Shadowheart liep rustig door de Twoleggplace. Ze was op zoek naar de duistere heerser van de Bloodclan. Sinds ze een Rogue was geworden was het haar droom om de Bloodclan te joinen. Ze was aangekomen bij de grens van de Bloodcan. Zonder toestemming van de grote leider durfde ze niet over de grens te gaan. Wie weet wat ze met haar zouden doen.
Voor de grens van de Bloodclan ging ze zitten. Ze wou dat Scourge haar geen watje zou vinden. Daarom zei ze beleefd: Scourge, De duistere heer, De leider van de Bloodclan. Kan ik je spreken. Ze wachtte rustig af. De zon scheen helder aan de hemel.
Toen wachtte ze geduldig tot haar heldere groen gelige ogen de ijsblauwe van Scourge zagen.