Peach stapte tussen de bomen. Het was een redelijk zonnige dag maar er waren wel veel wolken. Peach probeerde vormen te herkennen in de wolken. Ze deed dat ook altijd met haar ouders. Haar ogen werden waterig door de herinneringen. Ze miste de tijd dat haar ouders er nog waren. Peach was toen zo gelukkig en nu was ze zo vaak eenzaam. De crèmekleurige kat bleef naar de wolken kijken en ze zag een bloem in één van de wolken. Doordat ze de hele tijd naar de wolken bleef keken zag Peach de steen voor haar niet. Peach struikelde over de steen en rolde even door tot ze stil lag op de grond. Haar ogen staarde naar 2 paar poten. Peach krabbelde snel recht. Ze voelde zich beschaamd omdat de kat haar waarschijnlijk had zien struikelen.