Hm. De jonge kater snoof even, zijn poten waren doorweekt. Hij had het geniale idee gehad om in een waterpoel te springen; dat geen waterpoel bleek te zijn. Zijn poten waren dus niet zomaar nat, maar besmeurd met modder. Bah, dat had hij weer. En dat nog wel in deze hitte eh. Hij knipperde een paar keer, zijn kop omhoog gericht. De felle zonnestralen schenen fel in zijn groenige ogen, waardoor hij zijn ogen dichtkneep. Hij voelde de modder opdrogen op zijn vacht, waardoor het raar begon te voelen. Toen hij echter iets hoorde ritselen schoten zijn ogen naar de grond, een vogel? Tijd om te oefenen. Hij zakte rustig door zijn poten, zijn blik gericht op de vogel. Hij deed rustig een stap dichterbij. En nog een stap, en nog een stap. Zijn achterpoten plaatste hij op de plek waar daarvoor zijn voorpoten nog stonden. Nu moest hij springen, als hij nu niet sprong zou de vogel weg vliegen. Ja, hij deed het! Hij zweefde voor een moment in de lucht, zijn klauwen richting de vogel. Hij ha- "Oef!" bracht hij uit, een stofwolkje kwam omhoog. Hij.. Had gefaald? Hij gromde even, lekker dan.
& Roughpaw