De grijs-witte gestreepte poes rekte zich uit en trippelde het hol uit. Haar tabby vacht rimpelde door haar bewegingen. Ze liep regelrecht het camp uit,klaar voor haar taken. Jagen. Ze besloot dat ze een bepaalde weg zou gaan om zo prooi te verzamelen. Ze versnelde haar passen en keek rond en af en toe proefde ze de lucht. Ze rook een muis en zocht,ergens tussen de wortels naar eten. Swift zakte in haar jachthouding en sloop op het diertje af. Ze wachtte en sprong. Ze beet het diertje dood en begroef die onder wat aarde waarna ze verder ging. Ze stopte en rook een kat,met een ruk draaide ze zich om. “Wie hebben we daar”, Gromde ze toen ze merkte wie het was. Whitelion.
+Whitelion