Ze bewoog niet meer onder de poes, waarom zou ze tegenstribbelen terwijl haar lot al vast lag? Ze hoorde de poes brommen en bereidde zich al voor zonder een spier te verroeren. Terwijl ze de tanden van de poes in haar keel beet, wat ze aan het doen was begreep ze niet maar ze slikte langzaam voor een volgende pijnkreet over haar lippen kwam zitten zodra ze de klauwen van de poes opnieuw langs haar rug voelde gaan. Pijn, het enige wat ze kon voelen was pijn, vermoeidheid had niet eens een kans om het over te nemen. De schreeuwende stem van de poes deed haar iets verstarren en voor even durfde ze haar kop langzaam naar de poes te draaien. Ze kon niet eens meer piepen zodra de klauwen van de poes zich in haar staart boorde maar staarde de poes verward en bijna verbijsterd aan. Zij bij de BloodClan? De Clan die het meest gevreesd werd door de Clans? Waarom zou iemand zoals zij daar thuis horen? Maar misschien was dit de uitweg die ze had gezocht, zouden zij haar kunnen leren om sterker te zijn? En de naam die de nog altijd onbekende poes haar gaf vond ze eigenlijk wel aantrekkelijk klinken. ''Lucretia,'' Fluisterde ze zacht, de naam bijna op haar tong proevend. Dit was wellicht haar redding, al zag ze er nu niet uit alsof ze gered werd. Zodra de klauwen van de poes verdwenen waren probeerde ze haar poten onder zich te duwen en tot haar verbazing kon ze wankel toch blijven staan. Ze liet haar kop zakken zonder de poes aan te kijken. ''Oke, Dat zal ik niet doen.'' Antwoordde ze zacht en voelde nog altijd het bloed uit haar wonden seipelen. Ergens wist ze niet waar de poes mee bezig was, en zij leek dat zelf ook niet te weten. Maar als dit haar leven zou redden was ze bereid het te omarmen.