Na een paar mislukte pogingen om haar zoon te zien, besloot ze maar nog een keertje te proberen. Ze sjokte het Barn uit en vertelde tegen Death dat hij even op de kittens moest letten, haar ogen fliste van de ene kant naar de andere. Geen enkelde kat mocht haar zien of opmerken, met snelle passen trippelde ze het kamp uit en al snel liep ze door de stegen van de Twolegplace. Ze wist dat ze hem hier niet kon vinden dus sloeg ze af richting de clans en met een snelle tempo liep ze veder, haar staart zwiepte lichtjes heen en weer. En ze beet zenuwachtig op haar lip, als hij haar nou niet meer wou zien? Of erger, dat hij haar niet meer als familie beschouwde. Door die gedachtens twijfelde ze als ze hem zo opzoeken maar toch spoorde ze zich zelf aan om veder te gaan, al snel veranderde de harde grond in de aarde waar ze aan gewend was. Een kleine glimlach sierde haar lippen en haar oren stonden weer eens overeind, de wind blies door haar vacht heen en bracht de oude vertrouwelijke geuren mee. Ze was vlakbij de Gorge, dat kon je wel horen. Het gekletter van de waterval gaf haar een goed gevoel, ze stak haar neus in de lucht en snoof de geuren diep in. Maar geen enkele spoor was er te vinden van Hushpaw.. Ze liet zich zalken zodat ze zat en tuurde om zich heen, het was gewoon bijna onmogelijk om hem te zien zonder in de Riverclan kamp binnen te wandelen.
-Only Hushpaw!