Fish {Panthergrowl}

Fish!
Rustig liep Springleaf langs de oever van de beek. Hij wist zeker dat hij alle prooien weg jaagden met zijn geknor. Op eens zag hij een lekker visje uit het water springen. Hij liep naar een tak die over de stroom lag. Voorzichtig zette hij een poot op de tak. De tak begon te kraken. Net op tijd trok hij zijn poot terug. De tak kwam met een luide plons in het water. De tak dreef weg met de stroom.
Springleaf liep de tak achterna en toen de tak achter een paar stenen bleef steken probeerde hij er weer op te staan. Deze keer met succes. Hij liep voorzichtig naar het midden van de tak en ging van daar kijken naar lekker visjes.
Opeens zag hij een lekkere vis en hij stak zijn poot uit om hem te pakken. Maar doordat de tak in het water had gelegen gleed hij weg en viel in het water. Hij zocht met zijn poten naar de tak. Hij ging kopje onder. Toen voelde hij de tak en hees zich zelf er op. Hij was verkleumd van top tot teen. Snel liep hij weer naar de oever en daar begon hij zich zelf schoon te maken.

Met een gemeen lachje keek de zwarte kater toe hoe klunzig zijn clangenoot was. Och, wat stond hij toch ver boven deze sukkels. Zelfs Panthergrowl kon vanaf waar hij zat, en dat was toch wel een eindje verderop, dat je niet op die tak moest gaan staan. Toen de grijze kater begon mee te rennen met de tak, lachte hij zachtjes. Wat had dat nou voor nut? Toen zijn clangenoot, die hij nu herkende als Springleaf, op de tak ging staan en er vervolgens afviel, raakte Panthergrowl geïrriteerd door de kluns. Hij liep naar voren en keek neer naar de ander, al was die ouder dan hemzelf. "Wat dacht je nou allemaal aan het doen te zijn?" Miauwde hij, zijn lage stem klonk wat verwijtend en kleinerend, alsof hij het tegen een kitten had.

Fish
Een zwarte kater kwam op hem afgelopen. "Wat dacht je nou allemaal aan het doen te zijn?" Zei hij. Het klonk erg kleinerend en daar ergerde Springleaf zich aan. Hij vroeg zich af wie deze kater was. Hij dacht dat hij hem nog nooit gezien had. "Wat doe je in ons territorium?" Vroeg hij aan de kater. Nadat hij dat gezegd had herkende hij de kater. Toen hij nog jonger was had hij deze kater als kitten gezien, hij dacht dat de naam Panthergrowl was. "Oh sorry Panthergrowl, ik herkende je even niet. Maar om terug te komen op je vraag. Ik wilde vissen gaan vangen en ik dacht dat die tak stevig was." In zijn ooghoeken zag hij ineens een school vissen zwemmen. "Wacht even"zei hij. Hij liep naar de oever en stak een paar keer zijn poot in het water om een vis te vangen. Toen de school snel weg zwom lagen er al 3 vette vissen op de kant. Eigenlijk wilde hij ze nu al opeten maar dat mocht niet dus nam hij ze in zijn bek en liep weer terug. Hij legde de vissen weer neer en begon zich schoon te maken. "Zou je me straks willen helpen om de vissen naar het kamp te brengen?" Vroeg hij.

"Wat doe je in ons territorium?" Vroeg de grijze kater aan hem, en de zwarte Riverclanner trok zijn wenkbrauw op. Serieus? Het was toch duidelijk te ruiken dat hij bij de Riverclan hoorde? "Oh sorry Panthergrowl, ik herkende je even niet. Maar om terug te komen op je vraag. Ik wilde vissen gaan vangen en ik dacht dat die tak stevig was." De gele ogen van Panthergrowl boorden zich in de ogen van de ander. Vast en zeker dacht hij dat de tak stevig was, anders was hij er niet op gaan staan. Uit het niets liep de kater weg, met een zachte wacht even en binnen no time lagen er drie vissen te spartelen op de kant. "Zou je me straks willen helpen om de vissen naar het kamp te brengen?" Vroeg Springleaf aan hem, terwijl hij de vissen schoonmaakte. Met een zucht knikte de zwarte kater. "Mja, sure." Miauwde hij, waarna hij naar het water liep en keek of er toevallig nog wat vissen waren. Toen hij ze niet zag, draaide hij zich terug om naar de ander.