Autumnbreeze opende haar ogen, weer een nieuwe dag en dat betekende weer een dag om dingen voor de clan te doen. Ze wist dat ze er niet onderuit zou komen en daar hoefde ze ook niet op te rekenen, dus ze stond langzaam op en waste haar vacht even om het mos uit haar vacht te halen. Soms was het een nadeel als je een lange vacht had, maar dat probeerde ze te negeren. Het was groenblad en dat maakte een lange vacht al lastig genoeg, maar ze was eraan gewend en ze wist dat ze er in bladkaal alleen maar voordeel van had en dat katten met een kortere vacht het dan kouder zouden hebben. Ze strekte haar lichaam even uit en liep de den uit. Ze kneep haar ogen even dicht tegen het felle zonlicht, maar opende ze alweer snel, want het had niet lang geduurd voor ze aan de zon gewend waren. Ze bekeek de lucht even, er was geen wolkje te zien, dus het zou waarschijnlijk een mooie dag worden, ook al kon het weer nog zomaar plotseling omslaan. Ze besloot dat als ze het weer voor wilde zijn, tenminste als het zou gebeuren, dat ze nu beter kon gaan jagen voor ze het in de regen moest doen en haar lange vacht druipend nat zou zijn van de regen en dat was iets wat ze nog meer haatte dan de warmte die de zon gaf. Ze begon naar de kampuitgang te lopen en ging erdoorheen.
Toen ze het kamp uitkwam keek ze even rustig om haar heen, ze had nog niet besloten waar ze naartoe zou gaan, ze had alleen nog maar besloten dat ze zou gaan jagen en dat kon op verschillende plekken. Dat kon bij water in de buurt, dat kon bij schaduw in de buurt en zo kon ze nog wel een paar dingen opnoemen, alleen nu moest ze bepalen waar ze naartoe zou gaan en dat zou alleen kunnen als ze er goed over nadacht. Ze besloot uiteindelijk maar om naar het bloesembos te gaan, het was nou eenmaal niet een van de warmste dagen en de bomen zouden wat schaduw opleveren, zodat er misschien toch nog wat prooi tevoorschijn zou komen. Ze begon er rustig naartoe te lopen, ze had geen zin om te gaan rennen, want dan zou ze het alleen maar warmer krijgen dan ze het al had en op deze manier zou ze het minder snel warm krijgen, ook al zou ze eht uiteindelijk ook wel warm krijgen. Het duurde iets langer dan normaal voor ze bij het bloesembos was, maar ook weer niet zo lang dat het haar de hele morgen zou hebben gekost. De zon stond nog steeds niet op zijn hoogste punt, dus dat betekende dat ze nog genoeg tijd had om te gaan jagen, voor het het warmst van de dag was en ze beter even wat rust kon gaan houden voor ze verder ging. Ze was blij dat de schaduwen van de bomen toch iets verkoeling gaven, ook al was het niet veel, maar het hielp toch iets. Ze rook in de lucht en had al haar zintuigen op alert, zodat ze elke prooi die voorbij zou komen, zou kunnen detecteren en dan zou ze het proberen te vangen, tenzij het al weg was voor ze de kans had gehad om het te vangen. Ze rook nog een keer goed en dacht dat ze de geur van muis rook en ze keek goed om haar heen en probeerde zo stil mogelijk te blijven. De geur van de muis werd langzaam maar zeker sterker en ze merkte dat de wind gelukkig haar richting uit stond, wat de muis niet zou waarschuwen en haar dus een perfecte kans zou geven om het te vangen. Ze zag de muis langzaam verschijnen, eerst het snuitje en langzaam maar zeker de rest van het lichaam. Ze maakte zich klaar om te springen als de muis dichtbij genoeg was en toen ze er zeker van was dat de muis het was, sprong ze. De muis had haar niet door gehad tot op het allerlaatste moment en toen was het al te laat. Ze begroef haar prooi snel en rook opnieuw in de lucht, in de hoop dat ze nog wat meer prooi zou vinden.