|
| How to save a life[Tallstar's dood] | |
| 159
| |
| Onderwerp: How to save a life[Tallstar's dood] za 9 apr 2011 - 17:12 | |
| Donkere wolken rolden over de hemel heen, onheilspellend, bijna beangstigend? Het leek verstikkend, het verstikte in ieder geval de helderblauwe lucht die hem gegroet had toen hij het kamp verlaten had. Hij had het kamp verlaten met de belofte dat hij vlug terug zou zijn, hij zou gaan jagen. Prooi terug brengen, iets nuttigs doen voor zijn clan. Maar, dat was tegelijkertijd een schijn geweest, oké, hij zou prooi terug brengen voor zijn clan, zoals hij altijd al dag in dag uit deed. Maar hij had ook tijd nodig, tijd voor zichzelf, tijd om na te denken. Of hij dit nodig had? Ja, zeker weten. Hij wist nog steeds niet wat hij aan moest met alles wat door zijn kop rondspookte. Zijn rustige pas werd steeds minder gecoördineerd. Steeds sneller begon hij te rennen, het gras begon meer op een waas te lijken, dan op een scherp gebied zoals hij het altijd had gezien. Zo zag het er ook uit in zijn spookachtige dromen, bedreigend, waarschuwend, maar altijd zo betekenisloos. Hij kon er niks uit op maken, en het was om gek van te worden. Waarom kon starclan nooit duidelijk zijn?! Altijd spraken ze in raadselen! Nooit hadden ze een makkelijk pad voor hem opgesteld, telkens beproeft worden door zijn hoogst eigen clan! Alsof hij het niet waard was om vertrouwd te worden… Hij had in starclan’s naam nog wel het meest gedaan voor zijn clan! Meer dan die opgeblazen warriors wie dachten dat ze de hele wereld aan konden, brutale nesten waren het.. Allemaal! Een zachte grom welde op in zijn keel, om vervolgens weer uit te doven. Waar. Was. Hij. Mee. Bezig? Hij zou het niet weten. Alle gebeurtenissen waren gewoon op zijn zenuwen gaan werken. Allemaal… Soms wenste hij dat hij nooit clanleader was geworden, dan zouden ze wel anders piepen. Liet het hen maar eens proberen om een clan te runnen, laat het hen maar eens proberen andermans problemen op te lossen, zelfs met het feit dat je een grote bek terug krijgt. Hij kwam langzaam tot stilstand, kneep zijn ogen even dicht en zuchtte diep. Zijn klauwen begroeven zich even in de aarde, gewoon uit pure frustratie. Niemand zag ooit hoe moeilijk het was. Zelfs niet degene gedreven door ambitie, die nooit tevreden waren, altijd naar meer hongerden. Nee, juist zij niet. Hij was het beu, waarom liet hij het niet eens aan zijn clan over? Het was ook wel erg makkelijk he? Alle problemen eventjes op hem afschuiven. Hij was het zo zat… ‘Niemand heeft me ooit verteld dat het zo moeilijk was..’ Prevelde hij zo stil als hij kon. De woorden moesten gezegd worden. Ze werden meegedragen met de wind, naar plekken die hij misschien niet kende? Misschien zelfs wel naar de starclan? Hij kneep zijn ogen eventjes tot spleetjes, de starclan.. zij hebben hem tot leider gemaakt. Hem dit verdoemde pad laten volgen. Zouden ze weten hoe moeilijk dit pad was om te volgen? Te moeilijk, schoot er door zijn kop heen. Hij schrok even, hij schrok van zijn eigen gedachtes. Wou hij het zomaar opgeven? Nee, daar was hij nog niet klaar voor, als zijn clan het hem perse zo moeilijk moest maken dat het überhaupt zo ver kwam, dan gingen ze hun gang maar, maar hij zou het niet opgeven. Nooit niet. Hij zou bewijzen dat hij het kon. Oud vuur laaide weer eventjes bij hem op, het oude vuur dat hij gevoeld had toen hij nog maar net leader was. Een kleine glimlach speelde eventjes op zijn glimlach, hij zou het redden. Met of zonder zijn clan, hij zou nog altijd clanleader blijven. Verbaasd om de plotselinge rust in zijn kop blies hij eventjes rustig in en uit. Dit was eventjes wat hij nodig had. Even geen gezeur aan zijn kop, gewoon alle rust van de wereld om zich heen hebbend. Wat Starclan ook op zijn pad zou gooien, hij zou er klaar voor zijn.
