Zonnig, dat was het, zeker weten. Maar kon het haar veel schelen? Waarschijnlijk niet, ze was meer op zoek naar prooi om het gerommel in haar buik te laten stoppen.
Navi was zoals ze zich had laten vertellen op "Fourtrees", met een schuine kop keek te omhoog, 4 bomen staken hoog boven haar uit, en ze vroeg zich bedenkend af hoe oud die bomen wel niet waren. Dit was een plek waar de clankatten een keer per maand samen kwamen om te vergaderen. Navi had een keertje van een afstand mee geluisterd, maar haar leek het niks om onder gezag van anderen te staan. Ze kon zichzelf prima redden. Eventjes grinnikte ze, wat waren die clankatten zo nu en dan toch rare wezens.
Ze schudde zichzelf wakker, haar buik herinnerde haar eraan dat ze wat moest eten. Snel zakte ze in jachthouding, verschillende geuren beslopen haar neus, geur van andere katten. Maar ook de geur van prooi. Geritsel deed haar oren draaien, vanuit haar ooghoek zag ze een dikke muis zitten, en met een snelle beweging sprong ze boven op het dier. En doodde het vervolgens meteen, smakelijk at ze het dier op, heerlijk was het.
Al snel bedacht Navi zich dat haar vacht er wel rommelig uit zag, maar ook dat, kon haar niet zo heel veel schelen.
"Het kan altijd erger" Mompelde ze binnensmonds.
Ze liet haar nagels over de grond schrapen, er begonnen lijnen te ontstaan in het donkere zand, ze schraapte door, zonder reden totdat er een wirwar van lijnen was. Ergens had het wel wat, en Navi grijnsde.
Lachend sprong ze op, en rende naar de dichtstbijzijnde boom, om haar nagels te scherpen. Langzaam haalde ze haar vlijmscherpe nagels langs de harde, ruwe boomschors. Al snel was ze tevreden, en maakte het zichzelf gemakkelijk door lekker te gaan liggen en omhoog te kijken naar de lucht.
Het was nog steeds zonnig, en misschien kon het Navi wel iets schelen.