Het vage gefilterende zonlicht had Raccoonkit aangespoord op te staan. Ze was klaar, klaar voor avontuur! Behoedzaam en nieuwsgierig keek de grijze kitten om zich heen. Iedereen sliep. Perfect.
Ze krabbelde over de kampgrond, de Nursery uit, het grote kamp in. Ze rook verschillende geuren, maar Raccoonkit wou niet te veel risico's nemen door de Vreemde Katten te gaan bezoeken. Haar blauwe blik gleed op een klein, wiermelende insectjes met een groen, glanzend schild. Een kevertje!
Deze kwaadaardig, woeste monstertjes had de grijze kitten eerder verdrongen uit haar mosnest. Ze waren gemeen, snel, behendig; in een woord: verschrikkelijk!
Raccoonkits vacht kwam tintelend overeind van enthousiasme. Haar poten spanden zich en ze hield haar adem in toen het beestje wegrende. Raccoonkit snoof en haalde uit met haar grijze, fijne pootje naar het insect. Hij zou niet ontkomen!
Het kleine grijze poesje sloeg nogmaals met haar snelle pootje naar het kevertje terwijl ze naar voor rende. Raccoonkit de Grote! Raccoonkit de Snelle! Raccoonkit, de geweldige Jager!
Ondertussen had ze het kleine, groene insect in een hoekje gedreven. Met een gevoel van triomf en trots tilde ze haar pootje op om het diertje een laatste slag te geven, zodat hij de Starclan binnen zou kruipen. Haar poten tintelden van spanning, maar Raccoonkit draaide haar oren toen ze een geluid hoorde en een bekende geur drong in haar neusgaten. Haar opgewondenheid steeg en ze draaide haar kopje vol enthousiasme, waarbij het kevertje vluchtte, maar ze deed geen poging het achterna te springen. Een zwart-witte pels met littekens, een vertrouwde geur, een groene halsband met tanden. Wolftooth!