Zijn pootstappen waren zo stil als het zachte ruisen van de wind, misschien zelfs nog wel stiller. Tallstar had eindelijk een goede prooi gelokaliseerd, een lekker vet konijn. Groenblad beloofde een mooi seizoen te worden met veel prooi, hij was er nu al zeker van. Als hij keek naar alle prooi die hij nu al kon vinden en misschien wel meebrengen naar zijn clan? Ja, het zou een goed seizoen worden, misschien wel met veel kits? Hij hoopte van wel, Windclan kwam kittens en koppeltjes te kort, dat was zeker. Waarom was zijn clan zo liefdeloos? Net zo liefdeloos als hij zelf was in ieder geval… Hij schudde zijn kop eventjes. Het was het waard geweest, hij was loyaal geweest aan zijn clan. Loyaler dan sommigen anderen die beweerden dat hij niet loyaal was. Als hij Sparrowpelt nog één keer in zijn leven zou zien, dan zou het teveel zijn. Hoe durfde die onloyale foxhearted poes over hem te oordelen terwijl zij degene was die in de fout zat? Liet haar maar lekker een rogue zijn, dan zou ze merken hoe hard die samenleving was. Dan had hij geen last meer van haar. Hij blies opgelucht uit, eigenlijk loste elk probleem zichzelf wel op, besefte hij. De shadowclan kit was terug gegaan naar zijn eigen clan, sparrowpelt was er zelf vandoor gegaan. Misschien zou het probleem met Littlecreek ook over gaan? Hij schudde zijn kop even en voelde zich misselijk worden. Hij moest niet zo luchtig denken over de dood van zijn trouwe medicine cat. Dat kon hij gewoon niet, in wat voor onloyale kater was hij nou weer veranderd? Nee, hij was loyaal, toch? De stormachtige gedachtes kwamen terug in zijn kop, samen met het misselijke gevoel dat zijn maag omdraaide. Tallstar’s geestelijke gesteldheid werd steeds fragieler en zwakker, daar kon hij niet omheen draaien, dat zeker niet. Maar toch, het verbergen voor zijn clan en onrust weghouden was het minste wat hij kon doen. Hij wou niet dat zijn clan bezorgd zou worden, dat zou meer pijn doen dan goed. Daar was hij zeker van. Hij schudde zijn kop gefrustreerd. Daarna keek hij op, het konijn was weg. Natuurlijk was het al weg, hij had veel te lang gewacht, hij was te lang in gedachten verzonken geweest…. Hij zuchtte diep, wou starclan dat het zo ging eindigen? Gek van zijn eigen gedachten? Nee, hij had nog twee levens over, het zou niet eindigen. Hij zou elk leven voor zijn clan geven. Wat er ook zou gebeuren. Hij zou er altijd voor zijn clan zijn… Altijd..
