Rustig rende Lightheart achter Thunderstorm Silverflower en Moonstream aan. Ze liep eht langzaamst. Dat deed haar anre gedachtens op komen. Ze was nu eht langzaamst, vroeger het snelst, ze kon altijd heel goed jagen, dat was nu ook minder. Het enisgte wat nog nittig aan hwaar was, was bijvoorbeeld, helpen met het kamp te versterken en verbeteren, het op bouwen er van, af en toe misschien terug komen met twee muisjes geen bekken meet vol. Dat was allemaal nu minder. Moonstream vroe wat. Dat ze niet verstond. Maar haar gedachtens werden onder broken door Thunderstorm. 'Au' Riep haar vriendin. Lightheart keek op en zag dat ze wat uit haar poot probeerde te trekken. 'Flut!' Vervolgde de poes. Lightheart kwam kalmpjes op hen af gelopen. Moonstream was onder tussen al in actie gekomen. 'Die zit goed diep?' Zei Moonstream. Lightheart bekeek het met een niets zeggende blik in haar ogen. 'Blijf zitten dan trek ik hem eruit.' Zei Moonstream. Lightheart ging naast Thunderstorm zitten en gaf haar een tak. 'Bijt hier in, je bent geen hond maar dat lijd je af.' Legde ze uit. Ze had het gezegd met een hele zachte stem. Toen Moonstream 'm er uit had getrokken vroeg ze: 'Doet het nog pijn?' Lightheart zei niks maar keek naar het wondje van haar vriendin. 'Het is niks, het is gewoon een klein gaatje. Dat is binnen twee dagen wel weg, en dan heb je enkel alleen nog maar een bijna niet zichtbare litteken.' Ze keek anar Silverflower. 'Hé. Zullen we nou nog gaan jagen, of hoe zit dat?' Zei ze met een kleine grijns die ze al een aantal dagen neit meer had laten zien. 'Hé, ik weet van me zelf dat ik al aardig goed jaag, ik kan het nu aan jullie alle drie laten zien! En dan kunnen jullie samen met mij verslag uit brengen aan Crookedstar en Seastream!' Zei ze bijna op gewonden.