We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Haar humeur was de afgelopen dagen hetzelfde gebleven. Ze had stemmingswisselingen en voelde zich ronduit verschrikkelijk. Wederom had Bluewisp haar plek bij de fourtree's gevonden, het voelde als een soort rustplaats waar ze niet onder de doordringende blikken van haar Clan hoefde leiden. Omdat ze Fire's dochter was werden de eisen vrij hoog gesteld en werd elke handeling in de gate gehouden. Die druk voelde zwaar, het was een last op haar schouders. Op deze plek leek het even weg te vallen. Een geur drong haar neusje binnen en nieuwsgierig keek ze op. Ze herkende de geur maar voelde weinig sympathie. "Ik hou niet van de geur van vis!" Snauwde ze dan ook ongegeneerd.
Het was genoeg, deze magie moest nu stoppen. Hij was, alweer, onbewust bij die vier verdomde bomen uitgekomen. Wat hadden die dingen? Onschuldig als hij was, was hij afgedwaald om te gaan jagen. Hij kon immers nog steeds niet vissen, wat bloedirritant was in Riverclan. En normaal prooi was in hun gebied moeilijk te vinden. Natuurlijk had je wel waterrat en andere beesten die naar het water toetrokken werden maar die waren ook niet gek genoeg om rustig te zitten met de contante geur van jager rond hun heen. Maar het was hem echter wel gelukt om onderweg een eekhoorn te vangen. Nu was dus weer uit gekomen bij de vier eiken. Yay. Met de eekhoorn nog in zijn beet hoorde hij de snauw van een poes. Wat was iedereen hier aardig zeg, kwamen alle bitchie poezen hiernaar toe om onschuldige katertjes als hem af te snauwen? Misschien zag ze hem aan als haar soortgenoot, zijn vacht was immers van die van een poes. Dus liep hij simpel op haar af, zijn zilveren blik glimmend op haar blauwe ogen gericht. ‘Nou pop, dan ben je vast blij dat ik een eekhoorn heb in plaats van een forel’ Met deze woorden legde hij het beest voor zich weg. ‘Toevallig zin in een dinertje voor twee?’ sprak hij met zijn diepe stem, afwachtend. Warpaw bestond vooral uit een flirt en een onverschillig monster. In de buurt van het andere geslacht won meestal optie 1.
Bluewisp keek verbouwereerd naar de kater. In plaats van in de verdediging te schieten liet hij zijn nonchalance niet van zijn schouders glijden en wandelde met dezelfde rust naar haar toe. De kater stelde zelfs voor om samen de gevangen eekhoorn op te eten. "Ik ben je pop niet." Kon ze alleen maar venijnig terug zeggen. Normaal was ze niet zo'n bitch maar alles wat er om haar heen speelde maakte haar moe. Te moe om er nog iets aan te doen en dat speelde met haar humeur. Haar maag gromde bij het aanzien van de eekhoorn die tussen zijn kaken had gelegen. "Maar ik heb wel honger," voegde ze er schaapachtig aan toe. Met een flauwe grijns ontmoette zijn zilveren blik met haar helder blauwe ogen.
Bij de opmerking van de grijze poes grijnsde hij enkel veel betekend. Want ja, ze viel onder de beschrijvingen waarop hij pop zou zeggen. Maar goed, als ze geen pop wou dan werd ze wel love of iets in die richting. Als ze maar begreep dat ze niet zo snel van zijn neerbuigende bijnaampjes afwas. Na een zwiepje van zijn staart liep hij naar haar toe en keek haar simpeltiek aan. ‘De weg naar een vrouw haar hart is door de maag?’ Opperde hij humoristisch, duidelijk niet beledigend bedoelt. Maar hij neusde de eekhoorn echter wel richting de poes. ‘En, aangezien we toch een etentje hebben, hoe mag ik je dan wel noemen love?’ Zijn zilveren blik lag rustig op de poes.