Zijn poten raakten het wuivende gras nauwelijks aan terwijl hij vooruit sprintte richting de rivierclan border. De zon begon te rijzen aan de horizon, het zou niet lang duren voordat de patrouilles erop uitgestuurd zouden worden door Hollyfur. Hij had er goed aan gedaan om haar deputy te maken, ze was een trouwe poes. Ze had meer respect van haar clanleden dan hij soms had leek het wel. Een stekende jaloezie speelde eventjes bij hem op, maar ook dat schudde hij van zich af. Waar had hij dit allemaal aan verdiend? Verzuchtte hij zachtjes. Hij kon er niks aan doen dat zijn lot zich zo ontrafelde… Maar iedereen leek hem af te straffen op elke misstap die hij maakte. Een gekmakende gedachte voor de inmiddels al best oude leider. Nou ja, hij was nog niet zo oud. Maar de zware taken lieten hem zich verschrikkelijk oud voelen… Het leek soms alsof in ieder hoekje van zijn pad des levens een schaduw was, en in die schaduw wachtte een kat met glinsterende ogen, wachtend totdat hij een fout zou maken, zodat hij afgestraft kon worden, uitgelachen. Zouden die katten zijn clangenoten kunnen zijn? Nog altijd rende hij door, het gras leek net een waas van groen. Kon het territorium eindeloos doorgaan? Hij beet eventjes op zijn onderlip, het deed pijn. Het deed zo’n verschrikkelijk pijn. Zijn hele familie heeft hem achtergelaten hier, al zijn vrienden. Waarom moest hij hier alleen achterblijven? Hij had ambitie gehad als deputy, ook als beginnende leider, maar na elk rotsblok op zijn pad was die ambitie minder geworden. Elke stap die hij maakte, alles werd steeds moeilijker. Één voor één verlieten zijn familie en vrienden hem, eerst zijn ouders, toen zijn beste vriend, daarna zijn broers en zussen… Totdat hij hier alleen over was. Terwijl iedereen nog steeds aan zijn staart leek te trekken, hem voorwaarts probeerde te duwen, voorwaarts terwijl hij al door zijn poten gezakt was van vermoeidheid. Het leider zijn… Het trok alles uit hem, alles en meer, terwijl hij niet meer had. Hij zuchtte diep, hij moest wel voorwaarts gaan, voorwaarts voor zijn clan. Maar alsnog bleven de gedachtes hem pesten, zou starclan bedoelen dat hij het niet goed deed en dat hij verdoemenis naar zijn clan bracht? Hij kon het alleen maar gissen, maar hij hoopte van niet. Hij had altijd gedaan wat zijn instinct zei dat juist was… Het geruis van water kwam dichterbij, ja, hij was er, hij was bij het ravijn aangekomen. Nog altijd nog geen één van zijn clanleden tegen gekomen. Dat was mooi, dan kon hij nog even nadenken. Tallstar zuchtte diep en ging zitten.
Het uitzicht was in ieder geval schitterend. Iets wat machtig was, lag voor hem. De rivier, het kolkte en ruiste. Waarschijnlijk was het door de zware regenval van een week geleden helemaal buiten de perken gegaan. Maarja, dat was Riverclan’s probleem en niet de zijne. Hij hoefde niet te jagen in dat onstuimige water. Zijn clan moest iets anders onstuimigs temmen, de wind. De wind kon gevaarlijker zijn dan de rivier, het was vrijer, het kwam overal. Het kon takken lostrekken van de bomen, het kon een kat omverblazen… Oke, het rivier kon katten verdrinken, maar dat was makkelijker te voorkomen. Tallstar blies eventjes diep in en uit, het voelde hier goed. De wind blies in zijn rug, het herinnerde hem aan zijn clan, vernoemd naar die onzichtbare kracht. De wind, de wind zou altijd aan zijn clan’s kant staan. Zij waren de windclan, de windclan zou nooit verloren gaan, met of zonder hem. Een glimlach speelde op zijn lippen, ja, hij kon trots zijn op zijn clan. Zijn clan zou altijd op dat territorium leven, zijn clan zou altijd voortleven. In zijn brein was er niks wat zijn clan kon breken. Hij kon voor het eerst sinds tijden weer trots zijn op zijn clan. Zij waren de windclan, dat bloed zou altijd door de aderen stromen van de windclan katten, of ze nou groot of klein waren. Het zou zo zijn, altijd. Maar toen, klonk er iets in zijn oren, een zacht, meelijwekkend gejammer. Tallstar’s oren spitsten zich en zijn oren vernauwden zich. Hij kon nog net het kopje van een klein kitten, hij kon niet zien uit welke clan het was, onder water zien gaan, de golven overspoelde het kleine lijfje compleet.
