon ze wel voelen dat ook hier de grond harder was geworden dan normaal. Dat het begon op te drogen. Haar keel prikte bij de gedachte aan de droogte. Door haar harde inspanningen had ze dorst, maar ergens drinken ging haast niet.. Plots klonk er een stem door haar gedachtes heen en wat verdwaasd keek ze op. Het was Viperpaw, en toch kon ze een klein glimlachje op haar gelaat tevoorschijn toveren. "Hé," miauwde ze en stapte naar hem toe. Om hem heen was ze altijd wat onzeker, aangezien ze niet precies wist hoe het tussen hen stond. Ze waren meer dan vrienden, dat was zeker, maar wat dan? Toch weerhielden deze twijfels haar niet om haar vacht tegen te zijne te drukken, en kort spinde ze.
Hij deed erg luchtig en stoer natuurlijk, maar vanbinnen woedde allemaal andere emoties. Viperpaw werd weer een beetje misselijk. Hij kuchte stilletjes en zette zijn grootste grijns op. De afdruk van haar hoofd gloeide nog na. Het was erg heet onder zijn vacht. "Kom je er niet bij staan?" Hij wenkte haar met zijn gestreepte staart. Moest hij iets terug doen. De kater reageerde altijd heel erg vlak op haar tips. Ook zij voelde dat er iets meer was. Wat een slechte gentleman was hij.
Viper vroeg of ze niet bij hem kwam staan, en haar neusje trok zich automatisch wat op toen ze naar het modderige en duidelijk niet drinkbare watertje keek. Het zag er vies en bovendien niet veilig uit. Haar oma was verdronken in zoiets als dit. "Nou eh, waarom kom jij niet gewoon hierheen?" vroeg ze hem dan ook en stak haar tong wat plagend uit. Een rilling trok over haar lichaam heen, zowel doordat het gewoon koud was - het moest wel vriezen, de wind sneed haast in haar huid - en omdat ze geen fijne herinneringen had hier.
Ze keek een beetje sceptisch. Hij kantelde zijn kopje. Uhm... Hij greens. "Omdat jij het bent, ik zou wel een stapje achteruit doen als ik van jouw was." Hij wachtte tot ze wat naar achteren was en sprong dan op een iets harder stuk. Hopelijk had zijn lichaam wat water opgeslorpt. Hij schudde zijn vacht uit. De modderige druppels vlogen alle kanten uit. Toen hij droog genoeg was stapte hij op haar af. Zijn hart trilde, subiet kreeg hij een hartaanval. Hij duwde zijn wang tegen de hare aan. Zijn hartje kon het niet meer aan. Hij trok paniekerig weer weg. Aaah! Zijn hoofd stond op ontploffen. Aaaaah!
Gelukkig deed hij niet lullig en stemde hij in om het drassige water uit te stappen. Ze snapte sowieso niet waarom hij daar nou zo graag in wilde staan, maar oké, ieder zijn ding. Ze grinnikte om zijn opmerking en zette een paar overdreven grote stappen achteruit, waarna ze afwachtend haar wenkbrauw optrok. Ondertussen vloog de modder haar al om de oren, en ze schudde half-lachend haar kop. Hoewel ze best wat negatieve dingen gehoord had over Viperpaw, leek ze die zelf niet te kunnen vinden. Ja, eerst was hij wat opdringerig geweest, maar dat was al weer zo'n tijd terug dat ze zich dat nog maar vaagjes herinnerde. Eigenlijk ging de tijd echt snel. Toen de kater echter plots zijn wang tegen haar aandrukte, nam ze verrast een scherpe teug adem. Haar ogen verwijdden zich iets, en als versteend bleef ze staan. Hé? Wat deed hij nu? Ze was in de war en wist niet zo goed wat ze moest doen, dus giechelde ze maar zacht toen hij weer wegsprong. Haar hart sloeg raar hard. Wat was er aan de hand? "Ben je statisch geworden door dat uitschudden of zo?" grapte ze zodra ze zich weer wat herpakt had. Want het voelde duidelijk alsof er vonkjes tussen hen oversprongen...
De kater knipperde met zijn ogen. Hij keek haar aan. Ze had iets gezegd. Wat? Wat had ze gezegd? Viperpaw slikte, hij moest iets verzinnen. Ondertussen stond hij al een hele tijd dommig te staren. "S-s-sorry." Ooh gawd dat was het ergste dat hij kon zeggen. "Ik... jij... uuuh je-bent-meer-dan-een-vriendin-ik-denk-dat-ik-verliefd-ben." BOEF dat was eruit. Hij ratelde zo hard aan een stuk dat hij iets vergeten was. "OP jouw, op jouw!", riep hij er nog verstrooid achter dus. Aaaah! Hij wilde liefst zijn lelijke kop in het water steken en nooit meer boven komen.
Ze werd aangestaard. Nogal intens aangestaard en het maakte haar ongemakkelijk. Ze draaide met haar oortjes, maar keek niet weg van de gele ogen van Viper. Er was iets wat hij wilde zeggen, maar wat? Toen hij een sorry mompelde, fronste ze verbaasd, en een klein grijnsje kwam op haar gezicht. Wat deed hij nou allemaal? Toen de woordenstroom uit zijn bek vloeide, werd alles echter heel duidelijk. Haar hart maakte een sprongetje, en de grijns veranderde in een grote, grote glimlach. Ze duwde meteen haar kop tegen zijn borst aan - hij was immers een stukje groter dan haar, ook al was hij zelf ook niet de grootste - en liet een zacht gespin horen. "Ik ehh.. Ik vind jou ook leuk. Ik bedoel ik ben ook verliefd op jou." miauwde ze en grinnikte zachtjes terwijl ze haar kop helemaal in zijn vacht liet verdwijnen, zodat ze hem niet aan hoefde te kijken. Want dat was toch wel heel spannend nu.
Hij was zo blij dat het eruit was. Toen ze haar kopje tegen hem nestelde klom er een ronkend geluid op uit zijn borstkas. Hij ging zitten in het zompige water, maar dat deerde niet. Hij gaf haar een tedere lik. "Ik... ik ben zo blij," mauwde hij zachtjes. Ze kon niet raden hoe blij hij was. Dat moesten ze vieren. Hij stond weer op en deed een stapje achteruit. Het oogcontact was bijna te vurig om lang vol te houden. "Laten we jagen!" Hij klonk uber-gelukkig.