Miss Cat 554 Actief
| |
| Onderwerp: Not lonely at all ma 3 nov 2014 - 18:49 | |
|
Ze wilde niet. Ze wilde niet opstaan en weer een dag ingaan waar ze alleen was. De eenzaamheid hing om haar heen als de geur van haar clan. Haar Clan... Ja, ze had een Clan, maar geen vrienden -échte vrienden. Ze voelde zich niet meer dan een Rogue. Met een zucht hees Daypaw zich omhoog. Ze kon niet blijven liggen, hoe graag ze het ook had gewild. Langzaam sjokte ze de Apprentice Den uit. Er waren bijna geen katten, wat betekende dat het waarschijnlijk tegen zonhoog was. Eenmaal buiten knipperde het poesje tegen het felle zonlicht. Ze slenterde naar de prooihoop en koos een klein musje uit. Vervolgens plofte ze naast de Warrior Den neer en keek ingespannen naar de mus, alsof ze wilde dat het diertje als vanzelf haar maag inging. Daypaw had geen zin om te eten, maar haar maag rammelde. Na een hele poos besloot ze haar vogel toch maar op te eten. Stilletjes zat ze daar, starend in het niets, kauwend op iets wat geen smaak had. Toen ze de mus eenmaal op had, ging ze staan. Misschien kon ze nog wat gaan jagen of trainen. Nog steeds was de Apprentice vastbesloten om de beste krijger van de hele RiverClan te worden. Ze slofte het Camp uit. Eerst zou ze gaan trainen en daarna ging ze jagen. Het schoot door haar heen dat ze moest oppassen dat niemand haar zag als ze ging trainen. Boeiend dat ze me zien. I don't give a shit. Ze liep verder, tot ze op een kleine open plek aankwam. Dit is perfect! Daypaw draaide zich om haar as, op zoek naar een doelwit. Drie staartlenges verderop stond een jong boompje, vier keer zo groot als zij, maar even breed. De Apprentice siste, trok haar ogen naar achter en sprong op de boom af. Met haar klauwen begon ze de boom te bewerken. Na een paar seconden draaide ze zich abrupt om en draafde naar de andere kant van de open plek. Dit deed ze een paar keer achter elkaar. Na een tijdje begon ze onzichtbare vijanden te ontwijken. Ze klauwde naar de boom en draafde door, slipte toen ze zich omdraaide en kwam weer op de boom af. Ze rende bijna tegen de boom aan, maar remde net op tijd. Als ze haar poot een beetje uitstak, kon ze de boom aanraken. Genoeg getraind. Tijd om te gaan jagen. Daypaw snoof en spitste haar oren. Er was geen prooi in de buurt. Natuurlijk. Haar training had ze weggejaagd. Met zekere passen begon ze te lopen, niet wetend waar ze naartoe ging. Het duurde niet lang voor ze geritsel hoorde. Daypaw zakte in sluiphouding en ging op het geluid af. Door een struik heen zag ze een muis zitten knabbelen op een noot. De wind stond nu gunstig en de muis rook haar niet. Ze moest om het bosje heen lopen, anders zou ze te veel geluid maken. Zodra ze dat echter deed rook de muis haar. Een paar seconden stond de rode poes stil, denkend aan een oplossing. Uiteindelijk besloot ze om een omweg te nemen langs de andere kant van de struik. Met een beetje geluk rook de muis haar dan niet. Stil sloop ze naar het beestje toe. De muis keek op op het moment dat ze bijna bij hem was. Daypaw sloeg toe. Het kleine lijfje kronkelde wild onder haar poten. Met een stevige beet in de nek hield het kronkelen op. En nu? Ze keek om zich heen. Misschien kon ze nog even jagen voor het donker werd, maar eerlijk gezegd had ze daar niet bijzonder veel zin in. Ze besloot terug naar het Camp te gaan en daar wel te zien. Misschien was er nog iets interessants te doen. Terwijl Daypaw naar het Camp liep hoorde ze links en rechts van haar prooi scharrelen, alsof het wilde zeggen: Pak me dan, als je kan! Maar ze negeerde het. Laat die stomme beesten het maar uitzoeken. Ze stapte door. Het duurde even voor ze in de gaten had dat haar poten een omweg namen. Ze liep niet in een rechte lijn naar het Camp, maar richting de Fourtrees. Daypaw schudde haar kop en liep door, haar koers wijzigend richting het Camp. Toen ze daar eenmaal was gooide ze de muis op de prooistapel en rekte zich uit. Vervolgens trippelde ze het Camp weer uit, niet lettend op katten die haar nakeken. Het leek wel alsof ze dachten: Daar heb je die Daypaw weer. Wat een loner. Een wonder dat ze nog geen Rogue is. Inderdaad. Een wonder. Dit keer liep ze regelrecht naar de Fourtrees. De zon scheen flauwtjes door een bewolkte lucht. Met een zucht plofte ze voor de boom neer. Het leek wel alsof het waterige zonnetje haar vacht verwarmde. Onwillekeurig begon ze te snorren en haar ogen vielen langzaam dicht.
Met een schok werd de rode poes wakker. Waar ben ik? was het eerste wat door haar heen schoot. Bij de Fourtrees. Een zachte zucht ontsnapte uit haar bekje. Het begon te schemeren en het zou niet lang duren voordat het donker werd. Eigenlijk moest ze terug naar het Camp... Maar er was niemand daar die op haar wachtte. Niemand zou het merken als zij nog een tijdje weg was. Ze was immers alleen.
{+ Eerste post voor Barkpaw}
|
|