Even stond Tallstar als aan de grond genageld, zijn gedachtes raasden door zijn kop. Maar daarna was het helemaal helder voor hem, hij wist wat hem te doen was. In de warrior code stond dat elke kitten, van welke afkomst dan ook, gered zou moeten worden. Zijn amberkleurige ogen fixeerden zich op het water, hopend ergens een klein hoofdje het wateroppervlak te zien breken, om eventjes een teken te zien van het tabby kopje dat hij net in een glimp had gezien. Nee, hij kon het nergens zien. Hij kon alleen niks doen als hij het kitten niet kon zien, laat staan als hij niet wist waar het kitten was. Toch, uiteindelijk zag hij eventjes een klein kopje boven het wateroppervlak uitkomen, niet veel verderop. Een zacht gejammer werd weer gestelpt door het razende water. Tallstar kneep zijn ogen tot spleetjes, daar was het kitten gebleven. Het zou niet lang duren of het zou verdrinken, een kitten kon makkelijk onderkoelt raken en kon al helemaal niet zwemmen! Daarom mochten ze ook nooit het kamp uit. Helemaal nooit, dat was voor hun eigen veiligheid. Tallstar haalde diep adem en in een grote sprong, zette hij zich af.
Het leek alsof hij een klap kreeg met uitgestrekte klauwen toen zijn lichaam het water raakte. Het was ijskoud, het leek te pulseren en te draaien om hem heen. Angst greep hem eventjes vast als een grote hand, sommigen zouden het wel paniek kunnen noemen. Hij zonk steeds verder naar beneden, maar daarna begon hij met zijn sterke achterpoten te trappen. Het water gaf weerstand, het probeerde hem naar beneden te trekken. Eventjes opende hij zijn amberkleurige ogen, hij zag alleen maar duister, kolkend water om hem heen. Maar boven hem… Boven hem was licht. Hij.. Moest naar het licht toe! Weer trapte hij met zijn achterpoten, en uiteindelijk brak het wateroppervlak rond hem. Hij hapte naar lucht en probeerde boven te blijven, waar was de kit gebleven? Hij kneep zijn ogen eventjes halfdicht en tuurde om hem heen. Verderop kon hij weer eventjes het hoofdje van de kit zien, het kleine bolletje vacht had zich vastgeklemd aan een tak verderop. Hij haalde diep adem en begon weer te zwemmen, tegen de stroom in. Hij voelde zijn poten zwaar worden, en ook koud, ze werden steeds gevoellozer. Hij moest doorzetten… Hij hijgde zachtjes van de inspanning. Hij moest en zou de kit redden… Uiteindelijk kwam hij steeds dichterbij, totdat hij bij de kleine kit was, het rilde en ademde nauwelijks. Hij haakte zijn klauwen in de tak waar de kitten zich aan vasthield, en voorzichtig pakte hij het beestje vast aan zijn nekvel. Maar voordat hij goed adem kon halen, brak de tak af. De kracht van het water zorgde dat hij mee gezwiept werd. Hij moest doorzetten… Hij trapte weer met zijn poten, maar hij kon niet meer. De energie was uit zijn lichaam verdwenen, het was zo verschrikkelijk zwaar… Een plotselinge golf overspoelde zijn kop opnieuw, liet hem kopje onder gaan. De kitten ontsnapte uit zijn greep. Nee! Wou hij schreeuwen uit wanhoop, maar het enige wat hij binnenkreeg was een guts water. De kitten verdween in het duistere, wervelende water. De koude vloeistof leek hem te omsluiten, een cocon van vrede en rust. Hij kon niks meer horen, alleen het ruisen van het water. Zijn longen leken te knappen, maar ook een vreemde rust leek hem te overvleugelen, een soort van… vrede. Een soort van vreemde warmte omhulde hem. Zijn ogen sloten zich langzaam…
