"Bedankt, En de pijn valt wel mee. Het blijft minstens een maan lang zo. Blij dat jullie niet gewond zijn. Whitekit, Je moet nog veel leren maar je komt er wel. Zullen we maar even een andere plek opzoeken? We kunnen ook terug gaan naar het kamp maar daar is niet veel te doen he. Zei coldrain. Hij keek haar dankbaar aan. Net toen ze wilde vertrekken. Begon de struik te bewegen en je hoorde een takje kraken. "Als het weer de vos is coldrain. Pak jij deze keer whitekit. Dan reken ik wel met hem af." Ze keek hem even aan. Maar het was geen vos. Nee het was iets veel groters. Maar wat kon het dan zijn. Ze spande haar spieren, maar het was allemaal voor niets. Het was maar een hertje die door het bos aan het lopen was. Toen het beestje weg was. Zuchte ze even, stil zodat nieumand het kon hooren. "We kunnen naar de zonnerotsen gaan. Daar is het vast rustig, en jullie ziijn daar volgens mij maar even geweest." Zei ze vriendelijk. Toen keek ze even naar coldrain. "Maar mischien is het beeter eerst eens naar het kamp te gaan. Om de poot te laten onderzoeken door de medischeinkat." Ze ken het maar voor stellen, want vosse droegen vaak veel ziektes bij zich. "Maar het is jullie keuze." Zei ze er voor het gemak nog eens bij. Een zachte wind kwam op en ging door haar pels. Daar genoot ze van. Ze keek naar de lucht terweil ze wachte op een antwoord. Maar of ze mee zou gaan was nog niet zeker. Want eigenlijk moest ze gaan zeggen. Dat whitekit vijlig was.