De jonge kater was vandaag van plan om weer eens te gaan jagen, al had het weinig nut om in je eentje te gaan jagen. Het had wel nut alleen het was jezelf niet socialiseren met de andere Clan katten, hij vond het namelijk nodig om meer connecties te hebben door de Clan heen. Helemaal voor zijn tweeling zus Routpaw, ze waren bijna niet uitelkaar te halen al vond hij wel dat het nodig was ook voor haar om zich te socialiseren. Hij had vandaag namelijk de apprentice Cranepaw meegevraagd om te gaan jagen, nu wachtte hij weer. Hij zat rustigste genieten van het weer, hij wachtten. Broeder Cranepaw zou zo wel komen, hij slikte kort en spitste zijn oren om te kijken of hij al katten poten hoorden. Hij zetten een vriendelijke glimlach op en ging recht overeind staan, misschien was het eerst nodig om te oefenen hoe je tegen iemand zou mee vragen. Hij liep recht op een boom af, hij ademde diep in en maakte zich klaar. Alweer had hij namelijk tegen een Clan genoot gezegd waar de plek zou zijn alleen niks verteld over wat ze zouden doen, zo hij ging tegen over een boom staan. Zodat hij kon oefenen hoe hij zijn Clan genoot zou kunnen begroeten, Hij opende zijn mond half. "Mijn heer zou U met mij mee willen om te jagen voor onze Clan?" Miauwde hij waarna hij een kleine buiging maakten. Nee, dat was het niet. Misschien.. "Mijn gebroederde zullen we een weg openen om te jagen naar een avontuur." Sprak hij daarna. Nee, dat sloeg helemaal nergens op. Hoe moest hij nou iemand mee vragen om samen te gaan jagen, hij draaide zich om en begon na te denken. Hoe zou hij Cranepaw moeten begroeten, hij wiebelde met zijn oren en draaide zich om richting de boom. "Zou je mee willen om samen te gaan jagen." Dat was misschien iets te makkelijk, hij wilde het namelijk goed vragen maar hoe. Dit klonk namelijk ook niet pakkend, hij wist niet zeker wat hij nu moest doen. Weer dacht hij na over een pakkende zin.