The…

Roerloos bleef de kater voor zich uit staren, met zijn vuurrode voorpoot wat spelend met het karkas van een vogel. Hij was al blij dat Innerghost en die onbekende kater nergens te bekennen waren in het kamp, al gaf hij toe dat dat ook weer iets slechts kon beteken. Waren de twee er weer op uit getrokken? Om weer te liggen rollebollen over de grond? Een sadistische grijns kwam op zijn gelaat te staan en hij schudde lichtjes zijn kop toen hij omlaag keek. Zijn relatie met de oh zo machtige deputy was toch al op de klippen gelopen, hij zou dus ook niet meer de moeite doen om haar terug te winnen. Want zo te zien had die ene kater haar al helemaal rond zijn poot gebonden. Een zachte zucht verliet zijn bekje toen hij weer opkeek en het gestalte van de zoon van Shrewstar opmerkte. Zijn amberkleurige ogen keken hem even nieuwsgierig aan, maar hij wist zich algauw ergens anders op te concentreren. Zoals het uit elkaar halen van de beenderen van het overleden prooidier.

De rode kater keek even met doffe ogen op toen de kleinere kater naar wie hij zojuist nog gekeken had, hem aansprak. "Hey," Klonk zijn begroeting terug, niet luider dan slechts een fluistering. Hoe slecht de kater zich dan ook voelde de laatste tijd, nog steeds wist hij zijn gewicht staande te houden. Hij wist dat als hij in een periode als deze ondervoed geraakte, dat de kans klein was dat hij het eerst aankomende gevecht zou overleven. Overleven was cruciaal, en hoe hard het ook klonk, hij zou zijn gevoelens voor nu aan de kant moeten zetten tot de tijd rijp was. En daar bedoelde hij mee, tot hij de moed had om Innerghost terug recht aan te kijken zonder schrik te hebben dat hij en vijandelijke blik terug kreeg.

Zijn amberkleurige blik was ondertussen alweer naar het karkas gegleden en alleen zijn oortjes spitsten zich in de richting van Tallpaw toen deze begon te spreken. "Mag ik u wat vragen Meneer?" Klonk het zacht. Flamepath keek naar de apprentice en merkte op dat deze was gaan liggen. "Ja, wat wil je weten dan?" Miauwde hij neutraal terug, proberend zijn aandacht op de bruine kater te richten. Hopelijk was het een normale vraag, en ging het niet over zijn liefdes leven. Hij had de geruchten over deze kater al een tijdje terug gehoord, en was niet echt van plan om zijn privé leven aan de neus van deze kater te hangen.

"Heeft u ooit vis gehad?" Vroeg de kater, waardoor Flamepath's blik even verbaasd naar de jongere kater flitste. "Of niet?" Vroeg hij nogmaals, waarop hij reageerde met een zenuwachtige orenwiebel. "Nee, ik zou ook geen idee hebben hoe het smaakt. Ik denk nogal rubberachtig.." Miauwde hij als antwoord terwijl hij de kater vragend en vooral nieuwsgierig aankeek. "Vanwaar deze vraag?" Vroeg hij, in de hoop dat hij een eerlijk antwoord zou krijgen. Hij hield niet zo van oneerlijke katten, vooral niet als deze manen hebben gelogen over hun gevoelens..