Willowpaw gaapte en strekte zich uit. Ze liep de apprentices den uit, en ging ervoor zitten om zich te wassen. De Clan zag er vredig uit, zo vroeg in de morgen. De meesten waren nog aan het slapen, en de ochtendpatrouille was al weg. De apprentice liep een paar keer heen en weer, ze had honger maar omdat ze nog niet had gejaagd, besloot ze dat zo te gaan doen. Ze ging weer zitten, Eerst wassen, bedacht de kattin zich. Toen ze eenmaal haar vacht had schoongelikt, besloot ze even wat te gaan drinken. Willowpaw liep naar het kleine stroompje wat nog niet uitgedroogd was, en likte wat koud water op. Daarna bedacht ze even te kijken of er nog een apprentice wakker was, en of die misschien zin had om mee te jagen. De apprentice liep weer naar haar den, en gluurde om het hoekje. "Heeft er iemand zin om mee te jagen?" Het kostte haar best veel moeite om die zin te fluisteren. Wat als iemand zou reageren? Dat was natuurlijk eigenlijk waarom ze iets had gevraagd, maar haar verlegenheid maakte het moeilijk om een gesprek te voeren - laat staan er een te beginnen.
(Dawnpaw)