Troublepaw geeuwde als ze met trippelende pootjes verder wandelde in het donkere natte gras. Haar honingkleurige ogen omvatten de omgeving, vogels waren zacht aan het fluiten, het water in de heldere rivier rustig verder stromend en de aarde licht zuchtend onder haar voortbewegende lichaam.
Niet goed wetend wat ze wou doen had ze besloten om een korte wandeling te maken en het gebied verkennen, onderzoeken hoever ze kon gaan en wie haar zou tegenhouden op die reis..
'You will be allright, little kit of mine..' haar moeders' stem galmde in haar gedachten en ze schoot meteen weer alert. “Nee.. hier kan ik niet aan denken..” fluisterde ze, een koude blik kwam in haar ogen. Haar ouders hadden haar achtergelaten.. Ze had geluk gehad dat de Windclan zo goed voor haar geweest was, geen idee waar ze anders zat dan.. Trouble had veel tegenslag gehad in haar 7 maan-oude leven, nooit echt de grootste geweest, zwak geboren.. Waarschijnlijk was dat de reden waarom haar ouders haar Trouble hadden genoemd..
Trouble's gedachten gleden weer naar de stille natuur om haar heen en ze zuchtte, nog geen enkele kat tegengekomen, niet dat ze daar zo hard mee inzit. Het liefst van al was ze alleen en slapend op een zacht bladerdek maar haar nieuwsgierigheid won het deze keer.
Na een tijd begon Trouble toch een beetje moe te worden en leunde haar grijze lichaam tegen een boom aan, verscholen van mogelijke gevaren. “Ach wat geeft het..” zei ze zacht en besloot om haar ogen een aantal minuten dicht te doen.