Bluewisp probeerde ten zeerste om haar gevoelens te onderdrukken en zich niet opgelaten te voelen. Als ze echter geen vacht had gehad zou je haar wangen lichtelijk rood zien hebben kleuren. Blue negeerde zijn opmerking en trok de eekhoorn gulzig in tweeën waarna ze een deel weer naar de kater schoof. "Klopt helemaal." Mauwde ze uiteindelijk maar met een zucht waarna ze voorzichtig een hapje van het vlees nam. Haar maag stopte met knorren en de kater trok zijn mond weer open. "Beschouw dit niet als een etentje, eerder als een gunst." Mompelde ze en richtte haar blauwe ogen op de kater. "Een gunst omdat je mijn rust verstoord hebt," een kattengrijns krulde nu om haar rozige lippen. Haar oortjes wiebelde kort heen en weer, zou ze haar naam zeggen? De kater zag er uit als het type dat er op een gathering geen geheim van zou maken dat ze elkaar kenden. Die vragen kon ze er niet bij gebruiken. Na kort nadenken besloot ze dat het haar allemaal toch niet zoveel meer kon schelen. "Bluewisp, jij?" Was haar antwoord.
Hij gaf een smirkje, een schuine lach bij het zien van de poes en nam toen zelf nog een hap van zijn stuk eekhoorn. Het vlees was lauw, wat zeker wat afdeed van de smaak maar toch kon hij het volle vlees nog proeven. Terwijl het bos weer aansterkte na een lange winter kon ook Warpaw de subtielere smaken van prooi waarderen. Hij had al lang genoeg op taaie restjes geleefd. ‘Maar love, geef nu toe, ik ben veel leuker dan de rust’ De calico knipoogde plagend terwijl zijn grijns zich verbrede. ‘Want welke rust geeft je tegelijk een halve eekhoorn én een leuk uitzicht’ Er klonk humor in zijn toon, maar het plagelijke verdween niet. Maar hierna kreeg hij al haar naam te horen; Bluewisp. Een bekende naam bij alle clans, dat was zeker. De dochter van een leider, maar het kon de calico kater geen bal schelen. Heel hard, maar het enige waar hij interesse in toonde was een mooi gezichtje, diens titel en familie was voor hem bijzaak. Nu was het zijn beurt om zijn naam te noemen, en ook hij moest erover denken of hij zijn naam wel prijs gaf. Niet dat de zijne bekent was, hij was een normale Riverclan apprentice. Maar hij was ook een onrust zaaier die bij bepaalde clans al minder gewaardeerd werd, daarbij was hij ook een late apprentice. En het woord paw zou dit weergeven. ‘Warpaw’ besloot hij toen toch maar naar de waarheid.
De grijze kattin grinnikte bij zijn woorden. Haar gespannen en geïrriteerde houding verdween al lichtjes en ze nam nog een hap van het vlees dat voor haar lag. Even sloot ze genietend haar ogen, wat was eten toch een fijn iets. "Ja, daarin kan ik je alleen maar gelijk geven. Het leuke uitzicht is echter een puntje om over te discussiëren." Ze likte over haar lippen en stuurde hem een brede lach. Zijn manier van communiceren sprak haar wel aan, maar zijn karakter peilen kon ze nog niet helemaal. Ze knipperde charmant met haar ogen en liet haar blauwe kijkers toen ongegeneerd over zijn lichaam glijden. De kater was breed gebouwd en had een gevlekte pels die er verzorgd uitzag. Hij leek rond haar leeftijd te zijn, maar oogde net iets ouder. Dat liet haar ook verbaasd opkijken toen hij zijn naam noemde. Warpaw, die naam had ze wel eens horen vallen. Twijfelend bedacht ze of ze wel kon aankaarten dat de kater nog apprentice was. Maar ach, hij zag er wel uit alsof hij tegen een stootje kon dus haar keuze was snel gemaakt. "Waarom ben je nog apprentice?" Vroeg ze nonchalant. De laatste happen van de eekhoorn verdwenen in haar mond en zelfvoldaan rolde ze op haar rug. Haar zachte buikje bloot. Dit was gedrag dat ze niet van zichzelf herkende, maar om nu geschrokken terug te rollen was ook geen galante optie.
