"Je gaat toch niet weg? De Starclan wilt dat we bij elkaar zijn!" Hij voelde een sneut in zijn pels kruipen. Het was winterpaw, ze wilde duidelijk niet dat hij weg ging. Maar fightpaw moest eens dringend terug naar zijn clan en winterpaw naar de hare. Misschien wou de sterrenclan dat of misschien ook niet. Het kon ook allemaal een test zijn. Maar zo dacht hij er niet over. Waarom dat wist hij niet. Hij vond winter echt een tofe lieve poes. Hij voelde wel wat voor haar. Maar of het liefde was wist hij niet.
"Winterpaw, ik moet terug naar mijn clan en jij naar de jouwe." Dat zei hij niet op een speciale toon.
"We zien elkaar heus nog wel eens. Op een grote verhadering. Of we kunnen eens afspreken. Maar niemand mag hier van weten oke." nHij keek haar even aan.
"Maar we zullen elkaar toch voor even niet meer kunnen zien. Als je ergens een PLASJE ondiep water zien moet je daar in rollen. Het is misschien niet zo fijn. Maar zo was je mijn geur een beetje af." Zijn blauwe blik gleed naar het donderpad.
"Ook de geur van het donderpad zal je daar mee afwassen." Hij wou terug naar zijn clan. Maar fightpaw vond het erg haar hier zo achter te laten. Misschien voelde hij toch wat meer dan gewoon een vriendin. Haar woorden spookten nog steeds door zijn hoofd. Maar dat was al snel weg toen weer een monster voor bij raasde.
"Je bent echt een supper vriendin." hij haf haar een kopje en ging weer naar de rand. Maar hij moest nog iets zeggen tegen haar.
"Ik kan misschien binnen drie dagen nog eens komen." Hij haf haar nog een knip oog. Toen er geen monsters meer te zien waren stak hij snel over.
[Geen zelf moord plegen. Ik denk wel dat je nu even terug gaat naar je clan en doet wat hij zecht. Dan kunnen we eens schrijven dat we terug in onze clans zijn. en dan kunnen we elkaar zogezecht drie dagen later nog eens zien."
]