Heel langzaam liep Midnight een beetje rond. Ze had nog maar kleine beentjes met haar 2 manen leeftijd. Ze ging even zitten, want ze was van de reis erg moe. Een klein wit vlindertje ging op haar kont zitten. Midnight schrok en rende achter het weg vliegende vlindertje aan. Op eens waren daar, grote bruine bomen. Het bos. Ze had van een wat oudere kat onderweg gehoort dat achter het bos, de plaats van de rogue katten waren. Katten die op een boederij maar toch ook weer opzich zelf woonde. Midnight hoopte dat ze zich bij hun kon voegen, ze wist ook wel dat het geen clan was ofzo, maar dat ze in ieder geval niet meer zo alleen zou zijn. Haar broertjes en zusjes waren overleden bij de geboorte. Zij zelf wist dat wel, omdat ze nooit bewoogen. Haar moeder wist het ook alleen die dacht dat Midnight zelf ook dood was. Ze vertrok en liet de kittens liggen. Haar moeder was een poes die bij iemand in huis woonde, en haar vader op straat, dus die zag ze ook niet. Midnight was op het punt om ook dood te gaan, en toen kwam een andere poes en die wou haar wel melk geven. Toen ze oud genoeg was ging ze op pad. En nu was ze hier. Midnight stapte het grote donkere bos in. Ze bleef op het pad, waar de mensen altijd op liepen. Toen ze een paar twee beners aan zag komen sprong ze achter een bosje. Bang bleef ze daar zitten. De mensen waren reuzen vergeleken met haar. Ze zat daar maar, niet bewegend. Ze was echt doods bang. Toen het wat donkerder werd, was het nog enger. Ze besloot maar om door te gaan. Midnight sprong uit de bosjes en rende angstig door, en door tot dat de boerderijen in zicht waren. Eindelijk. Een zuch verliet haar kleine keelgat. Ze ging zitten en wachte op de naderende kat.
-srry niet zo lang-