- oh oh arme blauw heeft struggles met de natuur xD
De calico kater nam nog een hap terwijl hij luisterde naar de woorden van de glanzende poes. Zodra hij zijn mond leeg had kon hij het niet laten nogmaals geamuseerd te grijnzend. ‘Voor mij valt het in ieder geval niet tegen’ sprak hij met een lichte snor in zijn stem, al was het meer plagend dan flirterig bedoelt. Het was voor de kater eens fijn bij een poes te komen waarop hij makkelijk kon inspelen. Vaak was het vrouwelijk geslacht enorm complex of domweg saai. Dan kwam hij meestal aan op zijn tweede hobby; ruzie maken. Maar hij had het geluk dat het vandaag niet zo’n dag leek te zijn, Bluewisp was entertainment. Daarbij was ze zeker zijn aandacht waard. Warpaw had een oog naar mooie poezen en de kattin voor hem hoorde daarbij. Iets minder duidelijk dan zijzelf had ook hij haar in zich opgenomen. Een gladde kattin, met een mooie grijze pels en heldere blauwe ogen. Een combinatie die je niet vaak tegenkwam en haar heel zuiver liet ogen. Warpaw approves. Bij de vraag van de elegante zilveren poes zwiepte hij kort met zijn staart en gaf simpel antwoord. Hij had het kunnen verwachten en het onderwerp was niet heel gevoelig voor hem. ‘Mijn mentor raakte blind bij een grensgevecht’ Maar dit was lang niet genoeg antwoord. Want ja, het was een feit dat als je rond zijn leeftijd je mentor verloor je gewoon een tijdje met andere meetrainde en dan je laatste keuring kreeg om warrior te worden. Zijn woorden waren dus nog geen excuus. Dus gaf hij een jongensachtig lachje en keek de ander aan. ‘Daarbij is vissen niet mijn beste punt’ Een Riverclanner die niet kon vissen, wat een grap. Maar het was de waarheid, hij droeg veel soorten bloed met zich mee die hem veel voordelen gaven. Hij kon goed springen, rennen en had de Riverclan kracht. Maar hij had blijkbaar geen viskrachten meegekregen in het pakket, hij had nog nooit iets uit het water kunnen vissen op een Shadowclan apprentice na. En daarmee voedde je de clan niet.
Het liet Bluewisp kort blozen toen de kater de woorden sprak. Echter liet ze er niks van merken en keek ze hem ondersteboven aan. Haar ogen scande de omgeving, alles zag er flink apart uit vanaf hier. De grijze poes rolde even heen en weer en besloot zich toen weer op haar buik te laten vallen. Ze schudde de viezigheid uit haar vacht en stond op. De apprentice voor haar begon met spreken en aandachtig volgde ze zijn woorden. "Ah gut, dat is balen." Mompelde ze afkeurend maar tegelijkertijd medelevend. "En ach, wie heeft nou vis nodig? Dat stinkt toch." Grijnsde ze, waarna ze opstond en een stapje dichter naar de kater toezette. Haar staart zwiepte speels heen en weer en haar ogen twinkelde van verschillende emoties die er in rond cirkelde. Blue liet haar staart kort langs zijn kin glijden en keek hem ondeugend aan. "Maar een knappe kater als jij is vast een veelbelovend warrior. Groot, sterk en uiteraard geliefd bij het vrouwelijk schoon." Haar stem was zachtjes, en ze schonk hem een kleine knipoog terwijl ze weer van hem wegdraaien en op haar oude plaats ging zitten. Waar de hell was ze mee bezig?
