Moosekit opende zijn oogjes en zag dat iedereen in het kamp nog sliep. Dat leek Moosekit de perfecte gelegenheid om eens op avontuur te gaan. Hij deed dat wel vaker en hij kreeg altijd straf maar dat kon hem niks schelen. Hij hield er gewoon van om rond te dwalen over het windclanterritorium. Moosekit trippelde het kamp uit. Het was nog wat donker maar de zon gaf al een glimp van zijn felle stralen. De bruin gestreepte kater keek om zich heen maar zag niemand. Hij wandelde verder niet echt beseffend in welke richting hij ging. Na een tijdje gewandeld te hebben zag hij in de verte iets vreemds. Het was een soort van pad maar niet zo een smal pad waar twolegs op wandelen. Het was een heel breed pad en opeens herinnerde Moosekit dat haar moeder iets had gezegt over een thunderpath en dat het er heel gevaarlijk was. Moosekit wandelde verder tot hij bijna bij het thunderpath was. Plots zag hij een monster. Eerst dacht Moosekit dat het in zijn richting kwam maar het ging voorbij hem. De kitten schrok even en sprong opzij. Hij trok zijn neus op van de vieze geur. Hij kijk weer even rond zich heen en toen zag hij niet ver van hem 4 grote bomen die bij elkaar stonden. Dat is vast fourtrees dacht Moosekit bij zichzelf. Hij had zo veel verhaaltjes gehoord van zijn moeder dat hij het wist. Hij wou ernaar toe gaan maar toen ineens rook hij een vreemde geur. Hij had het nog nooit geroken. Misschien is het een kat van een andere clan dacht Moosekit. Hij keek geconcentreerd om zich heen en bleef op zijn hoede.