Toen hij ze weer open deed wist hij onmiddellijk waar hij was, het met maan en sterrenlicht vervulde woud, dat kon niet missen. De bladeren waren groen en vol. Welvaart spatte van dit gebied af. Hij kon het water in de stroompjes horen kabbelen en de prooi in de bosjes horen krabbelen. Hij hijgde nog eventjes na, verbaasd van de lucht die hij in zijn longen voelde. Het was hier warm, het was hier vredig. Pas toen zag hij de katten die naar hem toe kwamen gelopen. Hij boog zijn kop naar hen, sterrenlicht leek van hun vachten af te spatten, een ijzig vuur dat zijn vonken verspreidde. Hij wist wie het waren, hij wist dat hij respect voor ze moest hebben. Dit waren zijn voorouders, dit waren de katten die hem zijn levens hadden geschonken. Hij was in de sterrenclan. ‘Welkom, Tallstar leider van windclan,’ Hij keek voorzichtig op, hun stemmen leken een eenheid te vormen, maar toch kwam het geluid van overal, een vreemde sensatie, maar hij wist hoe het ging. Hij keek ze aan, recht in hun ogen, met een waardige blik in zijn ogen. ‘Gegroet,’ Miauwde hij kalm. Hij zag verdriet in hun ogen glanzen, het leek wel een reflectie van zijn eigen ogen. Hij wist het, hij wist dat zelfs als ze zijn longen opnieuw zouden vullen met lucht, dat hij weer zou verdrinken. Een poes kwam voorwaarts uit de groep katten tegenover hem. Een bekende geur overspoelde hem en weekte de emoties los die hij al een tijd niet gevoeld had. ‘Je hebt het goed gedaan, mijn zoon,’ Murmelde de poes in zijn oor, terwijl ze hem een likje over zijn wang gaf. Tallstar sloot zijn ogen eventjes, hij voelde zich weer even kit. Starclan zou altijd aan zijn zijde staan… Hij trok zich weer los uit zijn moeders contact. ‘Ik moet terug,’ Miauwde hij met een zachte stem, ‘Ik zal het redden..’ Al wist hij zelf niet zo zeker of hem dat zou lukken. Zijn moeder boog haar kop, haar ogen nog steeds glanzend van verdriet. ‘Dat weet ik… Succes mijn zoon,’ Ze stapte naar voren, raakte zijn kop aan met haar neus. Een schok van energie ging door Tallstar’s lichaam heen, het liet hem zich eventjes voelen alsof hij van binnen geschroeid werd. Het werd meteen zwart voor zijn ogen.
Het koude water was terug, hij werd nog steeds meegesleurd in de rivierstroom. Amberkleurige ogen openden zich weer. Met een krachtige slag zwom hij weer naar de oppervlakte. Waar was hij? Hij klemde zijn kaken op elkaar, zo snel zou hij zich niet gewonnen geven aan de rivier. Met een aantal krachtige slagen zwom hij tegen de stroom in, als hij alleen maar de rivier bank kon bereiken… Hij wist dat de rivier met een kleine waterval het Thunderclan territorium in stroomde. Hij moest dus vlug zijn, anders zou hij het kunnen schudden. Toch, de vermoeidheid die hij had gevoeld toen hij zijn 8ste leven verloor, was er nog steeds, alsof de starclan dat niet had kunnen helen. Hij bleef peddelen, terwijl het water weer aan zijn vacht trok, proberend hem onder te trekken. Weer dreigde een grote golf hem te overspoelen, en hem weer terug zwiepte, dieper de rivier in, verder weg bij de bank. Zo bleef het gaan, telkens als hij dichterbij de bank kwam, werd hij weer verder terug getrokken de rivier in. Zijn poten werden steeds zwaarder, steeds… gevoellozer. Maar hij kon het niet opgeven! Hij zou zijn clan nooit in de steek laten! Nooit! Maar uiteindelijk, leek elk greintje energie uit de sterke leider verdwenen te zijn. Nog één keer keek hij op naar de zon, die ver boven hem scheen. Zijn ogen werden steeds glaziger, ‘Succes… Hollystar’ Murmelde hij zachtjes, daarna ging zijn zwart-witte kop onderwater. De rivier trok zijn lichaam mee. Nog eventjes kwamen er belletjes op zijn bek, de restanten van zijn laatst genomen adem. Uiteindelijk werd het zwart voor de ogen van de clanleader, uiteindelijk… Overspoelde de warmte van starclan hem weer.
