Symphonypaw lag op een rustig plekje te doezelen, ze had vanuit hier een zicht op het kamp, en zelf was ze onzichtbaar, er kwam een andere apprentice binnen, Symphony wist niet waarom ze hem volgde, maar zijn gezicht stond op onweer en hij kwam haar kant op. Ergens kwam de kater haar bekend voor, maar de poes kon er niet op komen, waarschijnlijk had ze hem wel eens gezien of mee gesproken, zeker wist ze het niet, maar er was iets waardoor ze aan verhalen dacht. Ook al was Symphony niet echt een poes die vaak luisterde naar roddels, ze ving er wel eens een paar op. Ze werd uit haar gedachten gestoord toen hij dichterbij kwam, waarschijnlijk zag hij haar niet, maar dat zou niet meer lang duren.