Let's watch this city burn (Lonelydeath)

Dot stond met pijn op, ze had de laaste tijd niet goed geslapen met het team building met Harpus. Ze was daardoor uitgeput, Harpus was een van haar zeur irritantste van haar stemmen. Dot stond op en rekte zich uit, altijd dat gezeur van Harpus aan haar hoofd wat ze verkeerd doet. Ze zuchtte diep en hoopte dat Harpus haar met rust liet voor een keer, maar nee dit moest ze van Alice een andere stem in haar kleine hoofd. Dotty rook die vieze stinkende Bloodclan geuren, al wat ze had was Draco en haar stemmen voor de rest vond iedereen haar gestoord. Hey ben je al klaar voor de volgende Team up ding wat we moesten doen sprak Harpus niet hard op, deze keer dan. Nee kan je me niet een dag vrij geven?! Al die andere stemmen laten me met rust maar nu mis ik ze juist... dacht Dot en staarde naar de grond, ze liep de Clan uit en wist dat het beter was om nu even weg te zijn. Weg van de katten, even op uit gaan. "Hoe gaat het met jouw en Harpus met Team Buildong? hehehehahahaha." lachtte Foollin duivels, ze rolden met haar ogen en voelde het gras tussen haar tenen.

Hij zag de contouren van een rode poes in het hoge gras. Hij dacht dat zij hem ook wel gezien zou hebben want zjonge rode ooes. ijn gitzwarte vacht valt natuurlijk heel erg op tussen het groene gras. Hij opende zijn kaken om de geur op te snuiven en hij rook de geuur van prooi en van Bloodclan. Hij was bekend met deze brute krijgers uit de tweebeenplaats. Hij dacht aan zijn Clan die hij wou opzetten. Een paar katten uit Bloodclan willen vast wel meedoen. Hij hoorde geritsel in het gras en sprong er meteen op af. Hij zat er al bovenop voordat hij besefte wat hij had gedaan. Het was de jonge rode poes. Ze was eigenlijk best wel knap. Hij wist even niet meer wat hij moest zeggen toen hij in haar mooie helderblauwe ogen keek. " Sorry, het spijt me, eh, wie ben jij?"

Dot liep rustig door het gras en gauw voelde ze iets vreemds en rook ze, een rouger. Eigenlijk wilden ze wat gaan jagen maar dat kon ze voor geen meter, ze keek in het rond. Het was prachtig hier tussen het hoge gras schijnende zon. Ze had nog nooit in het echt een rouger ontmoet dit zou dan haar eerste keer worden, wat zal ik gaan doen...... Naar de rouger gaan? of jagen, ik ga wel naar de rouger er is toch niks beters te doen hier. ze knikte even en liep vlug door, ze wilde niet dat hij ineens weg was. e moest er een ontmoeten. Ze nam even een moment stilte tot ze voelde dat er een kater op haar sprong en haar tegen de grond drukte. "Sorry, het spijt me, eh, wie ben jij?" sprak de grijze kater, ze keek even in het rond en daarna hem weer aan. "maakt niet uit joh... Mijn naam is Dot en jouw naam?" zei ze lachend maar toch voelde ze iets vreemds maar daar hoefte ze geen zorgen over te maken. ik vertrouw deze kater niet.. sprak Harpus in haar hoofd, kan ik heus wel. dacht ze terug maar ze schudde haar kop en keek hem aan, ze voelde nog steeds zijn poten op haar zachte borst, die ze net had schoon gelikt was die nu weer vies. "umm, wil je even van me af gaan dan kunnen we rustig veder praten want dit voeld nogal ongemakkelijk." zei ze rustig met een lieve glimlach, ze legte haar poten op de grond neer en wachtte geduldig op zijn antwoord. "voor jouw wel ja." zei Foollin hard op via de mond van Dot, Foollin was namelijk een van haar stemmen. "sorry ik 'dacht hard op'." zei Dot liefjes en nam een korte pauze en keek naar de prachtige lucht. "De lucht is zo mooi helemaal omdat Starclan daar woond," zei ze en staarde in het rond, "kom erbij liggen, kan je mee kijken." lachte ze en voelde de wind langs haar vacht gaan.

Hij reageerde snel toen ze hem vroeg van haar af te gaan. "Oja, eh ik ben Lonelydeath, ik ben een rogue, vroeger was ik warrior bij ShadowClan maar ik ben weggelopen. Ik leef nu in de bossen verder naar het noorden, ik probeer een eigen Clan op te zetten." Hij hoorde geritsel in de bosjes, hij sprong in jachthouding en opende zijn kaken om de lucht te proeven, duif, hij nam een grot sprong en beet de keel van het beest door. "Eh, wil je misschien, eh, ook eten?"

