Something went wrong

Misschien, misschien zou hij Lightleaf vandaag tegenkomen. Dan zouden ze ver weg gaan, waar geen enkele kat hen lastig zou vallen. Want daar had hij echt genoeg van. Iedere keer als ze even samen waren, kwam er iemand hun rust verstoren. Gek werd hij ervan. Misschien had hij vandaag geluk. Zou zij ook komen.
In een snelle draf ging Hate op weg naar de Fourtrees. Hij kon niet wachten om er te zijn. Maar wat nu als zijn liefde er niet was? Wat moest hij dan? Niet aan denken. Dus rende hij in stilte verder, hopend dat de ThunderClan poes er was.

De zwarte kater zat al een hele tijd bij de Fourtrees, maar behalve een paar stomme Clankatten was er niemand. Geen Lightleaf. Maar hij bleef zitten, hopend dat ze misschien toch nog zou komen.

{+ Eerste post voor Macavity}

Een grijns stond op Macavity's snoetje toen hij door het territorium van de Thunderclan liep met tussen zijn kaken enkele prooien. De rogue deed nooit moeite om zelf te jagen op zijn eigen territorium. Vaak stal hij gewoon prooien van clans of katten die hun prooi onbeschermd achter lieten. Zoals altijd was zijn poging goed gelukt en begaf hij zich nu in de richting van Fourtrees, waarvan hij naar zijn eigen territorium zou gaan. Het zou nog een eindje stappen zijn, aangezien zijn domein zich langs het territorium van de twolegs bevond. Over twolegs gesproken, daar moest hij ook nog eens langs gaan. Even legde de kater zijn kraai en eekhoorn neer om ze wat beter vast te pakken, waarna hij direct zijn pad hervatte. Als hij bij fourtrees aankwam zag hij een kater zitten. Zijn geur was niet gelinkt aan één van de clans, waardoor hij zijn pad gewoon verder zette zonder verder aandacht aan de kat te besteden. Hij kon hem niet terechtwijzen voor iets wat hij gedaan had op een ander territorium. En als hij dat ging doen, had Macavity altijd wel een smoes klaar of verdween gewoon in de schaduwen alsof hij er nooit was geweest.

Ze kwam niet. Natuurlijk. Ze had geen telepathische krachten. Maar er waren ook geen Clankatten die de zwarte kater kon pesten. Tijdens het wachten en hopen op zijn liefde, betrok de lucht boven hem. Dikke grijze wolken dreven naar elkaar toe en Hate rook dat het vandaag nog zou gaan regenen.
Misschien moet ik het maar opgeven,' dacht hij uiteindelijk. Net op dat moment zag hij iets bewegen. Een bruin-witte kater liep langs hem, met prooi in zijn bek. Oké, er was niemand gekomen, dus hij kon net zo goed even plezier maken. Langzaam stond hij op en liep achter de kat aan. Toen hij naast hem liep, begon hij te praten. 'Zozo, veel prooi gevangen.' Er klonk een vleugje sarcasme in zijn stem. 'Ga je die helemaal in je eentje opeten?' Hij rook dat het een Rogue was, met een licht geurspoor van iets anders; een Clan. Maar het was moeilijk te zeggen welke. 'Ik ben trouwens Hate en met wie heb ik het genoegen?' Zijn staart sloeg langzaam heen en weer, terwijl hij de kat doordringend aankeek.

'Zozo, veel prooi gevangen.' De bruin/rode kater keek even zijdelings naar de kater die nu naast hem liep, maar bleef gewoon verder lopen alsof er niemand was. 'Ga je die helemaal in je eentje opeten?' Waarom aandacht schenken aan een kater die alleen uit was op zijn prooi. Aan zijn toon te horen was dat ook zijn doel. Macavity zou zijn prooi niet op de grond leggen, zodat de kat ermee kon gaan lopen. Hij was dan wel een dief en een uitslover, maar dat wilde niet zeggen dat hij niet slim was. Nee, hij was waarschijnlijk één van de slimste rogues in dit woud als het om geniepige plannetjes ging. 'Ik ben trouwens Hate en met wie heb ik het genoegen?' Een klein grijnsje stond op zijn lippen toen de kater gewoon verder bleef praten. Hij liet zijn prooi op de grond vallen en zette er direct zijn klauw in, waarna hij zijn kopje naar de kater omdraaide. Hij was amper 10 moons oud. "Flynn, at your service." grijnsde hij en zwiepte even uitdagend met zijn staart. Hij was een stukje groter als de jonge elite kat, dus de Bloodlcan kat moest nog oppassen met wat hij zei.

Hate zag hoe de kater zijn prooi op de grond liet vallen en er meteen zijn klauw in zette. Toen draaide hij zijn kop om. 'Flinn, at your service,' grijnsde hij terwijl hij met zijn staart zwiepte. Hate keek uitdagend terug. De kat voor hem was net iets groter, maar zijn leeftijd was moeilijk te zeggen. Ergens rond de veertig moons ofzo, een echte oude kat. 'Wat fijn,' reageerde Hate met een grote grijns. 'En wat deed een kater zoals jij, in het gebied van...' hij snoof eens diep, met zijn bekje open. De geur was van óf de RiverClan, óf de ThunderClan. Hij besloot de gok op RiverClan te zetten. '...de RiverClan? Is er niets meer bij de Twolegs te halen?' Het was altijd leuk om Rogues te pesten door te doen alsof ze slappe Kittypets waren. 'En ik neem aan dat je het ook niet zelf hebt gevangen? Beetje oude poten, vind je niet?' Hij likte langs zijn lippen. 'Wat sneu voor die arme Clankatten, als ze erachter komen dat ze geen eten meer hebben om hun kittens te voeren. Maar ik denk niet dat jij enig schuldgevoel hebt, is het wel? Niet dat het mij iets boeit. Van mij mogen al die stomme Clanners oprotten.'