Uiteindelijk spoelde een zwart-wit lichaam aan de rivierbank aan, het lichaam van wat eens een groot leider was, het lichaam van Tallstar, de leider van windclan
[Leden van Windclan mogen hem nu vinden en naar het kamp brengen, hij is dood, Hollyfur moet binnenkort naar Hoogstenen om 9 levens te ontvangen en Hollystar te worden.] |
| | | Sara 110
| |
| Onderwerp: Re: How to save a life[Tallstar's dood] za 9 apr 2011 - 18:43 | |
| Stap voor stap sloop Lionsoul door het stille WindClan territorium. De wind zette een flinke bries aan zijn dikke oranje vacht. Ongeveer een maan geleden was hij uitgeroepen tot Warrior. Toen heette hij nog Lionpaw.. Zachtjes zuchtte de jonge kater. Hij sleepte zijn staart een centimeter boven de grond met zich mee, en ving de frisse geur van konijn op. Geconcentreerd keek Lionsoul om zich heen. In de lucht hing iets afschuwelijk naars. Iets waar je niet van kon bedenken wat het was. Het was erg eigenaardig. De kater had het konijn in zicht. Hij trippelde - langzaam gaande in de jachthouding - naar de prooi toe. Het witte beest had niets in de gaten. Ritmisch sloop Lionsul erop af. Een paar meter van het konijn af kwam hij tot stilstand. De kater trok even met zijn snorharen, en sprong erop af. Jammergenoeg had het sneeuwwitte dier hem in de gaten gekregen, en stoof weg over de eenzame heide. Lionsoul wachtte geen moment, en sprong er krachtig achterna. Weer haalde hij het konijn in, en sprong er zijwaarts op af. Rollend over de heide kilde hij het konijn. Glimlachend van vreugde en opwinding begroef hij zijn prooi. De nare stilte omgaf hem weer. Iets in zich zei hem dat hij naar het Ravijn moest. Waarom...? Toch kon Lionsoul het maar niet vergeten, en zette zo zijn tocht af naar het Ravijn. De grond onder zijn poten werd steeds wat mossiger, en de rotsen kwamen wat meer tevoorschijn. Soepel wrong de kater zich door allerlei wildernissen heen. De grenslijnen kwamen al wat meer in zicht. Moest hij dit nou echt doen? Even twijfelde de kater, maar het iest in hem zei hem zat hij moest doorgaan. Het leek wat van levensbelang. 'Wat gebeurd er..?' Fluisterde hij tegen zichzelf. Na wat langer twijfelen stapte hij de grens over. Dt voelde niet goed. De regels van de Warrior Code vlogen langs zijn ogen, maar toch bleef hij doorgaan. Het leek misschien wat raar, een WindClan Warrior in een ander territorium. Wat als de RiverClan hem zou vinden..? Dan zou hij misschien net als Sparrowpelt als verraad worden opgeroepen. Dat wilde hij niet. Toen Lionsoul op het punt stond om terug te gaan, stak er een hevige steek in zijn kop. Het was ondraagelijk. Hij schreeuwde een woeste grauw uit. Wat was er aan de hand hier? Door iets dat hij in zijn hoofd hoorde was hij helemaal naar de Riverclan gelopen!? Zachtend liep hij verder. Het was of het hem riep. Door een aantal kronkelende bosjes kwam de jonge kater aan bij de rivier. Het iets in zijn hoofd liet hem nu in de steek. was hij aangekomen op de plek waar hij moest zijn....?? Lionsoul keek in het rond. Opeens leek het wel alsof zijn hart stilstond. Het sloeg een paar slagen over, en ging over in een luid gebons. Als genageld aan de grond keek de oranje kater naar zijn leider. Dood... Met een krachtige sprong stoof hij erheen. Tranen stroomde over zijn wangen, en zijn vacht werd helemaal nat en doorweekt. 'Tallstar...!' Fluisterde hij schor. Verblind door emoties likte Lionsoul over zijn kop. Meteen keek hij in de lucht. 'Hoe konden jullie..' Fluisterde hij spottend naar de Starclan. De jonge kater aarzelde geen moment, en pakte de nekvel van zijn leider. Slepend over de grond zette lionsoul een weg terug naar het kamp....