Dot stond op waardoor ze voor de kater zat, ze staarde naar de kater. Ze wist niet wie hij was of waarvan hij vandaan kwam, ze zwiepte kort met haar staart op en neer. Ze begon een gesprek met een kater, misschien kon ze dit beter uit haar hoofd laten maar het was wel zo. "Oja, eh ik ben Lonelydeath, ik ben een rogue, vroeger was ik warrior bij ShadowClan maar ik ben weggelopen. Ik leef nu in de bossen verder naar het noorden, ik probeer een eigen Clan op te zetten." zei Lonelydeath, ze knikte en zette een vriendelijke glimlach op. "Mooie naam, best cool dat je bij de Shadowclan hoorde. Hoe was het daar? Vast helemaal geweldig." zei ze vrolijk alleen was de kater al gefocust op iets in de bosjes waardoor hij in jachthouding ging en hij vedween, alles verdween zo snel net zo als haar leven die ze leed. Haar ogen kleurde even op, ze had al zoveel in haar leven die ze had meegmeaakt vanaf nu was ze begonnen aan een leven ver van hier. Ze was een leven begonnen in de Bloodclan en had haar Rogue zijnde opgegeven nadat ze haar ouders en haar broer verloor. Toen ze opmerkte dat Lonelydeath terug kwam met een duif keek ze hem geïntreseerd aan, ze kon nog niet zo goed jagen. "Eh, wil je misschien, eh, ook eten?" vroeg Lonelydeath kort, ze schudde 'nee' en begon "nee dankje," ze staarde naar de lucht boven haar.

Toen de poes de prooi afwees begroef hij hem met wat aarde en blaadjes voor later. "Ehm, wat doe je hier eigenlijk Dot, ben je van BloodClan." Terwijl hij dat vroeg draaide hij zich om naar het water, hij dronk en beetje en liep daarna terug naar de poes en wachtte op haar antwoord.

Dot staarde in de verte haar thuis was ver weg, maar dat voelde niet als thuis waar je fijn voelde. Ze keek kort in het rond, het was nogal stil maar ook bleef het gesprek alleen maar door gaan. Ze werd nogal stil, stil van deze aanwezigheid helemaal nu. "Ehm, wat doe je hier eigenlijk Dot, ben je van BloodClan." zei Lonelydeath met een korte twijfel, ze deed haar mond open om iets te zeggen alleen nu leek hij wel aftedwalen en hij liep naar een beek. Kort likte Dot haar lippen omdat ze dorst begon te krijgen maar ze hoefde nu nog niet te drinken, ze moest even vol houden. Ze nam een korte blik in de verte en bleef stil zitten, ze maakte een korte zwiep met haar staart over het gras. Ze merkte dat de kater langzaam terug liep, oké dat zou wel gaan werken.. dacht ze en keek hem aan. Ze knipperde kort met haar ogen en begon "Ik loop soms weg om even tot rust te komen, ja ik ben van Bloodclan maar niet iedereen is gemeen weet je." miauwde ze en lachtte vriendelijk naar de kater. Ze keek omhoog naar de lucht en herhaalde haar vraag even "hoe was het dan in de Shadowclan?" vroeg ze legde haar blik naar Lonelydeath toe.

"hoe was het dan in de Shadowclan" vroeg Dot, zijn antwoord was niet perfect op de vraag maar "Dan hebben we toch iets gemeen want ik was ook vaak buiten het kamp te vinden want zelfs mijn ouders wouden dat ik niet bestond" was wel duidelijk genoeg. De poes die Dot heette keek naar hem, haar blauwe ogen glinsterden in de zon. Het merkte hem op dat zij geen ketting met hondentanden droeg en ook dat zij gewone kattenklauwen had. Misschien was zij toch niet de juiste kat om zijn deputy te worden. Hij besloot haar een paar vragen te stellen. " Zeg Dot, hoe zit het eigenlijk met jagen, kan je dat goed, en wat is je favoriete prooi, welke technieken ken je?" Hij wist dt dit vreemd was om aan een kat te vragen die je nog maar net ontmoet hebt maar hij voelde zich aangetrokken tot haar en wou per se zeker weten of dit de kat was die zijn deputy moest worden en hem moest vergezellen in de avonturen die hij ging beleven met zijn nieuwe clan. Hij wachtte nog steeds op antwoord van de - in zijn ogen - knappe poes. Hij ging zitten en draaide met zijn staart. Hij begon ook nerveus aan zijn oren te krabben.

Onderwerp: Re: Let's watch this city burn (Lonelydeath)