Hij had zeker leuk uitzicht en de poes was letterlijk voor hem gevallen. Hehe. Of ja, omgerold. In ieder geval was ze helemaal ondersteboven van hem. De slechte puns achter hem latend, hij zat hier heel soepel uit te leggen waarom hij nog een apprentice was. Het beschamendste was dat hij bij 5 manen was begonnen.. ‘En dan jaag ik misschien leuke Thunderclanners weg’ grijnsde hij naar haar terug. Toen hij haar staart onder haar kin voelde kon hij het niet laten jongensachtig te grijzen. Damn, dit kwam niet vaak voor. Maar klagen ging hij niet. Hij sloeg zijn gevlekte staart om zich heen, schopte wat zand over de resten van zijn prooi en grijnsde charmant terwijl zijn glans weer in zijn zilveren ogen verscheen. ‘Je zou eens moeten weten hoeveel dat tegenvalt, maar pop, ik weet zeker dat een knap koppie als het jouwe wel wat meer wilt doen dan alleen zitten en kletsen.’ Je kon het zeker twee kanten op nemen, maar aan zijn ondeugende blik en op de manier waarop hij opstond was het duidelijk dat hij de brave manier bedoelde. ‘Zin in wat avontuur?’ Met deze woorden spitste hij zijn oren naar voren en stond hij op. Hij had helemaal geen problemen met de rest van de dag doorbrengen met de poes.
Al de gehele tijd stond er een ondeugende twinkel in de ogen van Bluewisp. Haar staart zwiepte al even ondeugend heen en weer en ze schudde zich kort uit. Ze wist niet waar ze mee bezig was, god mocht het weten. Wel wist ze dat ze voor even alles vergat, al haar zorgen. Van Rowanflight tot haar ouders. Rowanflight, geschrokken kwam ze uit haar gedachtenwolkje en een brok ontstond in haar keel. Wat was ze in godsnaam aan het doen? Was de zwarte kater te moeilijk voor haar, was dat het? Gooide ze zich daarom zomaar voor de eerste en beste neer. De woorden van Warpaw drongen pas later door, zijn opmerking was dubbelzijdig en het liet een vreemde kriebel ontstaan in haar buik. Niet van liefde, nee van iets anders. Spanning, het was zo intens fout dat het bijna onmogelijk was om het te negeren. Dus in plaats van afstand te nemen klonk haar stem weer even meespelend als daarvoor. "En wat voor avontuur heb jij me te bieden dan, Warpaw." Vroeg ze terwijl ze onschuldig met haar ogen knipperde. De kater was opgestaan en stond nu dus dichterbij, ze kon zijn warmte inmiddels voelen. Shit.
Warpaw vond het helemaal niet erg. Hij was heel wat afwijzing gewent, en jonge poezen die niet wisten wat ze hem aanmoesten. Maar een leuke, knappe poes die op hem reageerde? Zijn dag kon niet meer stuk. Voor die reden zou hij wel vaker naar Fourtrees lopen. Hij keek op haar neer, in beiden vormen al zou de poes enkel de letterlijke zien. Zijn zilveren blik glansde van uitdaging, alsof hij keek hoever hij kon komen. Bij diens woorden grijnsde hij veelbetekend. ‘Ach pop,’ zo simpel sprak hij het uit, alsof dit alles meer dan normaal voor hem was. Hij was echter ook redelijk kalm van natuur, dus was het geen moeite zich zo op te stellen tegenover een ander. ‘Ik kan je vanalles bieden. Maar ik moet zeggen dat een algemene ontmoetingsplaats geen goede plek is’ voegde hij met een plagende knipoog erachter na. Hierna vleide hij zijn staart rond de poes en keek richting een van de paden om weer weg te komen, om hierna zijn blik weer op de ander te laten vallen.
Een beetje opgelaten schuifelde Bluewisp heen en weer. Haar oortjes wiebelden eveneens van de zenuwen en haar ogen keken schichtig om zich heen. Werden ze bekeken? Ze wilde niet dat iemand er achter kwam dat ze zich zo aan een wildvreemde kater gaf. Een kater die ze pas één keer had ontmoet. Desalniettemin duwde ze haar kopje onder zijn kin en kroelde zo tegen hem aan. "Wil je een beschutte plek opzoeken dan?" Vroeg ze met een ondeugende glans in haar ogen. Ging ze dit echt doen? Wilde ze dit echt doen? Aarzelend nam ze wat afstand maar ze liet de twijfels niet merken aan Warpaw. Ze kon altijd met hem meegaan en op het laatste moment afhaken, het was niet alsof ze moest ofzo. Ze kon hem ook bespelen en in haar macht houden. Misschien kwam dat nog van pas. Ze hield van Rowanflight maar het voelde alsof de macht over zichzelf haar uit handen werd genomen door de kater die voor haar stond. Bluewisp wist nu al dat ze een enorme schuld zou krijgen, een enorme. Rowan en zij waren niet officieel, maakte het dan nu al uit? Ja toch? Vragen speelden met haar hoofd maar antwoorden kwamen niet.
Wait whut? Wacht, wo wo wo. Dit ging even te snel. Had hij het goed gehoord? Een beschutte plek zoeken? Deze dag werd beter met de minuut. Een grijns, veel kalmer en zekerder dan hij zich voelde gleed over zijn gelaat. Hij draaide zijn oor kort en boog lichtjes over de poes heen om de kroel zo te beantwoorden. Hij liet een zacht, maar rommelend gespin horen vanuit zijn keel terwijl zijn koud zilveren blik op de ander bleef hangen. En hoewel de kater een enorme flirt was bleef het meestal alleen bij dat. Hij zou haar hierbij aan de leiding houden, de calico wou immers niet bekend staan als meer dan een vrouwenversierder. Dus keek hij haar enkel aan, een glans in zijn ogen en zijn spierwitte tanden ontbloot in een grijns. 'Waarom niet pop? Er is niemand om het te zien, alsof dit allemaal niet is gebeurd' voegde hij met een knipoog eraan toe. Het was zelfs voor een kater als hem duidelijk wat je afkomst voor je deed. Deze poes had bekende ouders, en kreeg meteen een stempel op haar gedrukt. De laatste zin zou veel kunnen betekenen. Zo was het immers, als niemand het zag, was het niet gebeurd. Warpaw stapte rustig naar voren en liet zijn vacht zacht langs die van de zilveren poes glijden.
Het gespin en de warmte van de kater lieten kriebels in haar buik ontstaan. Wederom niet van liefde maar uit iets anders. Verlegen ontmoette ze zijn ogen, hij was een beetje over haar heen gebogen en er lag wat druk op haar waardoor ze bijna door haar pootjes zakte. Ze beet lichtjes in zijn oor, het was geen liefdevol gebaar. "Het is hier wel heel openlijk," mauwde ze zachtjes. "Misschien toch maar ergens anders heen gaan? Ging ze verder terwijl ze haar vacht nog wat dichter tegen die van de kater aanduwde. Op het moment maakte hij haar gek, maar bovenal maakte Blue zichzelf gek. Ze vergat wat ze aan het doen was, wat de werkelijkheid was en wat dit betekende. "En wat er op die beschutte plek gebeurd blijft ons kleine geheimpje," haar stem sloeg lichtjes over van spanning. "Dus waar wil je heen? Dan kunnen we gaan doen alsof dit nooit gebeurd is. Fluisterde ze in zijn oor.
De calico kater zette zijn pels omhoog, al was het geen vijandelijk gebaar. Eerder zijn manier van overspronggedrag omdat hij niet wist hoe hij zichzelf moest plaatsen. Bij diens woorden, die voor hem maar twijfelend waren rechtte hij zich weer. Zijn witte borst stond naar voren terwijl hij met zijn ogen de omgeving verkende. De vrouw is koningin. En bij haar overslaande stem lachte hij. Echter was dit geen grijns als zijn vorige, een zacht, ontspanning uitstralend lachje. Alsof hij keek naar iets waar hij trots op was en wou dat de zenuwen verdwenen. Dit was allemaal maar schijn, maar hij deed het zonder na te denken. Als een grote flirt de ander niet beviel, een tedere kater misschien wel? Zachtjes schudde hij zijn kop en keek weer naar de zilveren poes. 'Kom maar pop, we hoeven niet ver te gaan' fluisterde hij zowat, een geluid wat makkelijk door de wind kon worden verdwenen. Hierna liep hij rustig naar een dun pad wat gebruikt werd om naar Rogue gebied te lopen. Het was overwoekerd en werd niet vaak gebruikt omdat de meeste simpelweg langs hun eigen gebied gingen om in niemandsland te komen. Maar het belangrijkste eraan was dat het niet in de buurt van het Riverclan nog Thunderclan gedeelte was. Al rook je nog steeds alle clangeuren duidelijk. Een vossenlengte verder zag hij een grote struik met zachtgeurende paarse bloemen. Hij zwiepte kort met zijn staart en duwde met zijn schouder enkele takken weg, waardoor de open ruimte onder het bladerdek zichtbaar was. Zijn blik lag rustig op Bluewisp, afwachtend maar niet dwingend. Al lag er diep vanbinnen een uitdaging in verborgen.
De beweging van de kater liet haar opkijken. Haar blauwe ogen volgde zijn bewegingen en zijn stem klonk door haar oortjes heen. Een glimlachje verscheen en langzaam zette ze zichzelf recht en schudde zich kort uit. Ze volgde hem zonder na te denken en zette haar verstand op nul. Even geen zorgen, eventjes genieten. De kater leek zelfzeker en volwassen en dat had ze nodig, ze wilde zelf beslissing maken maar de leiding die hij nam was fijn. Sierlijk en gracieus stapte ze achter Warpaw aan ze knipperde af toe met haar ogen en vond toen de plek die tevoorschijn kwam. Beschut en nauwelijks vindbaar als je niet zorgvuldig keek. Zou hij hier vaker poezen naartoe nemen? Ach wat maakte het ook uit. Wat ze deed was toch al dom, een domme fout waar ze spijt van zou krijgen. Maar ze wilde de domme fout maken omdat ze er zin in had en omdat de kater voor haar iets met haar deed. Ze liep naar binnen en draaide zich toen om naar de kater, lustig keek ze hem aan. Haar ogen ondeugend, haar staart speels heen en weer zwiepend. "Wat wil je nu het liefst?" Ze schonk hem een ondeugende knipoog, stapte naar hem toe. Ze likte kort over zijn wang en kroelde tegen hem aan. Het opzijgeschoven bladerdek viel geruisloos dicht. Ze hadden het rijk alleen. Wilde ze zich nog terugtrekken? Wilde ze nog hard wegrennen en de kater verbouwereerd achterlaten? Of wilde ze de domme fout maken? Ze nam haar kansen en gokte op het laatste. Nu was het aan de kater om de laatste stap te zetten.
Zodra de poes onder de struikruimte zat stapte hij naar voren, zo zorgend dat de takken weer op hun plek vielen. Iedere grote bloemenstruik had zo’n ruimte, en in Riverclan hadden ze er dankzij de frisse lucht en heldere water veel van. Kittens spelen eronder, en zodra ze ouder waren zochten ze er hun privacy. Beiden katten die er nu onder zaten waren jong, onbekende en gingen ieder moment een grote stap zetten. Of dit richting een leuke dag of de uitgang was had Warpaw nog niet zeker. Maar de kater was niet van plan degene te zijn om af te krabbelen. Al was dit zijn eerste keer in zo’n situatie en voelde hij zich niet zeker van zijn zaak. Hij was oud genoeg zelf zijn, of Bluewisp’s onschuld uit het raam te kunnen gooien. En dat ging hij doen ook. Zijn zilveren blik die in het gedimde licht enkel een zacht grijs was lag koeltjes op de poes te rusten. Hij liet zijn normale zelfverzekerdheid de overhand nemen en relaxed zwiepte hij met zijn staart. Zijn grens onmisbaar op zijn gelaat. 'Gewoon genieten van jou' Zodra de poes dichterbij kwam spinde de calico zacht, teder. Hierna gebruikte hij zijn grote en gewicht om opzij te leunen, en zich zo te laten zakken, met de bedoeling de poes mee in deze beweging te krijgen. Nog een laatste keer liet hij zijn ogen die van de kattin ontmoete, waarnaar hij zijn poot over haar heen legde, spinde en hierbij de wegbekende stap te zetten. Wat zouden hun ouders trots op hun zijn.
