Icicleshard was het halfzusje van Ashdrizzle, die maar twee moons ouder was dan haar. De vriendschap tussen die twee was sterk enkel leefde ze nu beide wat meer op hunzelf. Problemen hadden de twee uit elkaar gedreven als zwanen waarvan een partner mistte. Alleen het verschil was dat Icicleshard en Ashdrizzle er niet aan dood gingen. Haar licht, gele ogen had ze even op de hemel gericht voordat ze het kamp uit was gegaan. De gevoelens van de laatste ervaringen hadden nog steeds niet hun eigen plekje gevonden. Dassen waren het territorium steeds vaker in gegaan, waardoor ze nu ook in haar vrije tijd voor een kitten zorgde. Haar oren bewoog ze rustig heen en weer terwijl ze afwachtte wanneer Lionroar op zou staan. Hij zou voorlopig op zijn daden moeten passen, een misstap en hij zou als een verrader behandeld worden. Haar neus trilde zachtjes bij de geur van Windclan die de kater nog bij zich droeg. Ze had niet zo zeer hekel aan de hazenvreters, al kon ze, ze ook weer niet al te lang verdragen. Een rilling schoot over haar rug met de gedachte aan de vijandigheid die in het kamp heerste. Haar kop draaide ze naar de flamepoint toe en met een klein glimlachje begroette ze hem. Ze was lang niet zo hartelijk als ze bij haar broer zou zijn, enkel was ze ook niet kil. De enige momenten waarop ze kil zou zijn, was als er gevaar heerste. Zelfs als kittens of apprentices haar het leven zuur maakten, door nooit te luisteren, had ze nog geduld. Uiteindelijk zouden ook de jongere katten van hun fouten leren. Gelukkig gingen de meeste door hun dwang naar ontdekking niet dood, enkel had haar pleegkitten de nare ervaring wel gehad. De moeder was overleden door een dassenaanval. De gedachten lieten in haar ogen emoties zien, ze was een open boek, voor iedereen die bereid was haar te lezen. Ze knipperde een paar keer voordat ze op stond om zo de weg te leiden naar een goede jachtplek. "Kom je ...," Mauwde ze enkel, weer vriendelijk en zacht, haar stem leek net een vriendelijk briesje, die lekker door een kat zijn vacht heen kon waaien, tijdens de verstikkende hitte. Ze wachtte even af welk tempo de andere kater wou. Hij was natuurlijk van de Windclan dus onderschatte ze zijn snelheid niet, enkel wist ze ook dat zijn poot gewond was geweest en hij er misschien nog lichtelijk last van had. Haar blik richtte ze weer op de kater. Haar passen waren lang en soepel, haar tempo was snel. Ze liep niet op haar snelst maar hield er van een aardig tempo aan te houden. Ze kon er niet tegen als katten liepen te treuzelen, want aan treuzelende katten had ze niets. Dan kwamen nooit alle taken gedaan.
(OOC: Alleen Lionroar)
{Bedankt Foxpaw!}