De jonge kater was al een tijdje bezig met trainen, hij wilde dat hij een goede krijger werd van Windclan al waren zoveel katten bezig dan hem al mocht hij de hoop niet opgeven. Net zo als dat hij probeerde een vlieg te jagen, al faalde hij met al zijn technieken. Hij zuchten, nee niet de hoop opgeven. Hij haalde trots zijn borst naar voren en liep rustig door het gras, al voelde zijn pootjes nat worden door al het gras tussen zijn poten. Een kleine glimlach sierde zijn lippen toen hij de zon in zijn gezicht voelden, hij was er klaar voor. Hij ademde diep in, hij zetten zich dicht tegen de grond af en sprinten naar voren. Hij moest nu beter zijn dan de vorige keer, hij moest nu echt laten zien dat hij het kon. Hij rende op een boom af en ontbloten zijn klauwen, hij haalde uit en was gestopt met sprinten. Zijn tegenstander, de boom had een betere kras dan de vorige keren. De jonge apprentice knikte naar de boom, "bedankt dat U mijn tegenstander wilt zijn," Miauwde hij eervol waarna hij zijn blik kort naar de lucht legde. Hij staarde omhoog, en bedankt Starclan met deze boom te schapen. Ging er door zijn hoofd heen, hij sloot kort zijn ogen en genoot van de wind die door zijn vacht heen ging. Misschien mochten apprentices hem niet al kon hij wel elke dag genieten van het weer, hij moest zich te leren om te concentreren. Hij raapten zichzelf bij een en probeerde te luisteren naar de wind, hij spitste zijn oren. Hij moest beter leren om al zijn zintuigen scherp te zetten, door deze wind zou het misschien ook lukken.