{ Okey, time skip after love making of vlucht Blue van dr Don Juan? XD
'Gewoon genieten van jou' waren de woorden van de kater voor haar. Een glimlach sierde hierbij haar lippen, waarna de kater teder in haar ogen keek. Ze voelde de volgende seconden zijn gewicht op leunde, en aarzelend zakte ze door haar pootjes. Dit was haar laatste kans, haar laatste kans om onschuldig te zijn en terug te gaan naar de Clan zonder problemen. Of minder problemen dan dat ze zou hebben als ze daadwerkelijk de stap zette. Een mengeling van nerveuze en geweldige gevoelens raasden door haar hele lichaam. Het was zo ontzettend fout, zo fout maar nog steeds voelde het goed. Ze keek hem nog een laatste keer aan waarna ze hem gewillig over haar heen liet zetten. Spinnend sloot ze haar ogen toen hij het laatste stapje nam.
Bluewisp lag opgekruld tegen de grote kater aan. Ze voelde zich rustig, kalm. Daar zou verandering in komen zodra ze de Clan maar vooral Rowanflgiht en Zephyrpaw weer tegen zou komen. Het moment van net was geweldig geweest, maar ook liefdevol. Blue had Warpaw veel ruwer en onbeholpen ingeschat. Ze opende haar blauwe ogen en zocht naar die van de calico naast haar. "I liked that." Fluisterde ze zachtjes terwijl ze haar snuit in zijn vacht begroef. "We kunnen hier nog wel even blijven, ik heb nog geen genoeg van je." Mauwde ze verlegen maar met dezelfde ondeugende ondertoon. Ze had de fout nu toch al gemaakt, nu kon ze er net zo goed het beste van nemen. Niet waar?
Warpaw lag met zijn hoofd rustig op Bluewisp terwijl hij voor zich uit staarde. Zijn hartslag vermengde met die van de kattin tegen hem aan en hij voelde zich sinds een lange tijd rustig. De onzekerheid die hem had belaagd was met een klik verdwenen en een vertrouwen verwarmde zijn lichaam. Hij voelde geen liefde voor de kattin, niet zoals het in zijn ogen hoorde bij zulke momenten. Verassende woorden? Warpaw was geen bruut, maar hij had tegenwerken dat hij niet in ware liefde geloofde. Voor hem was Bluewisp een prachtige kattin, met een vuur in haar dat niemand zou kunnen doven. En in een zekere zin was ze voor hem bijzonder, niet een zoals vele. Maar hij geloofde er niet in dat hij haar na deze dag ooit nog zou zien. Bij haar woorden lachte hij enkel zacht. Zijn grijns was in zijn stem te horen terwijl hij sprak ‘They’re not looking anyway’ mauwde hij op een harmonieuze toon. Hierna sloeg hij zijn pluizige staart om haar heen en legde zijn kop op de koele grond. Boven hun ritselde de bladeren doordat een vogel in de struik landde, na enkele keren op en neer gehupst te hebben leek het beestje hun aanwezigheid te merken en vloog weer op. Een van de paarse bloemen viel van zijn bosje en landde niet ver van hem vandaan. In een simpel gebaar pakte hij het op en legde de bloem vederzacht op Bluewisp haar pels. Zijn blik gleed weer eens over haar heen, zijn blik plagend maar even slecht ondeugend zoals die van de kattin was geweest.