Hijgend van de emoties, en doorweekt van tranen sleepte Lionsoul zijn leider mee over de stille heide. Even liet hij los. Hijgend kwam de kater tot stilstand. Zijn hele lichaam strilde van inspanningen en verdriet. Dit mocht niet.. Dit kon niet..!!! Hij pakte Tallstar weer vast. De bobbelige grond maakte weerstand tegen het lichaam, maar Lionsoul bleef maar doorzetten. De stromende tranen hielden maar niet op, en de misselijkheid in zijn kop bonkte als nooit tevoren. Hij was er.. Wat zouden de Clangenoten wel niet zeggen?? Dit was afschuwelijk. 'Helb meh,' Schreeuwde hij met zijn mond vol nekvel. Met het laatste beetje kracht in zich wurmde hij samen met Tallstar door de bosjes van de ingang heen. Tranen stroomde nog harder uit zijn ogen. 'Tallstar... TALLSTAR IS DOOD,' Schreeuwde hij over het kamp. Meteen ging hij naast zijn leider staan. Hij wachtte op zijn Clangenoten.... |
| | | Bo guidetti >D 143
| |
| Onderwerp: Re: How to save a life[Tallstar's dood] za 9 apr 2011 - 19:58 | |
| Haar hoofd schoot omhoog, Alsof er iemand haar riep stond ze op. Even voelde ze een koude rilling over haar rug glijden. Er was iets aan de hand, Ze voelde het. Ze snoof in de lucht. Ze rook enkel een grauwe lucht. Even slikte ze. Wat was er aan de.."Helb meh," Schreeuwde opeens een kater vanuit de bosjes. Snel stoof ze er naar toe. Als de eerste sprong ze de bosjes in. Daar vond ze een droevige kater met..."Tallstar!" Een traan rolde over haar wang. De leider..waar ze zoveel om gaf..Was dood, Gewoon uit het leven gerukt. Snel bukte ze zich richting de kater. even gaf ze haar dode leider een lik over zijn neus. 'Dat je..' verder dan dat kwam er niet uit. Ze keek omhoog naar de lucht. Hoe konden ze? Hoe konden ze tallstar laten sterven. Weer rolde er een traan over haar wang heen. Ze barste uit in het snikken. 'Tallstar..' wist ze er nog uit te halen. Ze keek de kater aan en zakte door haar poten. Ze ging naast tallstar liggen en keek deze een moment aan, Daarna keek ze naar Lionsoul. De kater zag er ook behoorlijk droevig uit. Ze wou iets doen, maar voelde zich daar te slap voor. Ze wou huilen, maar de tranen waren allang weg. 'Hoe?' had ze er nog uit gebracht. Daarna stond ze op en boog even haar hoofd voor tallstar. Ze toonde voor de laatste keer respect voor hem. Weer keek ze richting Lionsoul, Haar ogen waren waterig. Ze kon ieder moment uitbarsten en huilend richting haar den rennen, Maar ze hield zich sterk. Ze liep met de kater mee de ingang in. Ze keek even met tranerige ogen om haar heen. 'Tallstar... TALLSTAR IS DOOD,' had Lionsoul nog geroepen. Bij die woorden, Barstte ze in huilen uit. Ze sprong op en maakte aanstalten om naar haar den te gaan. Inplaats van haar den rende ze naar de den van de Deputy. "Hollyfur! Hollyfur!" Zei ze nog steeds luid snikkend. "T-Tallstar" Kon ze er nog maar net uitbrengen. Haar uitdrukking liet alles al zien. Hollyfur zou hun nieuwe leider worden. Even maakte ze een beweging met haar hoofd richting tallstar die daar beweegloos op de grond lag. In paniek ging ze zitten. Haar ademhaling was wild. Kalm aan, Kalm aan. Zei een stem in haar hoofd. De stem gaf haar een beetje rust, Maar niet genoeg. Ze wou zo graag iets doen, Ze wou Tallstar weer in leven brengen..Maar nee, Dat zou niet meer gaan. Tallstar was nu officieel dood en zou er niet meer zijn. Hierbij werd haar ademhaling weer sneller, Ze voelde hoe de paniek haar lichaam overnam. |
| | | 1472
| |
| Onderwerp: Re: How to save a life[Tallstar's dood] za 9 apr 2011 - 19:59 | |
| Vanaf nu gaat het topic verder in het windclan kamp, hier: Vervolg: How to save a life Skyclaw, zou je je post daar ook even naar toe willen kopieren? Deze mag voor nu blijven staan. |
| | | | Onderwerp: Re: How to save a life[Tallstar's dood] | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |